Gifgas is geen toeristische attractie

Luc Barbé is blij dat de herdenkingen van de Eerste Wereldoorlog aandacht vragen voor de verschrikkingen van gifgas en massavernietigingswapens. Maar dat zou geloofwaardiger zijn als onze herinnering niet zo selectief zou zijn, en als de oorlog niet herleid wordt tot een goedkope oefening in natieopbouw en toeristische groei. Een pleidooi voor moedig herdenken.

Het bataljon bestond uit 300 soldaten en kreeg onverwacht gifgas over zich heen. Mosterdgas. Negentig soldaten stierven snel. Talrijke overlevenden bleven jaren met hun gezondheid sukkelen en sommigen overleden uiteindelijk ook aan gifgasintoxicatie. Ieper in de Eerste Wereldoorlog? Passendale? Neen. Shalamcheh in Zuid-Iran, 9 januari 1986.

Het leger van Saddam Hoessein had nog maar eens chemische wapens ingezet tegen het Iraanse leger. Niet minder dan 100.000 Iraanse soldaten waren in de Iraaks-Iraanse oorlog in de jaren tachtig slachtoffer van chemische wapens. Ongeveer 10.000 ervan stierven eraan. Daarnaast waren er ook nog talrijke burgerslachtoffers, maar hierover zijn er geen betrouwbare cijfers.

Vandaag, 25 jaar later, hebben duizenden Iraanse slachtoffers nog steeds medische zorgen nodig. Dit is nauwelijks geweten in ons land en in andere westerse landen. Deze feiten komen ook nauwelijks ter sprake in de Vlaamse pers in overzichtsartikels over chemische wapens naar aanleiding van de herdenking van de Eerste Wereldoorlog. Het gebruik van gifgas door Saddam tegen Iran is een blinde vlek in ons collectief geheugen.

Gie Goris

De Rozentuin der Martelaren in Isfahan, Iran. “Altijd iemands vader, altijd iemands kind”

Selectieve verontwaardiging

De aanval met chemische wapens op het Iraaks-Koerdische dorpje Halabja is veel bekender dan al de aanvallen op Iraanse doelwetten. Bij die aanval kwamen ongeveer 5000 van de 50.000 inwoners om. De gruwelijke beelden gingen de wereld rond. De Koerden waren de slachtoffers, in de feiten en in onze perceptie, dit in tegenstelling met de Iraanse slachtoffers van de gifgasaanvallen. Iran was voor de meeste Westerlingen eind de jaren tachtig de baarlijke duivel, de te bestrijden vijand, en vandaag is dat nog niet veranderd.

‘Een dictatuur die ons bedreigt en de mensenrechten schendt’, klonk het. Iran is nog steeds geen rechtsstaat. De rapporten van Amnesty International over Iran zijn al decennia deprimerende lectuur. Open en eerlijke verkiezen zijn er niet – al is Iran wel stukken democratischer dan onze “bondgenoot” Saoedi-Arabië. In het Westen hoopte men dat Irak eind de jaren tachtig Iran zou verslaan en het Iraanse regime ten val zou brengen. Dus werden er op grote schaal wapens geleverd aan de Iraakse dictator Saddam Hoessein.

De Sovjet-Unie koos ook de kant van Irak en verkocht er massaal wapens aan. Bedrijven uit onder meer Nederland en Duitsland leverden Saddam grondstoffen voor de productie van chemische wapens waarmee zijn troepen duizenden Iraanse soldaten de dood injaagden. In het Westen wist men dat. Experts van de Verenigde Naties publiceerden er verontrustende rapporten over. Maar er kwam geen internationale veroordeling. Het Westen bewoog niet, ook ons land niet. 

De oorlog tegen vijand Iran was te belangrijk. Het gebruik van massavernietigingswapens werd door de bondgenoten van Irak door de vingers gezien. Pas na de gifgasaanval op het Koerdische Halabja kwam er een veroordeling door de Veiligheidsraad. Maar de resolutie veroordeelde niet alleen Irak voor het gebruik van chemische wapens, maar ook Iran! Terwijl Iran er geen gebruikt had.

De actualiteit van het verleden

Boden de Westerse landen, die een belangrijke verantwoordelijkheid hadden in de productie van die Iraakse gifgaswapens, ooit excuses aan Iran aan? Neen. Of kwamen er verontschuldigingen van landen zoals België die jarenlang het gebruik ervan geduld hadden? Neen, nooit.

Iran was en is een vijand van het Westen. Dus gelden er blijkbaar andere regels op het gebied van internationaal recht en politieke ethiek. Dus hoeven we die gifgasaanvallen en de slachtoffers ook niet te onthouden, laat staan te herdenken. Dus wissen we die weg uit ons collectief geheugen.

Iran is de vijand en dus gelden er blijkbaar andere regels op het gebied van internationaal recht en politieke ethiek

Wij in het Westen medeplichtig aan duizenden doden door massavernietigingswapens? Een ondraaglijke gedachte die we geband hebben uit onze herinneringen. Net zoals wij Belgen ook andere storende episodes uit onze geschiedenis naar de verste hoekjes van ons geheugen geband hebben.

Het uranium voor de eerste atoombommen op Hiroshima en Nagasaki kwam grotendeels uit Belgisch Congo en werd daarvoor met instemming van de Belgische regering gebruikt. De VS en het Verenigd Koninkrijk produceerden na de Tweede Wereldoorlog duizenden atoombommen op basis van uranium uit Belgisch Congo, dit met instemming van het Belgische politieke establishment. Who knows? Who cares?

Gifgas als toeristische opportuniteit

Bij de herdenking van de Eerste Wereldoorlog focust de Vlaamse regering op twee zaken. Op versterking van de Vlaamse natievorming en op business. De Vlaamse regering, met op de eerste plaats minister Geert Bourgeois, instrumentaliseert de herdenking om de rol van Vlaanderen in de Eerste Wereldoorlog extra in de kijker te zetten en het Belgische kader waarin de oorlog zich afspeelde te marginaliseren. Daarbij heeft hij blijkbaar de – impliciete - instemming van heel de Vlaamse regering.

Als Bourgeois dit vier jaar doorzet, gaan onze schoolkinderen tegen 2018 nog geloven dat het om een oorlog van Duitsland tegen Vlaanderen ging. Bovendien wordt een imago van “Vlaanderen Vredesregio” neergezet dat helemaal niet strookt met de realiteit en haaks staat op wat Vlaanderen deed en doet.

Tweede doelstelling van de Vlaamse regering is de herdenking commercieel maximaal te verzilveren. Toerisme Vlaanderen heeft een sleutelrol in de regie van de herdenkingen. Geschiedenisexperts komen er maar in de marge aan te pas. De herdenking van de Eerste Wereldoorlog enerzijds als geldmachine en anderzijds als collectief zelfbewierokingsmoment. Zie eens hoe goed en vredevol wij Vlamingen wel zijn!

Terwijl deze herdenking een prima gelegenheid zou kunnen zijn om als samenleving ook moeilijke thema’s aan te snijden. Om de vreemde vergetelheden in ons collectief geheugen te bestuderen en te bespreken. Waarom zijn sommige oorlogsslachtoffers belangrijker dan andere? Hoe komt het dat er geen maatschappelijk debat losbarst over het feit dat de Vlaamse regering massaal inzet op de promotie van “Vlaanderen Vredesregio”,  terwijl diezelfde Vlaamse regering bijvoorbeeld blijft uitvoervergunningen van wapens voor het Midden-Oosten blijft toekennen?

In Vlaanderen geassembleerde voertuigen werden door Saoedi-Arabië gebruikt om de volksopstand in Bahrein neer te slaan. Verontwaardiging?

De Saoedische Nationale Garde hielp begin 2011 om de Arabische lente in Bahrein neer te slaan. Dat gebeurde op een heel gewelddadige manier. Daarbij werden in Vlaanderen geassembleerde militaire voertuigen gebruikt. Ze waren naar Groot-Brittannië geëxporteerd om daar van pantsermateriaal te worden voorzien en vervolgens verder richting Saoedi-Arabië te gaan.

Een paar artikels in de pers, meer niet. Verder geen debat. Hoe kan dat? Omdat deze feiten niet passen in ons zelfbeeld? In onze collectieve illusie van Vlaanderen vredesregio, where the poppies blow. En dus heel snel verbannen worden uit onze blik, uit het maatschappelijk debat?

Een andere herdenking is mogelijk

De herdenking van de Eerste Wereldoorlog zou anders ingevuld kunnen worden. Zowel door de Vlaamse als de federale overheid. Ik geef hier een voorbeeld. Men zou een studiedag over slachtoffers van chemische wapens kunnen organiseren, niet enkel die bij ons in West-Vlaanderen 100 jaar geleden, maar ook die in Iran, Irak, Syrië en andere landen. Met extra aandacht voor de framing van de verhalen erover.

Waarom zijn sommige slachtoffers in publieke opinies belangrijker dan andere? Waarom ontbreken belangrijke gruwels in ons collectief geheugen? Hoe kunnen we voorkomen dat onze blik ook vandaag en morgen vervormd wordt en we dergelijke feiten niet zien of kunnen of willen zien? Wat is de rol van de media hierin? Welke strategieën ontwikkelen politici en belangengroepen om sommige zaken in ons collectief geheugen te prenten en andere juiste weg te laten?  Waarbij ook gefocust kan worden op andere landen. Het Iraanse regime aarzelt niet om de slachtoffers van de Iraaks-Iraanse oorlog te instrumentaliseren in haar eigen belang. Hoe kunnen actoren in de civiele samenleving die recuperatie ontkrachten?

Daarnaast zou de Vlaamse en / of de federale overheid ook slachtoffers van de gifgasaanvallen in Iran en Iraaks Koerdistan kunnen uitnodigen voor een herdenkingsplechtigheid van de Eerste Wereldoorlog. Waardoor we aan Iraniërs en Koerden uit Irak het sein geven dat hun omgebrachte jongens van 18, 19 jaar dezelfde respectvolle herinnering  verdienen als onze gesneuvelde jongens. Allen zijn ze slachtoffers van die verschrikkelijke massavernietigingswapens  die chemische wapens zijn.

In tegenstelling met de door de Vlaamse en federale overheid geplande herdenkingsactiviteiten, zou deze aanpak storend zijn. Het zou ons zelfbeeld een deuk geven, ons uit onze gezapige herdenkingscomfortzone halen. We zouden als land en regio in de spiegel dingen zien die we eigenlijk niet willen zien en die heel confronterend en appelerend zijn. Misschien is het naïef te verwachten dat overheden stappen in die richting zetten en is dit eerder een taak voor actoren met lef in onze civiele samenleving?

In Iranian Fields

Elk jaar wordt op 9 januari in Shalamcheh de chemische aanval op het Iraanse bataljon herdacht. Overlevenden van de aanval en families van de gesneuvelde soldaten komen er samen met duizenden rouwende Iraniërs de slachtoffers van de gifgasaanval herdenken. In 2009 was er een delegatie van Hiroshima aanwezig om eer te betuigen aan de slachtoffers van het gifgas, een krachtig en opmerkelijk statement dat de verbondenheid van de slachtoffers van de twee aanvallen met massavernietigingswapens symboliseerde.

Wie in ons land neemt het initiatief om op 9 januari 2015 op de herdenking in Shalamcheh aanwezig te zijn met een delegatie van nakomelingen van slachtoffers van chemische wapens in Flanders Fields 100 jaar geleden?

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Energie-expert, consultant & trainer

    Luc Barbé is zelfstandig consultant & trainer. Hij is energie-expert en schreef een boek over de betrokkenheid van ons land bij de ontwikkeling van kernwapens (“België en de bom”).

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.