‘Elke dag gaan er in Europa drie adolescentenlevens verloren’

Geert Cappelaere (Unicef)

11 oktober 2021
Opinie

De geestelijke gezondheidslast voor de kinderen in Europa

‘Elke dag gaan er in Europa drie adolescentenlevens verloren’

‘Elke dag gaan er in Europa drie adolescentenlevens verloren’
‘Elke dag gaan er in Europa drie adolescentenlevens verloren’

Een nieuw Unicef-rapport onthult een keerpunt inzake de geestelijke gezondheid van Europese adolescenten. COVID-19 heeft de geestelijke gezondheid en het welzijn van een hele generatie verder in gevaar gebracht. Het is nu de hoogste tijd om te handelen, schrijft Geert Cappelaere van Unicef.

Geert Cappelaere (Unicef): ‘COVID-19 heeft de geestelijke gezondheid en het welzijn van een hele generatie verder in gevaar gebracht. Het is nu de hoogste tijd om te handelen, om de crisis te keren en om de geestelijke gezondheid van de kinderen in Europa te beschermen.’

© UNICEF/UN042105/Pirozzi

In Europa is zelfmoord vandaag de tweede belangrijkste doodsoorzaak bij jongeren. De zelfmoordgraad bij jongens tussen 10 en 19 jaar ligt twee keer zo hoog als die bij meisjes. Alleen verkeersongevallen eisen meer levens bij mensen tussen 15 en 19 jaar.

Hoewel het moeilijk te doorgronden is wat er door het hoofd van een kind gaat wanneer het de tragische beslissing neemt om een einde aan zijn leven te maken, wijzen deze statistieken op één onweerlegbaar feit: doordat we er niet in slagen de geestelijke gezondheidslast aan te pakken, lijden onze kinderen.

Elke dag gaan er in Europa drie adolescentenlevens verloren. Dit ontnuchterende cijfer staat in het baanbrekende rapport van Unicef The State of the World’s Children 2021: On My Mind. Terwijl de sociale en economische gevolgen van COVID-19 over de hele wereld blijven aanhouden, leggen de gegevens in het rapport de breedte en diepte bloot van de uitdagingen  in de geestelijke gezondheid van Europese adolescenten.

Negen miljoen adolescenten in Europa kampen met geestelijke gezondheidsproblemen, waarbij angst en depressie in meer dan de helft van de gevallen een rol spelen.

Uit het verslag blijkt dat bijna één op vijf Europese jongens tussen 15 en 19 jaar lijdt aan geestelijke gezondheidsproblemen, gevolgd door meer dan 16 procent bij meisjes van dezelfde leeftijd. Negen miljoen adolescenten in Europa (van 10 tot 19 jaar) kampen met geestelijke gezondheidsproblemen, waarbij angst en depressie in meer dan de helft van de gevallen een rol spelen.

Jarenlang hechtten we ondermaats belang aan strategieën om met geestelijke gezondheidsproblemen bij onze jeugd om te gaan, terwijl aandoeningen zoals eetstoornissen, depressie en angst ook de kinderen en jongeren van dit continent treffen.

Geestelijke gezondheidsproblemen zijn niet nieuw. Lang voordat de COVID-19-pandemie toesloeg, gaven ouders, leerkrachten en vele anderen al uiting aan hun groeiende bezorgdheid over de geestelijke gezondheid van kinderen en adolescenten.

COVID-19 heeft de geestelijke gezondheid en het welzijn van een hele generatie verder in gevaar gebracht. Het is nu de hoogste tijd om te handelen, om de crisis te keren en om de geestelijke gezondheid van de kinderen in Europa te beschermen.

De trieste waarheid is dat de inspanningen om geestelijke gezondheidsproblemen aan te pakken en te behandelen jammerlijk ondergefinancierd zijn. Veel regeringen trekken niet genoeg middelen uit voor het probleem. Er is dringend nood aan meer investeringen op een aantal prioritaire fronten.

Welke maatregelen?

Ten eerste moeten de Europese instellingen en de nationale regeringen maatregelen steunen om de toegang van kwetsbare groepen tot de geestelijke gezondheidszorg te vergemakkelijken en de regionale infrastructuur te verbeteren via het Europees Sociaal Fonds Plus en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.

De Europese instellingen en de nationale regeringen moeten maatregelen steunen om de toegang van kwetsbare groepen tot de geestelijke gezondheidszorg te vergemakkelijken.

Ten tweede moeten de nationale regeringen de toegang tot geestelijke gezondheidsdiensten opnemen in hun nationale actieplan voor het COVID-19-fonds van de Europese Commissie, de faciliteit voor herstel en veerkracht. Daarbij moet ook worden nagegaan welke mogelijkheden digitale en onlinetechnologieën bieden om lacunes in de toegang tot geestelijke gezondheidszorg te dichten en bevolkingsgroepen te bereiken die traditioneel geen toegang hebben tot deze diensten.

Drie, het ligt voor de hand de toegang tot geestelijke gezondheid en psychosociale steun te vergemakkelijken via scholen. Beproefde instrumenten zijn onder meer: programma’s promoten om adolescenten bewust te maken en emotionele copingvaardigheden bij te brengen; diensten voor geestelijke gezondheidszorg integreren; leerkrachten en personeel opleiden; safe spaces creëren waar kinderen kunnen praten en delen. De EU moet het initiatief “veilig leren” steunen om een einde te maken aan geweld in en via scholen, zodat kinderen vrij zijn om te leren, zich te ontplooien en hun dromen na te jagen.

Ten vierde moet de EU, om een echte Europese gezondheidsunie tot stand te brengen, zoals voorzitter von der Leyen heeft gevraagd, voldoende middelen investeren in gerichte acties om gezondheidswerkers en sociaal werkers op te leiden op het gebied van geestelijke gezondheid in het kader van het EU4Health-programma en in het kader van het Fonds voor asiel, migratie en integratie om diensten voor migrerende kinderen te ondersteunen.

Ten vijfde moet de EU gerichte acties inzake geestelijke gezondheid en psychosociaal welzijn opnemen in de 20 procent van de officiële ontwikkelingshulp die in het Global Europe-instrument wordt besteed aan menselijke ontwikkeling, alsook in humanitaire programma’s voor paraatheid, reactie en herstel, teneinde tegemoet te komen aan de behoeften van alle bevolkingsgroepen die zijn getroffen door noodsituaties.

Ten zesde kan de preventieve waarde van investeringen in kwaliteitsvolle kinderopvang, opvoeding en gezinsvriendelijke maatregelen in alle sectoren niet genoeg worden benadrukt.

Ten slotte moet de EU haar baanbrekende werk op het gebied van onderwijs in noodsituaties en de mainstreaming van kinderbescherming in noodsituaties blijven uitbreiden.

Wat we nu vooral nodig hebben is leiderschap.

Wat we nu vooral nodig hebben is leiderschap. We hebben behoefte aan engagement, vooral financieel en politiek, van mondiale, regionale en nationale leiders, dat de belangrijke rol van sociale determinanten in de geestelijke gezondheid weerspiegelt.

De COVID-19-pandemie heeft ons leven op zijn kop gezet en een wereldwijde crisis veroorzaakt die zijn weerga in ons leven niet kent. Tijdens de lockdowns in Europa is de ernstige bezorgdheid over de geestelijke gezondheid van kinderen en hun gezinnen toegenomen en de crisis heeft aangetoond hoe wereldwijde gebeurtenissen de wereld in ons hoofd kunnen beïnvloeden.

Nu er wordt gefocust op de pandemie en de ravage die zij heeft aangericht op het welzijn van kinderen, moeten wij deze kans grijpen om belangrijke maatregelen te nemen, stigma’s te bestrijden, ouders te ondersteunen, zorgzame scholen op te richten, sectoroverschrijdend samen te werken, een krachtig arbeidspotentieel op het gebied van geestelijke gezondheid op te bouwen en een beleid op te zetten dat investeringen in echte oplossingen aanmoedigt.

De kinderen van Europa, en als dusdanig de gezondheid van het hele continent, hangen ervan af.

Geert Cappelaere is de vertegenwoordiger van Unicef bij de instellingen van de Europese Unie & directeur van het Unicef-partnerschapsbureau in Brussel.