Olivier Winants
“‘Het gevaar van angstparanoia voor onze fundamentele vrijheden’
Na de aanslag tegen Charlie Hebdo duurde het niet lang of staatsleiders verkondigden dat meer persoonsgegevenscollectie nodig was om terrorisme te bestrijden. Het veelgenoemde European Union Passenger Name Records (het verzamelen en opslaan van vliegtuiggegevens) is daarin het vlagschip. Nadat al passagiersgegevens werden doorgegeven aan de VS en Canada, wil de EU nu ook dat de gegevens van iedereen die in en uit de EU vliegt opgeslagen en uitgewisseld worden. Ga je morgen met het vliegtuig naar Spanje dan zal je met naam, eetgewoonten, en allerlei privégegevens genoteerd worden in de zoveelste databank.
Strategie van angst leidt tot ongelimiteerde surveillance
We weten wat de angst- en blinde repressiespiraal na 9/11 heeft nagelaten: Guantánamo Bay, Abu Graib en hun verschrikkelijke martelpraktijken, martelgevangenissen in Polen, Roemenië, Macedonië. Verder een resem aan de USA ‘Patriot Act’ geïnspireerde maatregelen, die een nooit geziene massaspionage van de eigen bevolking als gevolg hadden. Alle e-mails, het gsm-gebruik en surfgedrag van de ganse Europese bevolking werd vastgelegd. Het Hof van Justitie in Luxemburg vernietigde om die reden in april 2014 de Europese dataretentie-richtlijn die die massa-spionage toeliet.
Er is een berg aan bewijzen die de noodzakelijkheid en bruikbaarheid van dergelijke gegevensverzameling in de strijd tegen het terrorisme in vraag stelt. Ten eerste is er nooit afdoende aangetoond in welke mate deze maatregelen echt het waarborgen van onze veiligheid beogen. De Europese mensenrechtenverdragen stellen nochtans duidelijk dat elke maatregel die een serieuze inbreuk op onze rechten inhoudt, zoals privacy, moet aantonen dat de maatregel noodzakelijk is om het beoogde doel te bereiken en dat minder indringende maatregelen niet voorhanden zijn. De Europese wetgever heeft dit bewijs nooit geleverd.
Geen enkele van deze ‘privacy-waakhonden’ vond afdoende bewijs dat een EU PNR-maatregel ook effectief zou helpen in het bestrijden van terrorisme.
Verder hebben de Europese privacy-commissarissen grote vraagtekens bij deze groteske maatregelen, voornamelijk omdat zij meer afbreuk doen aan onze mensenrechten dan dat ze deze zouden beschermen. Geen enkele van deze ‘privacy-waakhonden’ vond afdoende bewijs dat een EU PNR maatregel ook effectief zou helpen in het bestrijden van terrorisme. Ook het reeds vermelde arrest van het Hof van Justitie vond het niet kunnen dat elke burger behandeld werd als een verdachte, een regelrechte aantasting van het vermoeden van onschuld.
Diverse terroristische aanslagen (Toulouse, Boston, de aanslag op Theo van Gogh, Joods cultureel centrum in Brussel, Charlie Hebdo …) hebben allen één ding gemeen: de daders waren al gekend of stonden op ‘watchlists’ van politie- en staatsveiligheidsdiensten. De gegevens waren beschikbaar. Het is dus niet een kwestie van meer gegevens verzamelen. Bovendien bestaan er vandaag al tal van politionele en judiciële maatregelen die toelaten om verdachten te monitoren zoals aftap van telefoon of internet, huiszoeking, schaduwen. De politieactie in Verviers was opgebouwd op die bestaande operationele maatregelen.
Het gevaar van EU PNR
Waarom zijn ‘EU PNR’-achtige maatregelen gevaarlijk?
Een sprekend voorbeeld: in mei 2009 werd een vlucht van Ibéria tussen Madrid en Caracas, met aan boord een officiële parlementaire delegatie van het Europese Parlement, aan de grond gehouden in Miami waar de vlucht een tussenstop maakte. Een politieke adviseur van de politieke fractie Europees Verenigd Links werd brutaal en zonder informatie van boord gehaald, en dertig uur lang ondervraagd, opgesloten en ruw behandeld, en dat alleen omdat hij deel uitmaakte van een linkse partij die op een officiële visite was naar het Wereld Sociaal Forum. Er werd hem nergens een advocaat ter beschikking gesteld noch enige formele verdenking meegedeeld.
Na al die jaren heeft de man nog steeds geen formele verdenking of informatie verkregen, noch toegang tot enig rechtsmiddel om die beslissing aan te vechten
Na 30 uur werd hij terug naar Madrid gestuurd, en sindsdien staat hij op de blacklist van de Department of Homeland Security (DHS) van de VS, wat betekent dat hij dat land niet meer in mag, en dit voor onbepaalde duur, en dat elke vliegtuigmaatschappij die een traject over of naar de USA heeft, zijn boarding zal weigeren. Na al die jaren heeft de man nog steeds geen formele verdenking of informatie verkregen, noch toegang tot enig rechtsmiddel om die beslissing aan te vechten, ondanks dat het Europese Hof voor de Rechten van de Mens duidelijk gesteld heeft dat zelfs de vage noemer ‘nationale veiligheid’ op zich nooit mag betekenen dat toegang tot een eerlijk proces ontzegd wordt.
Er bestaan meerdere soortgelijke verhalen van anti-terroristische ‘blacklisting’-maatregelen, zoals het bevriezen van de bankrekening of het opleggen van een reisverbod. Dit heeft schrijnende effecten, zoals families die gedoemd zijn te leven op aalmoezen van buurtbewoners, of mensen die verboden worden aanwezig te zijn op de begrafenis van een ouder of kind in een ander land.
En nogmaals: in het grootste deel van deze gevallen is er nooit enig formeel bewijs geleverd dat deze mensen links hebben met terrorismenetwerken. Vaak worden ze op een blacklist gezet door geautomatiseerde systemen, en nog vaker zijn de ‘hits’ waarop ze gescand worden enkel gebaseerd op hun achternaam, of hun behoren tot een etnische of religieuze groep wat ook nog wettelijke bezwaren oplevert wegens het discriminatieverbod.
Het echte gevaar zit ook nog dieper, zoals onlangs pijnlijk duidelijk werd in het Verenigd Koninkrijk. Daar gebruikte premier Cameron de wet op het antiterrorisme in een poging om de wereldbefaamde krant The Guardian het zwijgen op te leggen, nadat die artikelen publiceerde van Edward Snowden, die de massaspionage door de Britse overheid blootlegde in het GCHQ-schandaal. Bitter is de ironie: dezelfde Cameron belooft na de aanslag in Parijs in naam an de vrije meningsuiting het terrorisme nog harder aan te pakken.
Andere schrijnende voorbeelden zijn legio: mensen die aangehouden worden voor het bespotten van overheden in Facebook-posts, of die geboeid worden weggevoerd naar het politiekantoor voor het melden op sociale media dat ze willen meedoen aan een overheidsprotest. Dit speelt zich vandaag af in Europa .
Het echte debat wordt versluierd: meer nood aan preventieve sociale aanpak
Het Fundamental Rights Agency (FRA) van de Europese Unie presenteerde begin 2014 een interessant rapport dat besloot dat het risico op gewelddadig radicaal gedrag de sterkste link heeft met een persoonlijke geschiedenis van uitsluiting en discriminatie, ongeacht de religieuze of etnische achtergrond. Anders gezegd: moslimgemeenschappen zijn niet inherent meer gewelddadig, zoals door sommige politici beweerd wordt De grootste risicofactor voor geweld is de sociale uitsluiting en discriminatie ervaren tijdens de jeugd.
Lees het FRA-rapport Experience of discrimination, social marginalisation and violence
Dit mag niet als een verrassing komen voor de welvoelende mens die niet uit is op onmiddellijke polarisatie. Die vaststelling is van groot belang voor de politieke keuzes die nu gemaakt worden. Er is dringend meer publieke investering nodig in het groter maken van het sociaal vangnet voor de minderbedeelden in onze maatschappij, een groep die helaas steeds groter wordt. Haaks hierop staat het harde hakbijlbeleid van onze huidige NVA-VLD-CV&V-RW regering, die zware klappen toedeelt aan de sociale zorgsector.
Nog los van de ethische dimensie in deze ideologische keuze, is dit een beleid van dweilen met de kraan open. Aan de ene kant het sociaal weefsel uithollen, met een politiek die meer dan ooit kil en onsolidair is. Aan de andere kant een beleid van meer polarisatie, differentiatie en nauwelijks verholen discriminatie. We creëren vandaag de dag van morgen. In die kilte van vandaag wordt een nieuwe generatie grootgebracht, die zich verworpen voelt door haar omgeving, die telkens gewezen wordt op het ‘anders-zijn’, die nergens een thuis krijgt. Die zo een gemakkelijke prooi is voor terroristische groeperingen.
Een ander antiterreurbeleid kan niet gestoeld zijn op de valse tegenspraak tussen veiligheid en vrijheid. Evenmin kan enkel repressie een antwoord zijn. De weg naar een warme, sociale en veilige toekomst kan enkel vertrekken vanuit solidariteit. Duisternis kan nooit duisternis verbannen, zoals Martin Luther King zei. Enkel het licht kan dat.
Olivier Winants is juridisch adviseur voor Europees Links in het Europees Parlement en medewerker van de studiedienst van de PVDA+.