Eten of stemmen

Meles Zenawi, de premier van Ethiopië is niet meer. De reacties op zijn overlijden schoten internationaal een beetje alle kanten uit. De VS, EU, Groot-Brittannië en Frankrijk bleven ietwat consistent met hun nauwelijks verholen bewondering voor de man en hun pro-forma lippendienst aan de politieke rechten en vrijheden van de Ethiopiërs. Zijn Afrikaanse collega's zagen hun meest succesvolle spreekbuis en visionair met lede ogen vertrekken.

Sommige internationale ngo’s en denktanks, waarvan velen onder Meles hun koffers mochten pakken, deden nauwelijks moeite om hun afkeer te verhullen. Intussen voeren de Ethiopiërs zelf een verwoedde internetoorlog om hun versie van de waarheid over hun pas gevallen leider. Teleurstelling, verering, afkeer, verdriet en dankbaarheid zijn maar enkele van hun gevoelens bij het heengaan van de man die geloofde dat er eerst economische ontwikkeling moest komen, dan politieke vrijheden. Omdat hij armoede als de eerste aanfluiting van de fundamentele rechten en vrijheden zag. Eens die van de baan was, zou de rest wel volgen.

Er zijn meer leiders op het continent die er zo over denken. Allicht niet geheel onterecht wanneer iemands politiek geweten voor een appel en een ei — of T-shirt — gekocht kan worden. Even goed onhoudbaar echter, in een wereld waarin mensen en oprechte overtuigingen zowel fysiek als digitaal circuleren. Afrikaanse leiders met een visie zullen op korte termijn creatieve manieren moeten vinden om deze socio-economische hyperdiversiteit in eigen land te kanaliseren. Het dichten van de economische kloof blijft daarin allicht cruciaal, inconsistente internationale druk al heel wat minder.

‘De hamvraag is niet of eten belangrijker is dan stemmen’, schreef Nigeriaans politoloog Claude Ake in 1991, ‘maar wel wie het recht heeft om deze vraag te beantwoorden.’ Een diep democratische vraagstelling waar wij, de wispelturige internationale gemeenschap, alvast mee aan de slag kunnen.