Financieel Actie Netwerk
“‘Schaf het bankgeheim af’
Het bankgeheim verbiedt banken om inlichtingen over hun klanten aan derden over te geven. Maar dat gebrek aan transparantie brengt perverse gevolgen met zich mee: voor elke dollar hulp uit het Noorden raamt men dat er vijf dollar het Zuiden verlaten richting fiscale paradijzen en richting bankgeheim van de Westerse banken.
De financiële ondoorzichtigheid verbergt de kapitaalbewegingen en vergroot dus de risico’s en verduistert de voorspellingen op de markten. In België verdoezelt het bankgeheim ook de zwarte economie (de sociale en fiscale fraude). Dit zwartwerk is goed voor 20% van het bruto nationaal product (bnp), waar het in Duitsland goed is voor 15% en in Frankrijk voor 12% van het bnp. Het ondermijnt dan ook de fiscale inkomsten die bestemd zijn om aan de noden van de collectiviteit te beantwoorden.
Het bankgeheim maakt een werkelijke progressieve inning onmogelijk van belastingen op alle vermogens (arbeid, vastgoed, vermogens uit kapitaal). Bij de bevolking leeft een gevoel van onrechtvaardigheid bij deze situatie van ongelijkheid tegenover de belastingen.
De groeiende dualisering van inkomsten en van erfgoed, vergroot dit gevoel van onrecht. Aan de ene kant moet een zesde (17%) van de bevolking het doen met 870€ per maand of met minder, aan de andere kant is er 1,6% van de bevolking die 20% van het financieel fortuin bezit.
Belgische staat is arm
Het resultaat van deze winstderving door de gemeenschap wordt dagdagelijks door onze regeerders herhaald. De Belgische staat is arm en heeft het moeilijk om de noodzakelijke investeringen te doen in de openbare en collectieve diensten, net nu zo’n investeringen nodig zijn om de gevolgen van de crisis tegen te gaan.
Het bankgeheim wordt vaak verdedigd onder het mom van de bescherming van de privacy. Maar van de loontrekkenden en van de mensen met een vervangsinkomen, is het inkomen perfect gekend door de administratie en precies in kaart gebracht. De gefortuneerde burger, die al zijn inkomens niet nodig heeft om te leven, kan ze verbergen en laten opbrengen zonder er op getaxeerd te worden.
Privacy geen absoluut recht
De motor voor de bescherming van het bankgeheim, is de winsthonger en het dwangmatige individualisme ten nadele van een echt burgerschap. De Raad van State herhaalde onlangs dat het recht op privacy geen absoluut recht is, ‘de wetgever kan dit recht beperken… de wettelijke voorziening hierbij moet in overeenstemming zijn met een dwingende sociale noodzaak, dat wil zeggen dat ze in verhouding moet staan tot het legitiem objectief dat beoogd wordt’ (Raad van State 3 december 2009 doc47/427/1 p.3 §2).
Laat ons duidelijk stellen dat het nagestreefde doel van het afschaffen van het bankgeheim niet is dat aan elke burger het recht gegeven wordt om zicht te hebben op de bankrekeningen van zijn buur. Enkel beëdigde ambtenaren zullen toegang hebben tot deze informatie.
Trouwens: privébanken en financiële instellingen hebben vandaag wel toegang tot de informatie over de schuldenstaat van gezinnen via de Kredietcentrale voor particulieren, beheerd door de Nationale Bank, volgens strikte deontologische regels. Als dit in de zeer nabije toekomst geldig zal zijn voor het personeel van de privésector, dan kan dit gereguleerd respect zeker geëist worden van de ambtenaren van financiën inzake belastingen.
Aansluitend bij de parlementaire commissie over de fiscale fraude, heeft de Kamer een aanbeveling gestemd over het bankgeheim, of juister geformuleerd: over de versoepeling van het bankgeheim.
Enkel een aanbeveling
Twee wetsvoorstellen (SP.A/PS en Ecolo/Groen) werden ingediend in het parlement om deze aanbeveling om te zetten in een wettekst. Dit zijn positieve initiatieven in die zin dat zij tot doel hebben om het engagement van de democratische partijen concreet te maken als het Verslag van de Parlementaire Commissie wordt aangenomen en zo een stap vooruit te zetten. Maar slechts een stap, want wij betreuren dat de Kamer niet verder gegaan is in zijn aanbeveling door in België een gelijkaardig systeem in te stellen zoals in Frankrijk met de FICOBA fiches.
De doelstelling moet zijn dat de Belgische belastingsdiensten van de banken op deze manier ook elk jaar de rekeningnummers krijgen van elke klant, van de belangrijke overdrachten naar het buitenland, en van de interesten die op die rekeningen gestort worden.
Zelfs met het aanvaarden van deze voorstellen zal de opheffing van het bankgeheim alleen gebeuren op vraag van de fiscale administratie. Dit is een eerste bemoedigende stap, maar onvoldoende. Merken we toch ook op dat sinds 1 januari 2010 België uiteindelijk toch aanvaard heeft om in het kader van de Europese directieven over de inkomsten uit spaargelden, over te gaan tot een automatische uitwisseling van informatie met de fiscale administraties van de landen van afkomst van de vreemdelingen die geen resident zijn in ons land. De automatische uitwisseling van informatie is dus geen waanbeeld, het is zelfs een Europese norm geworden.
‘Met het behoud van het bankgeheim zal België een land blijven waar financiële en sociale privilegies floreren die niet meer van deze tijd zijn en die voorbehouden blijven aan een beperkt deel van de bevolking…’
Wanhoopspoging
Minister Reynders en Staatssecretaris Clerfayt hebben op 19 maart aangekondigd dat er een wetsvoorstel is over de opheffing van het bankgeheim, hoewel dit ontwerp niet in de schoot van de regering besproken is.
Het gaat hier eigenlijk om een wanhoopspoging om de stemming te beletten van de voorstellen die in de Kamer werden neergelegd zoals hierboven vermeld. Dit ontwerp, dat zand in de ogen wil strooien, zal praktisch niets veranderen aan de bestaande toestand. Een nieuwe fiscale amnestie (EBA, éénmalige bevrijdende aangifte; enkel binnen België deze keer), die vooraf zou gaan aan dit ontwerp, kan slechts beschouwd worden als een aanmoediging voor fraudeurs.
Met het behoud van het bankgeheim zal België een land blijven waar financiële en sociale privilegies floreren die niet meer van deze tijd zijn en die voorbehouden blijven aan een beperkt deel van de bevolking… Door toe te laten dat de kapitaalhouders en de multinationals hun vermogen en hun winsten verbergen, versterkt het bankgeheim de sociale ongelijkheid en ontneemt aan de collectiviteit de publieke inkomsten die ze zo broodnodig heeft.
Zo ondergraaft het bankgeheim de democratische ontwikkeling van onze samenleving. Ten slotte is het bankgeheim één van die typische kenmerken van een duister internationaal financieel systeem. En dat dient in zijn verschillende vormen (trusts, stichtingen, anonieme rekeningen,…) om illegale financiële transacties te verbergen: geld van dictators, geld dat voortkomt uit het misbruik van overdracht van grondstoffen door multinationals en zwart geld van corruptie en van allerlei soort trafieken.
Een opiniestuk van en ondertekend door FAN/RJF (Financieel Actie Netwerk en Réseau pour la Justice Fiscale).
Ondertekenaars: Luc Cortebeeck (voorzitter ACV); Rudy De Leeuw (voorzitter ABVV); Caroline Copers (Algemeen Secretaris ABVV); Eric Goeman (woordvoerder Attac Vlaanderen; coördinator FAN); Rudy De Meyer (Hoofd Beleidsdienst 11.11.11); Hendrik Pinxten (voorzitter Humanistisch Vrijzinnige Verenigingen); Kristien Vermeersch (coördinator Netwerk Vlaanderen).