Een ongemakkelijke waarheid in deze Warmste Week

‘De strijd tegen kansarmoede is er net zo goed één tegen individuele verdienste’

Andrew Khoroshavin / Pixabay

‘De strijd tegen armoede roept ons op te stoppen om armoede als een individuele schuld te zien’, schrijft sociaal filosoof Stijn Rottiers.

De Warmste Week neemt dit jaar de strijd tegen kansarmoede op. Die strijd is meer dan ooit nodig, onderschrijft sociaal filosoof en docent Stijn Rottiers. Maar er hangt ook een ongemakkelijke waarheid aan vast, vindt hij. Wat is verantwoordelijkheid, wat is toeval? ‘Het gaat om de keerzijden van dezelfde medaille: individuele verantwoordelijkheid.’

Vrijwel iedereen die zich professioneel met (kans)armoede bezighoudt, minstens in Vlaanderen, kent ‘het schema van Vranken’. Het is vernoemd naar Jan Vranken, jarenlang een niet-aflatend armoedeonderzoeker aan de Universiteit Antwerpen en bezieler van het Jaarboek Armoede en Sociale uitsluiting.

Het schema van Vranken dient om mogelijke oorzaken voor armoede aan te wijzen. Tip van de sluier: Jan Vranken stelde vast dat onze samenleving vaak kijkt naar mensen in armoede alsof ze daar zelf verantwoordelijk voor zijn.

Het schema vloeit voort uit een eenvoudige maar essentiële denkoefening. Ik nodig u uit om mij in zeven alinea’s te volgen doorheen de theorie erachter. Slechts enkele alinea’s heb ik nodig om de ongemakkelijke waarheid achter de strijd tegen armoede aan te kaarten.

De kracht van het schema ligt in zijn toepasbaarheid op eender welke situatie. Denk bijvoorbeeld aan je arm die in het gips ligt, je partner of iemand anders die naast je in bed ligt, het treinverkeer dat plat ligt, de herfstbladeren op de grond… De vraag is: waarom ligt dat daar (in het gips/ in bed/ plat /op de grond)? Wat heeft de situatie veroorzaakt?

Het schema van Vranken deelt eerst alle mogelijke oorzaken van een situatie op in twee kolommen (links en rechts op de afbeelding hierboven): heeft de oorzaak te maken met verantwoordelijkheid of met toeval?

Je arm ligt in het gips na een aanrijding waarbij je zelf in fout was, dan is dat je eigen schuld: linkerkolom. Bij Vranken heette de linkerkolom de ‘schuldkolom’. Dat komt omdat hij steeds onwenselijke situaties, zoals armoede, bekeek. Ik verkies zelf om die linkerkolom de ‘verantwoordelijkheid’-kolom te noemen.

Het begrip ‘verantwoordelijkheid’ laat toe om ook positieve situaties te verklaren. Denk aan de vraag: ‘Waarom heb je de wedstrijd gewonnen?’ Als dat komt doordat je hard getraind hebt, dan is dat niet je ‘schuld’ maar jouw ‘verantwoordelijkheid’.

Een toevalsfactor kan zowel negatief als positief zijn.

Nemen we nu het voorbeeld van het treinverkeer dat plat ligt, en stel dat dit komt omdat een storm de bovenleiding beschadigde. Er is dan geen sprake van verantwoordelijkheid, maar van – in Vrankens terminologie – een ‘ongeval’: rechterkolom.

Ikzelf verkies de term ‘toevalsfactoren’, vanuit hetzelfde argument dat me verantwoordelijkheid boven schuld doet verkiezen: een toevalsfactor kan zowel negatief (de storm) als positief (het mooie weer op een trouwdag) zijn.

Elke kolom telt daarnaast drie rijen: die slaan op het niveau waarop de verantwoordelijkheid of het toeval zich voordoet. De bovenste rij verwijst naar situaties waarin je verantwoordelijkheid draagt of toeval hebt als individu (op ‘microniveau’, zoals de arm in het gips).

Maar die verantwoordelijkheid of het toeval kan ook liggen op het niveau van een organisatie, een bedrijf of school (mesoniveau). Stel dat de leerlingen van een bepaalde school uitzonderlijk presteren, en dat dit het gevolg is van de specifieke lesaanpak in die school. Dan is de school verantwoordelijk voor het uitzonderlijk presteren van de leerlingen.

Ten slotte kan verantwoordelijkheid of toeval zich ook op het niveau van de brede samenleving bevinden (macroniveau). Zoals het jammerlijke toeval wanneer een storm de samenleving treft en daarmee het treinverkeer platlegt.

Eigen schuld, dikke bult?

Het individuele schuldmodel pleit de rest van de samenleving vrij van de verantwoordelijkheid om zich iets van deze armoede aan te trekken.

Tot daar de theorie, nu de toepassing op armoede.

Vranken stelde al vast dat onze samenleving ertoe neigt armoede te zien als een individuele verantwoordelijkheid. Dat is het individueleschuldmodel. Denk aan het beeld dat de sociale bijstand geen vangnet maar een hangmat zou zijn.

Dat insinueert dat mensen die enkel de eindjes aan elkaar kunnen knopen op basis van bijstandsuitkeringen dringend zelf maar moeten opstaan. Het is hun verantwoordelijkheid, hun schuld.

De neiging om armoede als individuele schuld te zien, is sinds Vrankens vaststellingen niet gemilderd. Het individueleschuldmodel heeft dan ook een voordeel: het sust het gemoed, het pleit de rest van de samenleving vrij van de verantwoordelijkheid om zich iets van deze armoede aan te trekken. Wie zich brandt, moet op de blaren zitten.

Weg kan het argument achter de strijd tegen armoede. We kunnen verder met ons leven zonder ons te moeten bekommeren om de profiteurs.

Het gaat vaak om een samenloop van verschillende negatieve toevalsfactoren. Iemand daar de schuld voor geven, is onrechtvaardig.

Mensen die wél bekommerd zijn om armoede, hebben een oplossing bedacht om de apathie tegenover armoede te doorbreken: laat de strijd focussen op kinderarmoede. Kinderen zijn niet schuldig aan hun armoede, een kind kiest niet in welk gezin het geboren wordt. Het had evengoed u of ik kunnen zijn.De maatschappelijke bereidheid om kinderarmoede aan te pakken is groter dan de bereidheid om armoede bij volwassenen tegen te gaan.

Nochtans tonen armoedeonderzoekers keer op keer aan dat situaties van armoede ook bij volwassenen een web van uitsluiting vormen waar we niet louter het individu verantwoordelijk voor kunnen houden.

Het gaat vaak om een samenloop van verschillende negatieve toevalsfactoren (Vrankens ongevalmodel). Iemand daar de schuld voor geven, is onrechtvaardig. Schuld vereist de vrijheid om anders gekozen te kunnen hebben. Maar toevalsfactoren overkomen je willens nillens.

Redenen genoeg, zou je denken, voor onze samenleving om structureel de strijd tegen armoede aan te pakken. En om, als dat uitblijft, initiatieven als de Warmste Week te organiseren tegen kansarmoede.

Mijn schuld, mijn verdienste

Maar wat onderzoekers vaststellen, wijzigt zelden snel de publieke opinie. Die blijft in grote mate vasthangen aan het model van individuele schuld. En dat zou wel eens te maken kunnen hebben met de volgende ongemakkelijke waarheid.

Armoedeonderzoekers tonen keer op keer aan dat situaties van armoede een web van uitsluiting vormen.

Onze samenleving is niet alleen gul in het toekennen van individuele verantwoordelijkheid wanneer iemand zich in een negatieve situatie bevindt (schuld). We delen ook gul individuele verantwoordelijkheid uit wanneer een situatie goed uitdraait (verdienste).

In het schema van Vranken zitten die twee zaken dan ook samen in hetzelfde vakje. Zo wordt zichtbaar en begrijpelijk dat de populariteit van het ene (verdienstemodel) samengaat met de moeite om het andere te bekritiseren (schuldmodel).

Vaak claimen we zelf die individuele verdienste. Lees bijvoorbeeld een interview met een ceo wanneer het gaat over diens economisch voordelige situatie. Steevast wijst die dan op de ongelofelijke persoonlijke inzet (‘tien uur werken per dag, zeven dagen op zeven, doe dat maar jaar in jaar uit’) en op de ontzettende verantwoordelijkheid die die draagt. Dan verdient die ceo toch wat ‘ie verdient, niet?

Blijf op de hoogte

Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en blijf op de hoogte van het mondiale nieuws
Dezelfde argumenten die onderzoekers aanhalen voor waarom het onrechtvaardig is om armoedesituaties te zien als individuele schuld, gelden ook voor successituaties. Wat we bereiken in het leven, is altijd verweven met een web van toevalsfactoren. Een stimulerende thuisomgeving, sociale netwerken die je kansen geven, een samenleving die bepaalde talenten meer waardeert dan andere. En sowieso je eigen talenten (en gebreken), waarmee je al dan niet geboren wordt.

Het zijn allemaal factoren waar je afhankelijk van bent, waar je geen persoonlijke verdienste aan hebt.

Aan de welvarenden onder ons: verdien je wat je verdient? De strijd tegen armoede roept ons op te stoppen om armoede als een individuele schuld te zien. De ongemakkelijke waarheid is dat de strijd tegen individuele schuld evengoed een strijd tegen individuele verdienste is. Je kan niet op het ene schieten zonder het andere te raken, want het gaat om de keerzijden van dezelfde medaille: individuele verantwoordelijkheid.

De strijd tegen armoede is dus ook de strijd tegen rijkdom. Ik schrik ervoor terug om dit zo op papier te zetten, zo ongemakkelijk is deze waarheid, maar ik doe het toch. Wil je het liever diplomatischer onder woorden gebracht zien: de strijd tegen armoede gaat om de erkenning van het web van toevalsfactoren waar élk van ons in vast zit.

Stijn Rottiers is sociaal filosoof verbonden aan de Artevelde Hogeschool en de UCLL.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.