“‘België #geeneiland: veel volk, beschaafd debat’
Het politieke kopstukkendebat dat 11.11.11 op maandagavond organiseerde in de Borgerhoutse Roma was al om 20 uur een succes, met bijna 700 aanwezigen. Wat daarna volgde was niet oninteressant, maar wie echt wil weten wat de partijen zeggen in verband met bijvoorbeeld ontwikkelingssamenwerking, rechtvaardige belasting, klimaat of migratie, moet toch de politieke boeken of partijprogramma’s lezen.
Applaus heeft weinig wetenschappelijke waarde, maar al tijdens de voorstellingsronde van de deelnemers aan het debat werd duidelijk dat het 11.11.11-publiek het hart stevig links draagt.
Al kan de locatie van het evenement in wat in de rechtse pers wel eens de Volksrepubliek Borgerhout genoemd wordt ook wel verantwoordelijk zijn voor de hartelijke ontvangst voor Wouter Van Besien (Groen) en Peter Mertens (PVDA). Bruno Tobback (sp.a), Annemie Turtelboom (Open VLD), Wilfried Vandaele (N-VA) en Sabine de Béthune (CD&V) werden door publiek én moderatoren (Ruud Goossens en Marc Reynebeau van mede-organisator De Standaard) met heel wat meer scepsis onthaald.
De bandbreedte van het debat verliet nooit het veilige en rationele spectrum van het fatsoenlijke centrum. Vandaele had zelfs een goed woord over voor de Belgische aanpak van het klimaatbeleid, Groen vroeg niet eens 100 procent eigen inspanningen om de Kyoto-verplichtingen te halen, Peter Mertens voorspelde het einde van het kapitalisme op laste van zijn interne contradicties niet. En VLD, sp.a en CD&V waren alleen scherp als het er op aan kwam de eigen coalitiepartners de schuld te geven van het feit dat het beleid van de Vlaamse en de Belgische regeringen niet tot algeheel geluk in de wereld heeft geleid. Als het aan hen gelegen had, daarentegen…
Politicoloog Dave Sinardet verwoordde het tijdens zijn eerste –korte- tussenkomst helder: partijen hebben op dit soort evenementen altijd de neiging de zaal te behagen. In casu klonken VLD en N-VA bijwijlen als voorstanders van vermogensbelasting, financiële transactietaksen of groene fiscaliteit. In andere gevallen, wist Sinardet als professioneel bijzitter, zijn het de linkse partijen die wat meer water in hun wijn doen.illemjan Vandeplas
Doet de markt het beter?
Werkt onwikkelingssamenwerking, wilden de moderatoren bij aanvang weten. Uitgangspunt was de stelling van Open VLD-voorzitster Gwendoline Rutten dat ontwikkelingssamenwerking niet zo veel effect heeft en dat de hulp dus beter gestopt kan worden, en vervangen door meer handel en vrije markt. Annemie Turtelboom was het daar uit hoofde van haar lidkaart mee eens, maar vond anderzijds dat de hulp niet afgeschaft moest worden. Wat haar betrof mocht die, eenmaal de crisis bezworen is, zelfs opnieuw richting 0,7. Alleen moet er meer gedaan worden om kwaliteit in de samenwerking te versterken. En om te vermijden dat een land als Oeganda, dat volgens haar 26 miljard euro uit de Belgische staatskas ontvangt op vier jaar tijd, vierkant ingaat tegen ‘wat ik westerse waarden durf noemen, zoals gelijke rechten voor holebi’s’.
‘Het weghalen van hulp is niet eens euthanasie, maar moord’ (Van Besien) ‘Ontwikkeling op basis van ongeremde markt resulteert in het specialiseren van sommige landen in armoede’ (Tobback) ‘Ontwikkelingslanden hebben recht op afscherming van de eigen markt’ (de Béthune)
Verder was iedereen, inclusief de N-VA, het erover eens dat ongebreidelde vrije markt vooral negatieve effecten heeft voor ontwikkelingslanden. Vandaele pleitte voor sociale, ecologische en culturele correcties op de markt. Van Besien noemde het weghalen van het infuus van de hulp (een beeld dat Rutten gebruikte in haar opiniebijdrage) ‘niet eens euthanasie, maar moord’.
Tobback stelde vast dat ontwikkeling op basis van ongeremde marktmechanismen resulteert in ‘het specialiseren van sommige landen in armoede’. Mertens verwees naar de destructieve effecten van de opgelegde openstelling voor vrijhandel in de jaren tachtig en negentig, terwijl De Béthune een lans brak voor het recht van ontwikkelingslanden op afscherming van de eigen markt.
De moderatoren stelden dan de vraag naar de wenselijkheid van voorwaardelijke hulp, toegespitst op het voorbeeld Oeganda dat al een paar keer gevallen was in de eerste minuten van het debat. Mogen of moeten donoren de kraan dichtdraaien als een partnerland de gelijke rechten van holebi’s met de voeten treedt? De consensus leek te zijn dat in zulke gevallen duidelijk gemaakt moet worden dat ‘mensenrechten niet relatief, maar absoluut zijn’, zoals Sabine de Béthune het verwoordde, al bedoelde ze wellicht eerder dat die rechten universeel zijn.
Wel willen alle partijen met vermijden dat bij eventuele sancties de bevolking getroffen wordt. ‘De sancties moeten niet de boeren treffen, die met die beslissing niets te maken hebben, maar de elites die ervoor verantwoordelijk zijn’, zei Van Besien. De hele politieke wereld lijkt afgesproken te hebben met media en middenveld om niet te zien dat de kwestieuze wet in Oeganda op behoorlijk enthousiaste en brede steun vanuit de bevolking kan rekenen. Peter Mertens plaatste wel de meeste vraagtekens bij conditionaliteit, vanuit ‘het recht op soevereine ontwikkeling’ en vanuit de onzekerheid over wie de principes vastlegt, wie er over sancties kan beslissen en wat daarvan de reële gevolgen zijn.
07.07.07
De onvermijdelijke 0,7 (procent van het bruto binnenlands product, dat volgens internationale afspraken én volgens een Belgische wet aan ontwikkelingssamenwerking besteed moet worden) passeerden ook de revue. Toen Annemie Turtelboom die afspraak wegzette als iets uit de jaren zeventig –als betrof het een broek met olifantenpijpen, een Philips transistorradio of een een LP van The Sweet- hadden de moderatoren niet de tegenwoordigheid van geest om haar eraan te herinneren dat haar eigen Grote Roerganger, in zijn hoedanigheid van premier van de paars-groene regering nauwelijks 10 jaar geleden, die belofte in wet vastgelegd had. En België zou zelfs beter doen dan het Europese peloton door de doelstelling reeds in 2010 te halen.
Tobback toonde zijn bloedende hart door te beklemtonen dat hij de eerste zou zijn die de doelstelling opnieuw bovenaan de agenda zou zetten zodra “de financiële toestand” het zou toelaten. Of had de zaal misschien liever gezien dat er meer bespaard was geworden op zorg en welzijn in eigen land? Van Besien vond dat praat voor de vaak, en Groen wil dan ook de volle 0,7 procent voor een “zuiver” budget van ontwikkelingssamenwerking, zonder militaire uitgaven –‘evident’- maar ook zonder schuldenkwijtschelding en andere creatieve boekhoudmethodes om het eindbedrag op te krikken zonder de reële uitgaven te verhogen.
Mertens legde zijn nadruk op de onhoudbaarheid van ongelijkheid voor nationale en internationale samenlevingen, en dus op de noodzaak om de investeringen in ontwikkelingssamenwerking als een soort herverdelingsmechanisme onverkort te behouden. Wat het dilemma van Tobback betreft: Mertens raadt hem aan eerst de belastingparadijzen aan te pakken vooraleer aan de werkloosheidsuitkeringen te knagen.
Turtelboom hield nog een opvallend pleidooi voor een effectieve staat, waarzonder hulp of samenwerking geen kans maken op effect. Vandaele stelde klaar en duidelijk dat voor de N-VA het budget ontwikkelingssamenwerking niet onder de Moessen-norm zou vallen ‘zodra het onder de bevoegdheid van de Vlaamse overheid valt’, iets wat volgens de afspraken op Lambermont al sinds begin jaren 2000 had moeten gebeuren.
Klimaat gegijzeld
In een tweede ronde van het #geeneiland-debat werden ruimere thema’s uit de internationale sfeer aangesneden, zoals klimaat, ongelijkheid en migratie. De politici hielden daarover onderhoudende interventies, de meeste binnen een Twitter XL (of Zevende Dag) formaat. Maar echt verrassen of botsen deed het nooit. De meningsverschillen betroffen de vraag of vermogens, dan wel vermogensrendementen of winst op vermogens belast moeten worden, en of dat pas mag gebeuren als het meteen mondiaal / voor de hele EU / of met enkele lokomotieflanden binnen de EU kan (schrappen naar politieke voorkeur). Vandaele mocht beweren dat de N-VA helemaal mee is als vermogens belasten een Europese afspraak wordt, net als Turtelboom mocht stellen dat het in wezen een kwestie is van méér Europa als we het geld willen halen waar het zit.
Wat klimaatbeleid betreft bleef moderator Ruud Goossens hameren op het belang van onpopulaire maatregelen. Voorstellen waarmee burgers gemotiveerd zouden worden om zich meer voor klimaat te engageren, werden door hem steevast opgebroken, tot de politicus in kwestie bereid was iets te zeggen dat hem buiten de Roma stemmen zou kunnen kosten. Dat werd dan rekeningrijden, volgens Groen. Wat de partij uiteraard geen stem kost. Ook de PVDA wil dat, maar sociaal gecorrigeerd en gefaseerd, en pas na stevige investeringen in openbaar vervoer. Turtelboom wil eventueel een volgende keer wel meewerken aan het zwaarder belasten van bedrijfswagens, als tenminste het verbruik en niet de aankoopsom belast wordt. Er was niemand van Tesla in de zaal, te merken aan het gebrek aan instemmend applaus.
Niemand verdedigt de Vlaamse aankoop van uitstootrechten, iedereen vindt de Belgische klimaatstilstand gevolg van staatsstructuren
Misschien was het meest opmerkelijke van de avond wel het feit dat zowel CD&V, sp.a als (enigszins schoorvoetend) N-VA toegaven dat het klimaatbeleid van Vlaanderen en België de voorbije jaren ontoereikend geweest is. Een van de redenen daarvoor, daarover leek ook consensus, was de huidige staatsstructuur met opgedeelde verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Vandaele was wel trots dat Vlaanderen tenminste een klimaatbeleid hàd, wat volgens hem van de federale regering niet gezegd kan worden. Op de opmerking van Van Besien dat niemand –bedrijven, milieubewegingen, adviesraden, niemand- tevreden was met dat fameuze klimaatplan, bleef Vandaele volhouden dat iets hebben beter is dan niets hebben.
Mertens suggereerde dat de oplossing ligt in het herfederaliseren van klimaatbeleid: ‘Dan zouden we geen vier jaar nutteloos moeten bekvechten over de opbrengst van de uitstootrechten.’ Verder denkt de PVDA dat de stilstand vooral te wijten is aan de monopolievorming in de energiesector, die de partij graag zou doorbreken door die essentiële sector terug in publieke handen te geven. Er was ook niemand in de zaal die de massale aankoop van uitstootrechten door de Vlaamse regering wou verdedigen. Al was veroordelen dan ook weer te veel gevraagd.
Willemjan Vandeplas
Stilte in de zaal, geruis op internet
Het is normaal dat op een debatavond, met zes deelnemende partijen en de hele wereld als onderwerp, een heleboel thema’s onbesproken blijven. Maar het feit dat de houding van België en Vlaanderen tegenover Centraal-Afrika met geen woord aangeroerd werd, was toch een vreemde vaststelling. Ook voedselveiligheid, internationale handelsafspraken, millenniumdoelstellingen, biobrandstoffen, landroof, recht op drinkwater, faitrade –om maar enkele thema’s te noemen waarrond de vrijwilligers van de Noord-Zuidbeweging de voorbije jaren gemobiliseerd werden- werden niet op tafel gelegd.
De zes geïnviteerde partijen, met de PVDA erbij één meer dan op de visuele campagne België is geen eiland die dit debat voorafging, moesten op geen enkel moment concreet stelling innemen omdat hen ook geen concrete eisen vanuit de beweging voorgelegd werden. Overigens was er ook vanuit publiek geen dissonante stem te horen. Op het gebliep van de twitterende deelnemers na. Want wie niet mag spreken, die kan natuurlijk nog altijd meningen of opmerkingen rondsturen.
Op Twitter: Ik hoor niemand ‘ja’ antwoorden op de vraag of OS-hulp aan Oeganda stopgezet moet worden. (Benedikt Raets)
Tom De Meester (PVDA) deelde zo een grafiek die moest bewijzen dat de ongelijkheid nergens groter is dan in België -als reactie op de uitspraak van Tobback dat de regering Di Rupo ten minste gezorgd had dat in België, in tegenstelling tot de rest van Europa, paal en perk gestald was aan de groeiende ongelijkheid. Kris Peeters (aan foto en boodschap te zien: niét de MP) twitterde: ‘nva had mss toch beter een panda gestuurd dan wilfried vandaele’.
Terwijl de scherpe kantjes niet geschuwd werden in het parallelle universum van Twitter, liet het publiek zich braaf doorheen de avond laat leiden en aanvaardde als enige vorm van analoge participatie het goedmoedige applaus voor de voorkeurpoliticus. Daardoor kreeg de avond soms eerder de sfeer van een softjazz-concert, waarbij nu eens de saxofinist en dan weer de contrabassist een korte solo mocht geven en het publiek zijn goed smaak op beschaafde manier kon laten blijken door de handen even op elkaar te brengen. De aanwezige partijvoorzitters kunnen alleen maar dromen van een partijcongres dat zo rimpelloos de enscenering volgt.
11.11.11 heeft de voorbije jaren hard gewerkt om te tonen dat het nog altijd over de kracht van het getal beschikt, en dan bedoelen we de steun van een brede laag burgers. Dat heeft de koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging maandagavond met verve bewezen. Om politiek te wegen zal er nog iets meer free jazz en hard bop in de benadering moeten komen, zodat de politieke partijen niet alleen getallen zien, maar ook overtuiging en de bereidheid om hard te knokken voor de eisen die ten slotte over leven of dood van miljarden mensen gaan. Dat vraagt geen gezellige babbel, maar een debat op het scherp van de snee.
Wendy Marijnissen
P.S. Uw verslaggever moest, niet als enige, de zaal verlaten voordat het doek viel. De treinverbindingen naar het hinterland zijn nu eenmaal niet optimaal na 22.15u. Het hoofdstuk migratie zorgde, zo is af te leiden uit de twitterfeed, nog tot enkele snedige opmerkingen over het beleid en de communicatie van staatssecretaris De Block. Dezelfde Kris Peeters: ‘vanbesien vat beleid deblock samen: ‘zoveel mogelijk eruit, zo weinig mogelijk erin’ #geeneiland’.