Kleine ondernemingen betalen de rekening van TTIP

Het Europees Parlement stemt op woensdag 8 juli een eerste resolutie over de onderhandelingen voor een handels- en investeringsverdrag met de Verenigde Staten (TTIP). Voorstanders wekken de indruk dat kleine ondernemingen er beter van zullen worden. Het tegendeel is waar, zegt Bart Staes. Waarom vertelt UNIZO dat niet aan zijn leden?

  • Greensefa (CC by 2.0) Greensefa (CC by 2.0)
  • Greensefa (CC by 2.0) Greensefa (CC by 2.0)

H

et Europees parlement stemt op woensdag 8 juli een eerste inhoudelijke resolutie over de stand van zaken rond de onderhandelingen over een handels- en investeringsverdrag met de Verenigde Staten (TTIP), dat de Europese Commissie namens u en mij onderhandelt sinds de zomer van 2013.

Regelgeving die mens en milieu beschermt, vormt “onnodige handelsbarrières” die dienen te worden “opgeruimd”. Waarvan akte.

Dat er ideologische verschillen bestaan over de voor- en nadelen van mondiale vrijhandel, tot daar aan toe. Het heersende neoliberale politieke krachtenveld aan weerszijden van de Atlantische Oceaan dat TTIP uit alle macht wil, noemt regelgeving die mens en milieu beschermt, zoals bijvoorbeeld het “voorzorgsprincipe” letterlijk “onnodige handelsbarrières” die dienen te worden “opgeruimd”. Waarvan akte.

Ze mogen deze verwerpelijke mening koesteren, maar ik vind het gezien de potentiële impact van TTIP onacceptabel en democratisch onfatsoenlijk dat zij, om hun gelijk te halen, cijfers en argumenten manipuleren verdraaien en daarmee bewust burgers om de tuin leiden. Zo verkondigen de Commissie en voorstanders van het vrijhandelsakkoord met regelmaat van de klok dat ‘TTIP goed is voor onze KMO’s’ en zal zorgen voor “groei en jobs”.

Zélfs het fel gecontesteerde private arbitrage mechanisme ISDS - dat de facto multinationals de kans biedt landen juridisch aan te vallen als wetgeving hun winsten  inperken - zou goed zijn voor KMO’s. Uit de cijfers, het doel en het verloop van de TTIP-onderhandelingen blijkt dat dit pertinente onzin is.

Ik roep de Vlaamse KMO-organisatie Unizo op  de volgende feiten te erkennen en zich kritischer op te stellen ten opzicht van TTIP.      

Enorme risico’s 

Begin mei sprak een breed front van middenveldorganisaties en vakbonden zich uit tegen TTIP. In La Libre Belgique sloot Arnaud Deplae, directeur van de studiedienst van de Waalse middenstandsorganisatie UCM, zich aan bij de kritiek. Hij zei dat de risico’s voor kmo’s “enorm” zijn.

Ook de werkgeversorganisatie Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) is ongerust: “Het akkoord biedt vooral voordelen voor de grote exporterende bedrijven. Voor onze leden, micro-ondernemers en kmo’s die niet uitvoeren, zie ik niet meteen voordelen”, zegt NSZ-voorzitter Christine Mattheeuws. “Zij lopen bovendien het risico dat ze verdrukt zullen worden door multinationals.”

‘Micro-ondernemers en kmo’s lopen het risico dat ze verdrukt zullen worden door multinationals.’ - Christine Mattheeuws

Dezelfde dag nog reageerden de werkgeversorganisaties -VBO, Unizo, Boerenbond, Voka, UWE en BECI - met een gezamenlijke reactie op de kritiek, waarin ze hopen dat de lopende onderhandelingen uitmonden in ‘een ruim, ambitieus en evenwichtig akkoord’.

Ambitieus zal het zeker zijn, maar dan eerder in de zin van megalomaan. De psyche van veel beleidsmakers is er op gericht altijd ‘groot, groter, grootst’ te denken. Ze zijn al trots als een of andere multinational komt investeren in hun kiesdistrict. Nochtans zijn het net de kleine bedrijven die zorgen voor bijna 70% van de tewerkstelling in België (en de EU) en 57% van de toegevoegde waarde.

Studies van de Europese Commissie tonen dat KMO’s tussen 2002 en 2010 verantwoordelijk waren voor 85% van de nieuwe banen. Tja, een KMO dat is toch net iets minder spectaculair, daar kom je als politicus niet zo snel mee op het TV-journaal.
 
Vorige week nog kwam de Duitser Hans-Jürgen Völz van de Duitse KMO-koepel BVMW op een door de groenen georganiseerde TTIP-conferentie verklaren dat “de TTIP-onderhandelingen de belangen van KMO’s onvoldoende in overweging nemen” en dat ‘de Europese Commissie en Business Europe meer gefocust zijn op multinationals”. Om eraan toe te voegen dat “consumentenbescherming ook problematisch is in het kader van TTIP’.

KMO-export naar VS

Exporteren onze Belgische KMO’s naar de VS? Amper. Uit cijfers van Eurostat blijkt dat tussen de 0,4% en 0,6% van de KMO’s exporteren naar de VS. De variatie is toe te schrijven aan het feit dat men van 1103 bedrijven in de Eurostat-gegevens niet weet welke grote het bedrijf heeft. Deze export vertegenwoordigt tussen de 0,2% (!) en 2% van de totale omzet alle KMO’s (bedrijven met minder dan 50 werknemers).

Bovendien gebeurt 80% van de export tussen de EU en de VS binnen vijf economische sectoren: de chemische sector, de transportsector, elektrische en optische apparatuur, machines en voedingsproducten (met inbegrip van dranken en tabak).

Greensefa (CC by 2.0)
 
Greensefa (CC by 2.0)

Al deze sectoren worden gedomineerd door grote multinationale bedrijven. De handel naar landen buiten de EU is al sterk geconcentreerd en deze concentratie neemt jaar na jaar toe. In 2011 waren slechts 87 in België gevestigde bedrijven (waarvan een onbekend aantal dochterbedrijven van multinationals) verantwoordelijk voor 50% van de goederenuitvoer naar de VS. Dat blijkt uit een rapport van de Nationale Bank van België (p.32).

Onze KMO’s werken vooral voor de Belgische markt en hun export is gericht op Europese landen.

De push voor TTIP komt van de belangenvertegenwoordigers van multinationals als ‘Business Europe’ en ‘The American Chamber of Commerce’. Het is voor hén dat Europese en Amerikaanse leiders zo ijverig werken. Het zijn zij die de politieke agenda steeds meer zijn gaan bepalen, de befaamde lobby’s weet u wel?

Beweren dat TTIP goed zou zijn voor Europese KMO’s is dan ook een schijnargument. Onze KMO’s werken vooral voor de Belgische markt en hun export is gericht op Europese landen. Zij hebben geen nood aan TTIP maar wel aan een betere  toegang tot kredieten, een goed functionerende Europese interne markt met eerlijke belastingen voor iedereen, zoals ook Deplae recentelijk verklaarde.

De oneerlijke concurrentie tussen grote multinationals en KMO’s zal dankzij TTIP juist verder toenemen omdat een slecht gereguleerde markt leidt tot concentratie van marktaandeel en macht, waarbij schaalgrootte vaak de kleine vissen verdrukt. De hele onderhandelingsagenda van TTIP is daarbij duidelijk gebaseerd op de wensen van ‘big business’.  

Private arbitrage 

De voorstanders van TTIP aarzelen niet om cijfers te manipuleren, ook als het gaat om het private arbitrage mechanisme ISDS. Dat blijft één van de grootste twistpunten in het TTIP-debat. Het lokt veel maatschappelijk protest uit en het is een motor van het verzet tegen TTIP. Dat was meteen ook de reden waarom de sociaaldemocratische EP-voorzitter Martin Schultz een eerdere TTIP-stemming uitstelde. Met een fake ISDS-compromis manipuleert hij nu ook de stemming van door te doen of het niet langer om private arbitrage zou gaan.

In een zogenaamde factsheet over ISDS springt de Europese Commissie flink creatief om met cijfers.

Er wordt flink gegoocheld met cijfers. Zo beweerde mijn Open VLD-collega Philip Debacker op tijdens de Zevende Dag met een droge blik in de ogen dat van alle ISDS-zaken slechts 8% wordt aangespannen door multinationals. Hij haalt dat cijfer waarschijnlijk uit een zogenaamde factsheet over ISDS die in maart 2015 werd gepubliceerd door de Europese Commissie. Daar wordt flink creatief omgegaan met cijfers. De commissie baseert zich op onderzoek van de OESO. Wat lezen we daar? Iets heel anders.

De OESO schrijft dat ‘bijna de helft van alle ISDS zaken worden aangespannen door middelgrote en grote multinationale bedrijven (die variëren van enkele honderden tot enkele tienduizenden werknemers). De extreem grote multinationals - de UNCTAD top honderd van grootste bedrijven - zijn goed voor 8% van alle ISDS zaken.’ Dat is al heel wat anders dan zeggen dat slechts 8% van de zaken wordt aangespannen door multinationale bedrijven.

Wat ik me afvraag, is waarom zowel de Europese Commissie als politici als De Backer het aandeel van multinationals in dit soort arbitrage willen afzwakken? Beseffen ze misschien dat dit arbitragemechanisme niet strookt met het algemeen rechtvaardigheidsgevoel van burgers? Beseffen ze dat ISDS een mobiliserend effect heeft tegen TTIP?

In de studie waaruit de Europese Commissie citeert, lezen we ook dat over 30% van de ISDS cases die men bestudeerden er onvoldoende gegevens zijn om uitspraken te doen.

ISDS is niet weggelegd voor onze KMO’s. Een ISDS-zaak kost gemiddeld zo’n 7 miljoen euro.

Wanneer we dit aandeel buiten beschouwing laten, krijgen we een heel ander beeld: 69% van de zaken werden aangespannen door multinationals, waarvan meer dan 1 op 10 van de zaken werd aangespannen door één van de 100 grootste multinationals ter wereld en slechts 31% van de betwistingen werd aangespannen door individuen en kleinere bedrijven. De studie laat echter niet toe om iets te zeggen over het aandeel KMO’s, we weten enkel dat deze ‘kleinere’ bedrijven minder dan “enkele honderden” werknemers hebben en “beperkte internationale activiteiten”.

Er is echter een tweede feit dat doet vermoeden dat ISDS niet meteen is weggelegd voor onze KMO’s. Dezelfde OESO-studie berekende dat een ISDS-zaak gemiddeld 8 miljoen dollar kost, omgerekend zo’n 7 miljoen euro. Dit is een immens bedrag als je weet dat de gemiddelde omzet van onze KMOs lager ligt dan 800 000 euro per jaar.

Hans-Jürgen  Völz, hoofd van de duitse KMO-organisatie BVMW beaamt dat ‘Europese KMO’s veel barrières hebben om ISDS te gebruiken’ en dus een economisch nadeel ondervinden als ISDS deel uitmaakt van TTIP.

Völz wees er ook nog fijntjes op dat het vaak aan Chambers of Commerce, de belangenorganisatie van Amerikaanse big business-gelieerde topadvocaten zijn die multinationals helpen bij het opstarten van die ISDS-zaken én dat dat er in 2014 met 608 ISDS zaken een nieuw record werd gebroken.

Uit gegevens van de OESO blijkt inderdaad dat het aantal ISDS-zaken sinds het begin van deze eeuw zeer fors toenam. Terwijl investeerders dit soort bescherming eigenlijk helemaal niet nodig hebben. Europa en Amerika zijn toch geen bananenrepublieken? Beide continenten beschikken toch over een betrouwbaar gerechtssysteem? Bovendien stelde econoom Terra Lawson-Remer van het ‘Brookings Institution’ dat bedrijven om zich te beschermen gewoon politieke rechtsbeschermingsverzekering kunnen afsluiten. Daar hebben we dus geen TTIP voor nodig.

De Backer en co zijn dus voorstander van het feit dat Philip Morris veel landen heeft aangeklaagd omdat die een strenge tabakswetgeving hebben goedgekeurd.

Het moge duidelijk zijn dat een overheid wel twee keer zal nadenken wanneer het publieke belangen zoals onze gezondheid of het milieu wil beschermen, wanneer een multinational er mee kan dreigen het land met een miljardenclaim voor een private rechtbank te slepen. ISDS zal dus zorgen voor een zogenaamde ‘regulatory freeze’: wetten die publieke belangen in de toekomst willen beschermen, zullen moeilijker tot stand komen of worden uitgesteld. Daar zijn in de EU en elders al diverse verschillende voorbeelden van.

Maar De Backer en co zijn dus voor ISDS en dus voorstander van het feit dat Philip Morris veel landen heeft aangeklaagd omdat die een strenge tabakswetgeving hebben goedgekeurd. Of omdat Vattenfal, het Zweedse energiebedrijf, Duitsland aanklaagt en 3,7 miljard eist wegens de kernenergie-uitstap. Dat is zijn goed recht. Maar dan moet men de cijfers correct gebruiken wanneer ze op TV burgers komen ‘geruststellen’.

Regelgevende samenwerking

Regelgevende samenwerking is nog zo’n mechanisme dat onderhandeld wordt in TTIP maar niet in het voordeel is van KMO’s. Het zal echter wel leiden tot wel degelijk leiden het verlagen van onze standaarden en regelgeving op het gebied van voedselveiligheid, milieu en volksgezondheid. Dit ontkennen is ofwel uitermate naïef ofwel een doelbewuste strategie van de TTIP-evangelisten.

Het bureaucratisch en post-democratisch “regelgevend samenwerkingsorgaan” garandeert een maximale betrokkenheid van “belanghebbenden” (lees: lobbyisten).

Het zal er voor zorgen dat de democratische besluitvorming verder wordt aangetast in het voordeel van multinationals. Het goedkeuren van progressieve Europese wetgeving die het algemene belang beschermt, zal zwaar onder druk komen te staan. Wetsvoorstellen zullen immers nog vóór ze worden voorgesteld aan democratisch verkozen parlementen, eerst moeten passeren langs een zogenaamd ‘regelgevend samenwerkingsorgaan’ (‘regulatory cooperation body’).

Handelstechnocraten zullen daar via een eenzijdige kosten-baten-analyse beoordelen of een bepaald wetsvoorstel al dan niet ‘onnodig handel en investeringen belemmert’.

Dit bureaucratisch en post-democratisch orgaan kan ongelimiteerd impactanalyses aanvragen en garandeert een maximale betrokkenheid van “belanghebbenden” (lees: lobbyisten). Toekomstige wetgeving zal dus eerst gescreend worden door lobbyisten, voor er een voorstel van wet wordt neer gelegd bij de democratische instellingen.

Het zijn opnieuw niet de KMO’s en het maatschappelijke middenveld die het geld en de middelen hebben om hun visie te verstrekken aan dit regelgevende orgaan. Grote multinationale bedrijven en lobbykantoren met voldoende kapitaal kunnen dat wel. Grote bedrijven verwerven zo een plaats in de cockpit van het wetgevende proces. Wetgeving zal onnodig vertraagd of zelfs voorkomen worden. Politieke debatten moeten op transparante wijze plaatsvinden in parlementen, niet in afgesloten bureaucratische fora.

Economische groei en jobs

In de laatste categorie ‘hoe te manipuleren met cijfers?’ is er tenslotte de heilige koe genaamd ‘economische groei’. Zelfs als we ervan uit gaan dat TTIP niet op de maat van KMO’s wordt onderhandeld, maar dat de jobs er zullen komen voor de multinationals, dan nog zal TTIP op het gebied van jobcreatie de mooie belofte niet kunnen waarmaken. Wel integendeel.

De voorstanders van TTIP zeggen dat dit handelsakkoord elk Europees huishouden 545 euro per jaar zal opleveren en waarschijnlijk zal leiden tot de ‘creatie van miljoenen banen’ in de VS en in Europa. Dit is klassiek boerenbedrog.

Dit betekent eenvoudigweg dat we de helft van onze Europese en nationale wetgeving moeten gelijkschakelen met deze van de Verenigde Staten.

De mooie economische groeicijfers waarmee de Europese Commissie zwaait, gelden enkel in het scenario dat er een ‘maximaal en ambitieus akkoord’ wordt bereikt. Daarvoor zullen we niet alleen alle handelstarieven moeten afschaffen, maar ook 50% van alle zogenaamde ‘niet-tarifaire barrières’. Dit betekent eenvoudigweg dat we de helft van onze Europese en nationale wetgeving moeten gelijkschakelen met deze van de Verenigde Staten.

Deze cijfers gelden bovendien pas voor het jaar 2027 en houden geen rekening met de extra kosten die de verschuivingen in de arbeidsmarkt (tijdelijke werkloosheid, herscholingen etc.) met zich mee zullen brengen. Deze kosten zouden over tien jaar kunnen oplopen tot 60 miljard euro. Dit zijn kosten die gedragen worden door alle belastingbetalers.

De studies de werden uitgevoerd in opdracht van de Commissie zeggen daarbij opvallend niets over eventuele jobcreatie. Het economische model dat men gebruikt laat dat niet toe. Wanneer de pleitbezorgers van TTIP dus spreken over de creatie van miljoenen banen moet men goed beseffen dat het gaat om ‘gesofisticeerd giswerk’, aldus de onderzoeksdienst van het Europees Parlement.

Als men toch voorspellingen wil doen over het werkgelegenheidseffect van dit soort vrijhandelsakkoorden kunnen we leren uit het verleden. Toen in 1994 het vrijhandelsakkoord tussen de VS, Canada en Mexico (NAFTA) in werking trad, beloofde President Clinton dat het in de VS zou leiden tot 200.000 nieuwe banen. In realiteit heeft men in de VS een speciaal fonds moeten oprichten om de miljoenen Amerikaanse werknemers te ondersteunen die wegens NAFTA werkloos werden.

Het Economic Policy Institute berekende dat dit handelsakkoord zorgde voor een verlies van maar liefst 682.900 banen in de Verenigde Staten alleen. Bovendien heeft het ook gezorgd voor een neerwaartse druk op de lonen in zowel de VS, Canada, als Mexico.”

Stemming 

Wat is nu het belang van de stemming  in het Europees parlement? De 28 lidstaten van de EU gaven een mandaat aan de Europese Commissie voor deze onderhandelingen. Als de Commissie tot een akkoord komt met de VS, dan moeten de lidstaten (de Raad) en het Europees Parlement akkoord gaan met het eindresultaat voordat het verdrag in werking kan treden.

Eurocommissaris voor Handel Cecilia Malmström, moet zich dus verzekeren van voldoende steun van de lidstaten en het Europees Parlement tijdens de onderhandelingen. Het Europees Parlement stemde in 2012 nog tegen het ACTA-verdrag nadat er een verdragstekst voorlag.

In deze context stelde het Europees Parlement dus een resolutie op die aangeeft hoe TTIP er volgens het Parlement zelf uit zou moeten zien. Dit geeft een idee aan de Europese Commissie welk onderhandelingsresultaat acceptabel zou zijn voor het Parlement en wat de prioriteiten in de onderhandelingen volgens het Europees Parlement zouden moeten zijn.

De resolutie is zelf niet bindend, maar als de Europese Commissie deze negeert, dan riskeert ze dat een meerderheid van het Europees Parlement het verdrag aan het eind van de rit afkeurt. Het EP mag dan trouwens alleen maar ‘Ja’ of ‘Nee’ stemmen, het is maar dat u het weet.

Bart Staes is Europees Parlementslid voor Groen, dat vandaag de brochure ‘Foute handel: Mythes over TTIP’ publiceert, waarin de partij haar verzet tegen TTIP argumenteert.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.