Oprispingen bij de transitieconferentie

Steven Desanghere

21 januari 2009
Opinie

Oprispingen bij de transitieconferentie

'Op 10 januari 2008 vond aan de Universiteit van Tilburg een conferentie plaats over een omslag naar een meer duurzame en solidaire economie', staat er te lezen in de Verklaring van Tilburg. (1). Dit was een jaar geleden.

De Verklaring van 2008 stelde: “Wij, burgers van Nederland en Vlaanderen, en van Europa, roepen op tot een ingrijpende heroriëntering van onze economieën. Wij worden gemotiveerd door de snel gegroeide urgentie van wereldwijde vraagstukken als de klimaatverandering en de uitputting van de aarde, de blijvend wijdverbreide armoede en de toenemende mondiale ongelijkheid. Die urgentie dwingt ons om de noodzakelijke transitie aan de orde te stellen van alle rijkere economieën, dus ook die van België, Nederland en Europa.”
En verder: “voor de noodzakelijke matiging van het materiële verbruik door bedrijven en gezinnen zullen beperkingen van de personele en bedrijfsinkomens onontbeerlijk zijn” en “Tegelijk was duidelijk dat in de economieën van het Noorden in materiële zin (dus in termen van het verbruik van materiaal, ruimte en fossiele brandstoffen) krimp moet plaatsvinden”.
Ik was er toen niet bij, maar de toenmalige analyse, voordat de kredietcrisis in Europa in alle hevigheid losbarste, was er één om duimen en vingers bij af te likken. Eindelijk een gezamenlijke, serieuze en diepgravende ontmaskering van een waanzinnig economisch wereldsysteem waar zovele basisbewegingen zich al zolang vragen over stelden. Eindelijk zouden termen als ‘décroisssance’, ‘groeikrimp’ enz een grotere weerklank vinden. Alhans zo dacht ik.
Vorige week vrijdag schreed ik dan ook vol verwachting naar de opvolgconferentie, deze keer in Antwerpen, met VODO, het Vlaams Overleg Duurzame Ontwikkeling als gastheer.
In een poepsjiek decor kregen we eerst een begeesterende toespraak van Wolfgang Sachs te horen, die ons nogmaals met de neus op de feiten drukte: onze wereld moet NU een radicale omslag maken, want de parameters zien er niet zo goed uit. Dematerialisation, solarisation, selflimitation! No ecology without equity! No equity without ecology! Cool.
Vervolgens was er een debat tussen enkele (voornamelijk oudere) heren, met enkele leuke uitschieters, maar het was duidelijk dat het hier vooral al ging om heren die meestal nauw verweven zijn of waren met het Belgisch/Nederlandse (non)beleid, dus schuifelde het discours tussen cynisme (“de burger wil en het niet en wij kunnen hen toch niet verplichten”), reformisme (“als de staat nu eens wat groenere overheidsuitgaven doet”) en je reinste staatspropaganda (“de Nederlandse overheid doet er alles aan om duurzaam te zijn”).

Huzarenstukje

Een congres voor meer dan tweehonderd mensen organiseren, de helft Vlaams en de andere helft Nederlands, is een huzarenstukje. Redelijk wat ruimte laten voor interventies vanuit het publiek en dit fijn modereren is niet gemakkelijk, maar werd toch tot een goed einde gebracht. Al die mensen naar zes verschillende workshops leiden ten einde zoveel mogelijk participatie los te weken, is een geslaagde formule.
Misschien zat ik gewoon in de verkeerde workshop. Ik had ‘productnormering’ uitgekozen. Dit werd ingeleid door Frieda de Koninck van de Belgische Schone Klerencampagne, en Anne van Schaik van het Nederlandse Milieudefensie, die het vooral had over de greenwashingstrategieën van Shell. En wat ik daar meemaakte, was voor mij een beetje emblematisch voor de rest van het congres. Hier zaten namelijk twee vrouwen, met hun hart en voeten jarenlang in de harde realiteit van uitbuiting en vervuiling, die twee ijzersterke analyses maakten van wat er zoal misgaat op mondiaal sociaal en ecologisch vlak.
Deze activistes zitten tegelijkertijd met hun mond en hoofd al jaren aan de tafel met beleidsmakers, en wat zij als alternatieven voorstelden kwam mij spijtig genoeg vaak nogal slapjes over. Dat krijg je wellicht als je met je radikale analyses wordt gevraagd om ‘realistische’, ‘werkbare’ tegenvoorstellen te maken.
En ‘realistisch’ wil binnen de Europese context spijtig genoeg meestal zeggen: binnen de economische lijntjes, binnen de manouvreermarges van de instituties, met respect voor het overlegmodel en zonder op de zere teentjes te trappen van politieke meerderheden. Zie ik het mis, of te zwart in? Misschien wel.

Business as usual

De uitkomst van de workshop was een pleidooi voor voorzichtige certificering van producten uit de Derde Wereld, blijkbaar zonder fundamentele vragen over de nood aan meer kleinschaligheid, meer lokale productie, het op termijn willen opheffen van de immense exporteconomieën in de Derde Wereld, wegens sociaal en ecologisch nefast voor het overgrote deel van de bevolking.
Certificering van producten op zich is een mogelijke eerste stap naar een duurzamer wereld, maar de bestaande certificeringen blijken in de praktijk vooral de ‘business as usual’ verder te zetten, en daar ontbrak het mij aan kritische reflectie. (2)
Na de workshops was het tijd voor het slotdebat, wat ik nogal flauwtjes vond, althans naar mijn hooggespannen verwachtingen toe. Ik voelde mij er al vlug veel te radikaal. Wat wil je met een panel dat bestond uit een lieve Hollandse professor (de Beer), die altijd netjes zijn beurt afwachtte en dus maar weinig aan bod kwam, een kersverse directeur van Greenpeace België (te bescheiden of onervaren om veel te zeggen), en twee politici (Bart Martens van de SP.a en Tinne Vanderstraeten van Groen!), die elkander voortdurend de loef wilden afsteken om hun groene ‘verwezenlijkingen’ en ideeën te verspreiden en duidelijk beiden de gunst van het publiek wilden afdwingen.
Moderator Dirk Barrez trachtte geregeld het niveau wat op te tillen en op zoek te gaan naar meer fundamentele (radikale?) standpunten die iets meer van de urgentie (de ‘oorlog’ zoals hij het noemde) uitgingen, maar tevergeefs. Tot veel meer dan microdiscussies over kilometerheffingen voor Belgische auto’s kwam het niet. De aanwezige intelligentie, de accomodaties, de voorbereidingen en het hongerende publiek ten spijt…
Draag ik dit congres nu ten grave? Bijlange niet! Er werden die dag schitterende ideeën geuit, er was enorm veel goesting bij het publiek, en de organisatie was zeer puik.
Waar ik mij wel zorgen over maak is de koers die het congres in de toekomst wil varen. De verklaring van Tilburg lijkt mij veel radikaler (3) dan het discours dat ik in nu Antwerpen te horen kreeg. Alsof men ‘salonfähiger’ wil worden, meer serieus wil worden genomen. Komt dit door het stempel van gastheer VODO, dat uiteindelijk afhankelijk is van de Vlaamse en Europese overheid, of door het statusquo-discours die enorm veel mensen uit het beleid en de klassieke ngo-wereld aanhangig zijn, vaak zonder het zich nog bewust te zijn.

Wie fundamenteel analyseert, en de economische orde in vraag stelt, wordt door pers, publiek, overheid en vooral bedrijfsleven nog altijd niet serieus genomen.

Economische omslag

Wie wil nadenken over een economische omslag, wordt immers geconfronteerd met harde en zachte weerstanden.
Wie fundamenteel analyseert, en de economische orde in vraag stelt, wordt door pers, publiek, overheid en vooral bedrijfsleven nog altijd niet serieus genomen. Je bent dan een primitivist, communist, terrorist of je ziet gewoon spoken.
Wie daarentegen op de proppen komt met zachte mediacampagnes, consumenten aanspoort om evenveel maar ‘anders’ te consumeren, het bedrijfsleven vraagt om lauwe certificaatjes te produceren, de overheid lief vraagt om ecotoiletpapier aan te kopen, die wordt doodgeknuffeld.
Deze laatste weg is de weg van de minste weerstand, enorm moeilijk om aan te weerstaan, maar spijtig genoeg een weg die heel weinig effectief is, en de urgentie, de ‘oorlog’ zo je wil, eigenlijk botweg negeert.
In deze weg verdwijnen een aantal fundamentele zaken duidelijk naar de achtergrond. In Antwerpen werd dan ook niet meer echt gepraat over groeikrimp, of over daadwerkelijke solidariteit met het zuiden, of over de perversies van het hedendaagse kapitalisme en haar trouwe instituties. Over het verraad van nationale regeringen en het gebrek aan kritiek hierop vanuit het gros van de ngo-wereld. Over de hemeltergende rol van de massamedia.
Er werd mijns inziens te weinig ‘out of the box’ gedacht.
Ook het woordje antikapitalisme is geen enkele keer gevallen.
Een laatste gegeven leek mij de heersende stroming om voor de meeste problemen naar boven te kijken. Men ‘vraagt’ overheden om groener/socialer te zijn, met vraagt juristen om te kijken hoeveel duurzame marge er nog is binnen de bestaande economische wetgevingen, met vraagt de media en de wetenschap om ook wat mee na te denken en men vraagt de industrie om tot inkeer te komen. Heel wat deelnemers lijken op het eerste zicht niet zo tuk om meer vanuit de grassrootsfilosofie na te denken. Wat bijvoorbeeld met de basisbewegingen? Wat met directe acties in het Noorden, massabewegingen in het Zuiden?
Het publiek was overwegend academisch, ouder en blank, de panels, op één uitzondering na, mannelijk. Niks op tegen, en alle sympathie hiervoor, maar als de conferentie de volgende jaren wil verbreden, moet ze misschien maar eens nadenken over volgende paradox: “Hoe kun je een radicale omslag nastreven door “het formuleren van concrete stappen” om “te integreren in het beleid” (sic)?
Is het dan niet beter om de volgende jaren zoveel mogelijk mensen zich te laten scharen achter meer fundamentele, antikapitalische standpunten en dan via allerhande druk van onderuit het beleid verplichten zich radikaal om te vormen in plaats van te trachten binnen het heersende beleid wat bloemetjes aan te brengen aan het bloederige gordijn? En laten we vooral ook wat zelfkritiek toe wanneer het hegemonisch denken ons af en toe te pakken krijgt. (4)
Graag sluit ik af met de woorden van Gramsci, zoals fijn werd aangehaald door gastspreker Wolfgang Sachs: “Wat benodigd is, is pessimisme van het verstand en optimisme van de wil “.

Noten:

  1. http://www.economischegroei.net/index.php?topic=logotest&style_id=0

  2. ik refereer hier bijvoorbeeld naar de problematiek van de zgn ‘duurzame’ beleggingsfondsen, die voornamelijk hol en onduurzaam zijn, de methodiek van de ‘within’ en ‘above’ average om certificaten toe te kennen, de nefaste rol van kleine en grote ngo’s (rainforest alliance en fairfood pro chiquita, wwf pro rtrs, fairtrade.org pro nestlé,…), en het schrijnende gebrek aan monitoring bij de meeste certificaten.

  3. radikaal = terugkerend naar de wortels, de kern

  4. http://nl.wikipedia.org/wiki/Gramsci#Culturele_hegemonie