Geen gebrek aan klimaatgeld maar aan verantwoordelijkheidszin

Lien Vandamme

27 januari 2019
Opinie

Is de Vlaamse regering meer solidair met vervuilende mno's dan met kwetsbare mensen in het Zuiden?

Geen gebrek aan klimaatgeld maar aan verantwoordelijkheidszin

Geen gebrek aan klimaatgeld maar aan verantwoordelijkheidszin
Geen gebrek aan klimaatgeld maar aan verantwoordelijkheidszin

België verdiende sinds 2013 al een miljard euro aan de Europese emissiehandel. Op dit ogenblik wil België slechts 50 miljoen euro per jaar geven voor internationale klimaatfinanciering. Vlaanderen voorziet 25 miljoen euro voor de internationale klimaatfinanciering. Ter vergelijking: 209 miljoen euro klimaatgeld gaat naar de grootste vervuilers zoals Exxon Mobil en BASF.

ItzaFineDay (CC BY 2.0)

ItzaFineDay (CC BY 2.0)

België verdiende sinds 2013 al een miljard euro aan de Europese emissiehandel. Via dat systeem kopen bedrijven rechten om te mogen vervuilen. Er is dus wel degelijk geld ter beschikking om kwetsbare landen te ondersteunen die nu al af te rekenen hebben met de gevolgen van de klimaatopwarming. Op dit ogenblik wil België slechts 50 miljoen euro per jaar geven voor internationale klimaatfinanciering.

Terwijl de wereld de opwarming moet beperken tot 1,5°C, kampen de armste en meest kwetsbare landen nu al met de gevolgen van een opwarming van 1°C. De droogte die we afgelopen zomer in België zagen met zware gevolgen voor onze boeren, is al jaren een realiteit in het Zuiden. Nu al sterven er daar jaarlijks honderdduizenden mensen aan de gevolgen van de klimaatverandering. Meer mensen moeten op de vlucht voor natuurrampen – die steeds heviger worden – dan voor oorlog en geweld.

Een opwarming van 2°C zou gewoonweg dramatisch zijn voor die landen. De Youth for Climate-jongeren komen terecht op straat en zullen dat blijven doen tot er een eerlijk antwoord komt van de politiek. België schiet drastisch tekort in het verminderen van zijn uitstoot en moet daar snel iets aan doen. Maar de aanpak van de klimaatverandering is meer dan dat. De gevolgen zijn er al en zullen alleen maar erger worden. We moeten ons daartegen wapenen om de opwarming zo veilig mogelijk te houden. En met ‘ons’ bedoel ik: de wereld.

Als historische vervuiler heeft België een verantwoordelijkheid ten aanzien van ontwikkelingslanden

Als historische vervuiler heeft België daarin een verantwoordelijkheid ten aanzien van ontwikkelingslanden. Een morele verantwoordelijkheid die vastligt in een internationale verplichting. België moet als rijk land volgens de principes van het VN Klimaatverdrag meer doen dan andere landen om de opwarming te beperken. En ons land is het verplicht aan ontwikkelingslanden om hen te helpen met hun klimaatuitdagingen.

Dat betekent: middelen voorzien om te garanderen dat arme landen zich koolstofarm kunnen ontwikkelen en zich kunnen aanpassen aan de gevolgen van de klimaatverandering, cruciaal voor de overleving en de levenskwaliteit van honderden miljoenen mensen.

Van de 100 miljard dollar die de rijke landen samen beloofden te voorzien tegen 2020, wil ons land jaarlijks 50 miljoen euro geven. Een druppel op een hete plaat. Bovendien niet in lijn met de internationale afspraak dat deze bijdragen jaarlijks moeten stijgen. Het grootste deel van wat België nu geeft is bovendien afkomstig uit ons dalend budget voor ontwikkelingssamenwerking. Meer uitdagingen met steeds minder middelen, terwijl net het omgekeerde beloofd was.

Aan een tekort aan middelen ligt het niet. Sinds 2013 heeft België al één miljard euro aan inkomsten ontvangen uit het Europese emissiehandel systeem (ETS). In dat systeem moeten bedrijven rechten kopen om te mogen uitstoten. De vervuiler betaalt dus. Het zou symbolisch en logisch zijn om daar een aanzienlijk deel van te spenderen aan zij die daar nu al de gevolgen van dragen. Aan sociaal rechtvaardig klimaatbeleid in eigen land dus, maar óók aan de internationale klimaatfinanciering.

Vlaanderen voorziet 25 miljoen euro voor de internationale klimaatfinanciering. Ter vergelijking: 209 miljoen euro klimaatgeld gaat naar de grootste vervuilers zoals Exxon Mobil en BASF.

Vlaanderen beschikt over het grootste deel van deze inkomsten. Van de iets meer van 500 miljoen euro die een jaar geleden voorhanden was, voorzag Vlaanderen op dat moment 25 miljoen euro voor de internationale klimaatfinanciering. Ter vergelijking: tegelijk werd maar liefst 209 miljoen euro voorzien voor de grootste vervuilers in ons land zoals Exxon Mobil en BASF. Dit om hun concurrentienadeel te compenseren ten opzichte van bedrijven in landen met minder streng klimaatbeleid. Een maatregel die volledig ingaat tegen de idee dat bedrijven zullen vergroenen door de uitstoot duurder te maken. Bovendien gaat het om een  overcompensatie, zo berekende Bond Beter Leefmilieu.

Het is goed dat Vlaanderen een deel van de ETS-inkomsten besteedt aan de internationale klimaatfinanciering en zo het risico verkleint dat dit ten koste gaat van ontwikkelingssamenwerking, maar het gaat slechts om een druppel op een steeds heter wordende plaat. Dat de solidariteit met zwaar vervuilende bedrijven daarenboven groter is dan deze met de meest kwetsbaren, geeft een nog wrangere nasmaak aan deze onrechtvaardigheid.

Conclusie: er is geen gebrek aan geld maar een gebrek aan verantwoordelijkheidszin ten opzichte van de meeste kwetsbaren in de wereld. Een gebrek aan een globale kijk op de klimaatproblematiek en aan een duidelijke keuze voor effectief klimaatbeleid en internationale samenwerking in functie van mensenrechten. We staan voor een belangrijk kantelpunt in België. De politiek kan de protesten niet langer naast zich neerleggen. Laten we van de luide roep om klimaatrechtvaardigheid een internationaal verhaal maken.

Lien Vandamme is beleidsmedewerker Klimaat en Natuurlijke Rijkdommen van 11.11.11