KMS/ Kerkasiel.anders
“‘Blauw-oranje assielakkoord brengt geen rust’
KMS/Kerkasiel.anders heeft de elementen van het deelakkoord asiel en migratie van de oranje-blauwe onderhandelaars bestudeerd. De organisatie ziet enkele positieve noten, maar blijft tegelijk sceptisch voor de uitvoering ervan. Door haar onduidelijk karakter zorgt de nota niet voor rust en perspectief voor mensen zonder papieren.
Voor het middenveld dat asiel- en migratiebeleid belangrijk vindt, opent de tekst daar weer enig uitzicht op meer overleg, dialoog en verantwoordelijkheid. Veel hangt af van de goede keuze van de coördinerend minister van migratie. Het zou een verkeerd signaal zijn mocht daar een ‘grensrechter’ op post komen.
KMS/Kerkasiel.anders meent dat een ‘verstandige coach’ beter geplaatst is om een migratiebeleid op niveau te ontwikkelen. Een match uit eigenbelang met veel solonummers hebben we nu niet nodig. Wel de organisatie van een samenspel van de beste krachten, met oog voor oorzaken en gevolgen van de verschillende vormen van migratie, en voor mensenrechten en eerlijke handel.
Het blauw-oranje deelakkoord is veelzijdiger dan de beleidsopties van de uittredende coalitie. Het migratiebeleid wordt niet als probleem maar eerder als ‘uitdaging’ en ’ pijler van onze samenleving’ gezien. Er wordt aangeduid dat er voor het beleid een maatschappelijk draagvlak moet gecreëerd worden. Deze opties geven uitzicht op een coherent en inclusief beleid. Vanuit dat élan hadden we echter mogen verwachten dat er meer aanwijsbare nieuwe perspectieven zouden geopend worden.
We lezen dat een economisch migratiespoor zal ontwikkeld worden. Wij zijn verheugd dat daarbij niet enkel geopteerd wordt voor nieuwe arbeidsmigratie en dat de hardwerkende clandestiene arbeidsmigranten ook een kans krijgen om hun arbeids- en verblijfskaart te bekomen. Niets is minder logisch, de realiteit dicteert ons dat.
Dat er echter geen uitgewerkte paragraaf terug te vinden is aangaande de wisselwerking tussen rond arbeidsmigratie tussen Noord en Zuid, over onze - ook historische - verantwoordelijkheden naar de vertrekpositie van de immigranten in de landen van herkomst, over de internationale promotie van arbeidsrechten en sociale zekerheid, is niet logisch. Wie de realiteit kent van uitsluiting en armoede weet dat er meer inspanningen nodig zijn dan het herhalen van de 0,7 norm voor ontwikkelingssamenwerking.
Belangrijk is dat de onderhandelaars erkennen dat het regularisatiebeleid bijgesteld moet worden. De analyse van dat beleid wordt toevertrouwd aan een gemengde raad die het parlement moet inlichten over de toepassing van de regularisatiecriteria die de regering wil verruimen en omschrijven. Van een duurzame regeling is er echter geen sprake, net zo min als van de onmiddellijke creatie van commissies waar mensen hun verhaal kunnen doen. Door niet te kiezen voor een duurzame en wettelijke regeling krijgen de minister van Binnenlandse Zaken en de Dienst Vreemdelingenzaken voor het tot nu gevoerde beleid een ‘aureool van onaantastbaarheid’.
De voorbije jaren hebben beiden nochtans voortdurend onder kritiek gestaan, óók van de Federale Ombudsman. Voor KMS/Kerkasiel.anders is het cruciaal dat mensen met affectieve, economische en sociale banden, mensen die nu of ooit een lange wachttijd in procedures hebben doorstaan, een verblijfsvergunning kunnen bekomen. Prioriteit moet ook gegeven worden aan de snelle oprichting van de nieuwe raad van advies voor vreemdelingen zodat na negen maanden nieuwe regering, het onderzoek over de regularisatiepraktijk aan het parlement kan worden voorgelegd.
Over de ‘verwijdering van het grondgebied’ hanteren de onderhandelaars een mix van zachte en harde taal. Hoewel het nu duidelijk is dat de opsluiting van minderjarigen ook door hen als ‘traumatiserend’ wordt beschouwd, leren we niet welke weg er effectief gekozen zal worden om het trauma te vermijden. Als het toch pijn zou doen, dan zal het een korte pijn zijn. Ondertussen blijven de gesloten centra ongecontroleerde gevangenissen. Zelfs in een toezichtraad wordt niet voorzien.
Welke inspanningen België gaat doen om constructief om te gaan met de wereldwijde migratiebewegingen en hoe de zelfstandige ‘terugkeer’ daaraan gekoppeld wordt, blijft wazig. De huidige (terugkeer)programma’s en de manier waarop ze worden begeleid blijven te onaantrekkelijk. Kwaliteitsprogramma’s die inzetten op migratie en ontwikkeling vragen om een ernstig budget en een grote deskundigheid en creativiteit. Wij stellen ook vast dat de onderhandelaars zich in de tekst weinig bekommeren over een andere manier van omgaan met mensen die een bevel om het grondgebied te verlaten hebben ontvangen, en over hun noodzakelijke begeleiding en oriëntatie.
Tenslotte zijn er voor KMS/Kerkasiel.anders pijnpunten inzake gezinshereniging en nationaliteitsverwerving. Sommige mannen of vrouwen - niet-Eu-burgers - met een leefloon zullen in de toekomst wel kunnen huwen maar niet samenwonen met hun partner in België. Voor ons doorstaat dit niet de toets van de gelijke behandeling. Belg worden kan pas na vijf jaar ononderbroken verblijf én met de nodige taalkennis. Het mededogen gebiedt ons om te eisen dat er wat de taalkennis betreft, afwijkingen mogelijk blijven voor wie deze voorwaarde nooit zal kunnen realiseren.
Dat er een wettelijk statuut komt voor de niet-begeleide minderjarigen, dat de staatlozen erop vooruit zullen gaan in de afhandeling van hun aanvraag voor een statuut, dat asielzoekers na zes maanden procedure zullen mogen werken… kan ons bekoren. De verleiding zal echter groot zijn om veel van de positieve elementen uit het deelakkoord voor zich uit te schuiven omdat de effectieve regeerperiode kort kan zijn.
Die verleiding mag geen kansen krijgen. Als de regering een trendbreuk wil zetten dan moet die er nú komen. De aanduiding van de minister voor migratie is daarom geen bijzaak. De keuze valt best op een personaliteit met een uitgesproken humanitair profiel.
KMS/ Kerkasiel.anders www.kms.be