“‘Bospoepers in Papoea’


Als het over Papoea Nieuw Guinea gaat, laten we de feiten de pret van de vooroordelen niet bederven. Zelfs als de berichtgeving vertrekt van een wetenschappelijk artikel. Het belangrijkste naslagwerk over het land lijkt nog altijd Moea-Papoea te zijn, de Nero-strip uit 1956.
De media-aandacht voor een wetenschappelijk artikel in het gerenommeerde medische vakblad The Lancet deze week illustreert hoe actueel de Koloniale Tentoonstelling met haar negerdorpen en primitieve beschavingen nog steeds is.
De gretigheid waarmee we geschokt kijken naar de barbaren die ons omringen heeft niets aan intensiteit ingeboet. De nauwelijks beschaafde verontwaardiging over de primitieve gebruiken in de achterlanden van de wereld, gevolgd door het hartverwarmende besef dat Wij toch al heel wat meer weg afgelegd hebben op het nooit eindigende traject van de menselijke beschaving.
De bewuste studie werd gemakshalve samengevat in het kopje dat één op vier Aziatische mannen al eens een verkrachting begaan had. Gevolgd door de vanzelfsprekende vraag: Hoe Is Dat Mogelijk? Tijdens de uitzending van Vandaag op woensdag werd een Leuvens seksuoloog aan het woord gelaten die veralgemenend nadacht over gedwongen seks, maar de avond daarvoor bracht Nieuwe Feiten het bericht al. “Correspondent in Jakarta, Indonesië” Michiel Maas mocht daar likkebaardend vertellen over Papoea’s die neukend door bossen en over bergen trekken, omdat ze elk contact met de beschaving mankeren.
Nuances verstoren de gezelligheid
Het artikel in The Lancet stelt dat in de onderzochte landen en plaatsen ‘een op vijf tot een op acht mannen ooit een vrouw verkracht heeft, al ligt die verhouding in Papoea Nieuw Guinea veel hoger. Vergelijkbaar onderzoek in Zuid-Afrika toonde aan dat daar een op vier mannen ooit een verkrachting begaan had’. Dat de redactie zich dus afvroeg wat er met name in PNG aan de hand is om die extreem hoge cijfers van gedwongen seks te verklaren, is helemaal gerechtvaardigd. De verontwaardiging daarover ook. De onzin die de gecontacteerde correspondent uitkraamde, was dat echter geenszins.
Op geen enkel moment werd bijvoorbeeld duidelijk gemaakt dat de veralgemening Azië onbruikbaar is voor een onderzoek dat in zes landen en in totaal op negen plaatsen gedaan werd: Bangladesh, China, Cambodia, Indonesië, Sri Lanka en Papoea Nieuw Guinea. In PNG werden alleen op het eiland Bougainville mannen ondervraagd. Michiel Maas kreeg meer dan één kans om iets verstandigs te zeggen over Bougainville, het eiland op een kleine duizend kilometer ligt van de kust van Nieuw Guinea. Michiel Maas had die afstand, en de bijhorende etnische verschillen en achterdocht, al kunnen vermelden.
Economisch en ander geweld
Of hij had kunnen verwijzen naar het feit dat Bougainville in de jaren tachtig het toneel was van een brutale afscheidingsoorlog waarbij het Bougainville Revolutionary Army zich afzette tegen de Papoease staat en tegen de Australische mijngigant Rio Tinto, die inheemse gemeenschappen van hun grond verdreef. Die oorlog kostte zo’n 20.000 mensen het leven. Of de correspondent had kunnen wijzen op de passage in het artikel van The Lancet waarin de auteurs stellen dat ‘armoede … heel uitdrukkelijk gerelateerd is met veelvuldige verkrachting en verkrachting van mannen, en met fysiek en seksueel partnergeweld… In armoedesituaties kunnen subculturen van bendelidmaatschap en drugsgebruik zich ontwikkelen, die een context vormen waarin mannelijke dominantie over vrouwen en andere mannen benadrukt worden als compensatie van meer algemeen ervaren machteloosheid.’
Elk onderzoek dat je leest over PNG of Bougainville heeft het over veralgemeend geweld in steden en landelijke gebieden, geweld dat onder andere verklaard wordt tegen de achtergrond van enorme ongelijkheid als gevolg van de recente boom in de mijnsector, culturele ontworteling en gebrek aan effectief gezag. Maar dat heeft weinig entertainmentswaarde natuurlijk.
Een probleem in verre landen? Dat zal wel aan hun cultuur liggen, toch? De kans dat we er de wereldeconomie met haar soms verpletterende geweld op kwetsbare lokale gemeenschappen bijhalen, is zo gering dat het statistisch niet waarneembaar is. Nochtans stelde ook de directeur van het Myer Foundation Melanesia Program, Jenny Hayward-Jones, onlangs dat de al aanwezige traditie van geweld ‘zich lijkt te verspreiden nu mensen het land doortrekken op zoek naar werk en buiten hun eigen gemeenschappen huwen, en nu buitenlandse bedrijven inkomensongelijkheid creëren en daardoor jaloezie.’
Extreem geweld
In plaats van informatie te geven, schetste Maas het beeld van een land waar de dorpen voetmarsen van vier dagen verwijderd liggen van de beschaving. En bovendien, voegde hij er ten behoeve van de luisteraar aan toe, zijn dat eigenlijk geen dorpen, maar nederzettingn tussen de bosjes, waar die Papoease bospoepers elke vagina binnen handbereik achter sleuren. Zo veel te groter de afstand van onze stedelijke beschaving, zo veel te groter de kans dat mannen met vrouwen doen wat ze maar willen.
Voor alle duidelijkheid: PNG is een bijzonder gewelddadig land en seksueel geweld neemt er epidemische vormen aan, zeker in de bergprovincies. Artsen zonder Grenzen startte onlangs nog een speciaal ziekenhuis voor slachtoffers van seksueel geweld in de hoofdstad Port Moresby. Oprechte woede over het gruwelijke lot dat veel vrouwen –studies zeggen meer dan de helft- ondergaan, is dus gerechtvaardigd. Daar als buitenstaander op staan geilen, is dat niet.
Want waarom bel je een correspondent? Omdat hij met twee voeten in de dagelijkse realiteit staat waarover het stuk moet gaan. Hij of zij is daardoor beter in staat om een feit, een cijfer, een crisis of een uitspraak te kaderen, te nuanceren, in de juiste context te plaatsen. De enige terreinkennis die Maas inzake PNG inbracht, was dat hij zelfs eens een verhaal over Papoea gelezen had. Dat treft. Wij hebben in onze kinderjaren ook Moea-Papoea gelezen, de Nerostrip waarin elke Papoea een beentje door zijn kroezelhaar had en elke blanke in de stoofpot terecht dreigde te komen. We zijn intussen bijna zestig jaar nadat Marc Sleen dat verhaal bedacht. Een beetje vooruitgang in onze beschaving zou toch niet slecht zijn.