Noor Lekkerkerker & Els Hertogen
Nood aan een monitoringsmechanisme om donaties op te volgen
“‘‘Solidariteit alleen zal niet volstaan om Libanon er bovenop te helpen’’
Noor Lekkerkerker (onderzoekster bij Basmeh & Zeitooneh) en Els Hertogen (directeur 11.11.11) zijn blij met de toegezegde donaties voor Libanon na de vreselijke explosie in Beiroet, maar blijven bezorgd. ‘Naast meer middelen, moeten internationale donoren ook een monitoringsmechanisme ontwikkelen.’
Een lid van een Frans reddingsteam aan de slag in de haven van Beiroet waar de explosie plaatsvond.
EU Civil Protection and Humanitarian Aid Follow (CC BY-NC-ND 2.0)
Noor Lekkerkerker (onderzoekster bij Basmeh & Zeitooneh) en Els Hertogen (directeur 11.11.11) zijn blij met de toegezegde donaties voor Libanon na de vreselijke explosie in Beiroet, maar blijven bezorgd. ‘Naast meer middelen, moeten internationale donoren ook een monitoringsmechanisme ontwikkelen dat ervoor zorgt dat de toegezegde middelen burgers effectief bereiken, en niet verdwijnen in de zakken van de Libanese politieke elite.’
Op 4 augustus richtte een enorme explosie een gigantische ravage aan in de Libanese hoofdstad Beiroet. Meer dan honderdvijftig mensen kwamen om het leven, terwijl minstens 7000 anderen gewond raakten en er nog steeds mensen vermist zijn. 300.000 mensen werden in één klap dakloos.
De Libanese bevolking moet afrekenen met crisis na crisis na crisis. Ze kunnen daarbij niet rekenen op hun eigen politieke leiders.
De schade is nauwelijks te overzien. Grote delen van de stad liggen in puin. De haven, waarlangs 85 procent van de graanvoorraad van Libanon geïmporteerd wordt, is verwoest. Ziekenhuizen kunnen de toestroom van gewonden nauwelijks aan en kampen ook met schade en een gebrekkige elektriciteitstoevoer terwijl COVID-19 meer en meer slachtoffers eist.
De internationale gemeenschap toonde vrij snel haar solidariteit door de mobilisatie van financiële middelen. Belangrijk is nu dat het geld terechtkomt bij de burgers en niet blijft kleven aan de handen van de politieke en economische elite. De donateurs moeten dan ook een monitoringsmechanisme opzetten om het gebruik van de middelen op te volgen.
Na de explosie volgt de stilte
De ontploffing kwam op het slechtst denkbare moment voor Libanon. Het land, dat al jaren een disproportioneel hoge verantwoordelijkheid opneemt in de opvang van 1,5 miljoen Syrische vluchtelingen, kreunt onder de ergste economische crisis in 30 jaar en de enorme impact van COVID-19.
Banken blokkeren Libanese burgers de toegang tot hun spaargeld, de Libanese munt verliest in sneltempo aan waarde en de prijzen van basismiddelen en voedsel nemen een hoge vlucht. De werkloosheidscijfers swingen de pan uit en voedselschaarste dreigt.
De Libanese bevolking moet afrekenen met crisis na crisis na crisis. Ze kunnen daarbij niet rekenen op hun eigen politieke leiders. Onmiddellijk na de explosie waren deze laatsten enkel bezig het eigen voortbestaan te garanderen, en hadden ze geen aandacht voor het lot van gewone burgers. Erger nog: burgers die afgelopen week op straat kwamen om te protesteren tegen dit politieke onvermogen en onwil, werden beschoten met rubberkogels en traangas.
Hartverwarmende solidariteit
De regering, onder leiding van premier Diab, is ondertussen onder enorme druk van de bevolking afgetreden. Maar het is maar zeer de vraag of de politieke elite verantwoording zal moeten afleggen voor deze catastrofale explosie.
Gelukkig zitten gewone burgers, samen met lokale ngo’s en activisten, niet stil. De afgelopen twee weken namen ze het heft in eigen handen: straten en huizen werden zelf opgekuist, puin werd geruimd, voedsel en water uitgedeeld, en alternatieve slaapplekken gezocht voor daklozen. Medici en psychologen bieden hun diensten gratis aan voor diegenen getroffen door deze ramp.
Basmeh & Zeitooneh, een Syrisch-Libanese organisatie waar 11.11.11 nauw mee samenwerkt, schoot samen met vele andere lokale burgerorganisaties onmiddellijk in actie. Tientallen teams van vrijwilligers hielpen mensen die door de explosie dakloos werden, met het vinden van een veilig nieuw onderkomen en een financiële compensatie om de periode zonder enig inkomen te overbruggen. Mentale en juridische bijstand wordt geleverd waar nodig. Tegelijk worden voorbereidingen getroffen voor de volgende stap: het opknappen, opnieuw inrichten en renoveren van beschadigde huizen, waarvoor lokale bouwvakarbeiders en ingenieurs worden ingehuurd.
Hoe verder?
Internationale donoren zegden op 9 augustus 250 miljoen euro toe tijdens een internationale donorconferentie in Parijs. België kondigde aan vijf miljoen euro vrij te maken voor onmiddellijke noodhulp.
Dat is een mooi begin, maar veel meer is nodig. Naast meer middelen, moeten internationale donoren ook een monitoringsmechanisme ontwikkelen dat ervoor zorgt dat de toegezegde middelen burgers effectief bereiken, en niet verdwijnen in de zakken van de Libanese politieke elite. Diezelfde elite is notoir corrupt en verdeelt al sinds het einde van de burgeroorlog in 1990 systematisch de politieke en economische buit onder zichzelf.
Belangrijk is ook dat nieuwe middelen niet ten koste gaan van de broodnodige steun voor de opvang van Syrische vluchtelingen.
Zo’n mechanisme moet nauwgezet in kaart brengen naar waar donorgeld vloeit en er zo op toezien dat dit geld niet terechtkomt bij allerlei schimmige dekmantelbedrijven; transparantie bieden over alle contracten die worden afgesloten; er op toezien dat middelen gelijkwaardig verdeeld worden over getroffen buurten van Beiroet en niet op de basis van sektarische or religieuze gronden; en verzekeren dat lokale ngo’s en activisten – die de concrete noden op het terrein als geen ander kennen – betrokken worden bij iedere stap van de hulpverlening, van de planning en coördinatie tot de implementatie en evaluatie.
Korte termijn humanitaire hulp is bovendien niet voldoende. Er is veel nodig om alle essentiële infrastructuur te herstellen en om mensen te steunen die hun baan, zaak en inkomen verloren hebben door de verwoesting, gezien het zeer gebrekkige sociale vangnet in Libanon. Belangrijk is ook dat nieuwe middelen niet ten koste gaan van de broodnodige steun voor de opvang van Syrische vluchtelingen.
Tot slot moet ook een internationaal en onafhankelijk onderzoek worden ingesteld naar de oorzaak van de explosie in Beiroet, en moeten de schuldigen verantwoording afleggen.
Solidariteit én rechtvaardigheid
De afgelopen twee weken was Beiroet het toneel van een ongeziene verwoesting, maar ook van een hartverwarmende solidariteit.
Solidariteit alleen zal echter niet volstaan: toegezegde middelen moeten op een rechtvaardige manier verdeeld worden en de verantwoordelijken voor dit drama moeten verantwoording afleggen.
Enkel op die manier kan Beiroet duurzaam heropgebouwd worden en wordt vermeden dat donoren hetzelfde failliete systeem subsidiëren dat Libanon al drie decennia in een verstikkende wurggreep houdt.
Noor Lekkerkerker is onderzoekster bij Basmeh & Zeitooneh en Els Hertogen is directeur bij 11.11.11.