‘Toegang tot onderwijs voor meisjes is niet vanzelfsprekend’

Nolwenn Gontard

24 januari 2023
Opinie

Wereldonderwijsdag: ngo Plan International vestigt aandacht op genderongelijkheid in onderwijs

‘Toegang tot onderwijs voor meisjes is niet vanzelfsprekend’

‘Toegang tot onderwijs voor meisjes is niet vanzelfsprekend’
‘Toegang tot onderwijs voor meisjes is niet vanzelfsprekend’

Vandaag, 24 januari, is Wereldonderwijsdag. Het ideale moment om aandacht te vragen voor de toegang tot onderwijs voor tienermeisjes, vindt Nolwenn Gontard van Plan International België. ‘We moeten meer doen om de kansen en het onderwijs voor adolescente meisjes te bevorderen.’

‘Ik ga mijn best doen om op een hoger niveau te studeren en dokter te worden’, zegt de 16-jarige Chanda op de vraag hoe zij haar toekomst ziet. ‘De kennis en vaardigheden die ik heb ontwikkeld helpen me om uit te blinken op school.’

© Plan International

Vandaag, 24 januari, is Wereldonderwijsdag. Het ideale moment om aandacht te vragen voor de toegang tot onderwijs voor tienermeisjes, vindt Nolwenn Gontard van Plan International België. ‘Als we serieus werk willen maken van de opheffing van de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, moeten we meer doen om de kansen en het onderwijs voor adolescente meisjes te bevorderen.’

Vandaag is het Wereldonderwijsdag, een dag waarop we met Plan International aandacht vragen voor de rol van onderwijs in het leven van kinderen en jongeren over de hele wereld. Toegang tot onderwijs is de hoeksteen van emancipatie, van individuele autonomie. De Belgische Grondwet bepaalt dat iedereen recht heeft op onderwijs, met inachtneming van de fundamentele rechten en vrijheden. Ons onderwijssysteem wordt vaak bekritiseerd, maar de basis, universele toegang tot onderwijs, is een waardevolle prestatie.

In veel landen is deze toegang allesbehalve vanzelfsprekend. Hoewel er de afgelopen jaren grote vooruitgang is geboekt en er nu bijna evenveel meisjes als jongens naar school gaan, is de werkelijkheid veel complexer en moet nader worden bekeken wie er naar school gaat en hoe ze leren.

De genderkloof in het basisonderwijs wordt steeds kleiner

In de afgelopen 30 jaar is het aantal niet-schoolgaande kinderen wereldwijd met bijna de helft verminderd. In verschillende landen werd zeer aanzienlijke vooruitgang geboekt dankzij achtereenvolgens de millenniumdoelstellingen en duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s). De langetermijntrends, in de door de UNESCO verzamelde cijfers over het aantal schoolgaande kinderen in Sub-Sahara Afrika, bevestigen dit goede nieuws op het niveau van het basisonderwijs: sinds 1990 zijn er aanzienlijke inspanningen geleverd, met name voor meisjes, waardoor de kloof in het basisonderwijs nagenoeg is gedicht.

Dankzij de mobilisatie van alle actoren — donoren, individuele en bedrijfsgiften, VN-agentschappen, ngo’s, regeringen en instellingen — worden vandaag de dag evenveel meisjes als jongens ingeschreven op de lagere school.

De nieuwe uitdaging van deze eeuw: tienermeisjes op school houden

Voor het middelbaar onderwijs, laat staan voor het hoger onderwijs, is gendergelijkheid echter nog verre van het geval. In Sub-Sahara Afrika zijn er nog steeds meer meisjes dan adolescenten die niet naar school gaan. In sommige landen waar Plan International aanwezig is, zoals Tanzania, Mali, Oeganda, Benin en Rwanda, blijven er verschillen van meer dan tien procentpunten bestaan. Kortom, de inspanningen in het basisonderwijs moeten nu worden overgenomen in het middelbaar onderwijs.

De inspanningen in het basisonderwijs moeten nu worden overgenomen in het middelbaar onderwijs.

Vooral omdat deze cijfers niet alles verklaren. Het feit dat een kind op school zit, betekent niet noodzakelijk dat het elke dag naar school gaat, dat het de onderwijscyclus afmaakt, of dat het voldoende en goed genoeg leert. De ervaring bevestigt dat het vooral meisjes zijn die de middelbare school voortijdig verlaten.

Als we bijvoorbeeld kijken naar de alfabetiseringsgraad, zien we dat meer dan een op de vier jonge vrouwen in Afrika ten zuiden van de Sahara nog steeds niet kan lezen of schrijven, en dat de vooruitgang in de afgelopen vijf jaar zeer traag is geweest. Hoe kan een dergelijke kloof in het middelbaar onderwijs worden verklaard?

1 op de 4 weken niet naar school, volgens de “regels”

Meisjes nemen risico’s op de weg naar school, die te voet enkele kilometers lang kan zijn. Zelfs als ze voorzorgen nemen, zoals met verschillenden samen te stappen, zij zijn vaak het slachtoffer van pesterijen of geweld, wat hen snel kan ontmoedigen en ertoe kan leiden dat hun familie hen van school haalt om hun veiligheid te garanderen.

Bovendien is het geen toeval dat juist in het voortgezet onderwijs, in de vroege adolescentie, de onderwijskloof tussen jongens en meisjes groter wordt. Schoolfaciliteiten zijn zelden aangepast aan de behoeften van meisjes: toiletten bieden hun niet de privacy en het water dat zij nodig hebben om hun menstruele hygiëne te regelen. Als gevolg daarvan blijven meisjes vaak thuis tijdens hun menstruatie.

In de praktijk betekent dit dat meisjes een week op vier afwezig zijn, snel achterop raken bij jongens en uiteindelijk helemaal afhaken.

Gendernormen vergroten de kloof

Deze kwesties mogen een centraal aspect van de genderongelijkheid niet verdoezelen: van meisjes wordt verwacht dat zij moeders worden, die alle huishoudelijke lasten zullen dragen, en toegewijde en gehoorzame echtgenotes. Van mannen wordt verwacht dat zij “brood op de plank brengen”: gezinshoofd zijn, in hun behoeften voorzien, gerespecteerd worden.

Deze gendernormen, die over de hele wereld verspreid zijn, creëren een vicieuze cirkel die moeilijk te doorbreken is.

Daarom is onderwijs voor meisjes geen prioriteit en is hun emancipatie geen optie. Zij besteden bijvoorbeeld veel meer tijd dan hun broers aan hulp in de huishouding: het halen van hout en water, waarvoor zij meerdere kilometers moeten afleggen, komt bovenop de huishoudelijke taken en de zorg voor hun broers en zussen. Deze tijd concurreert rechtstreeks met de tijd die zij aan hun huiswerk kunnen besteden. Deze gendernormen vertalen zich in schooluitval.

Meisjes hebben ook geen tijd (en worden er ook niet toe aangezet) om aan hobby’s of sport te doen, die essentiële vaardigheden ontwikkelen zoals leiderschap, communicatie en zelfvertrouwen — die allemaal gewaardeerd worden tijdens sollicitatiegesprekken.

Deze gendernormen, die over de hele wereld verspreid zijn, creëren een vicieuze cirkel die moeilijk te doorbreken is. Wanneer meisjes niet zo goed opgeleid zijn als jongens, is het moeilijker voor hen om nee te zeggen, om beslissingen te nemen over hun leven. Het zal voor hen ook zeer moeilijk zijn om op de arbeidsmarkt met mannen te concurreren. Daardoor zullen goedbetaalde banen naar jongens en mannen gaan. Steeds weer, generatie na generatie, zitten vrouwen gevangen in hun rol als huisvrouw.

Tijd om het geweer van schouder te veranderen en de opleiding van tienermeisjes aan te pakken

Bij Plan International hebben we de afgelopen jaren grote vooruitgang geboekt op het gebied van het verstrekken van schoolmaterialen en materiële steun aan de armste gezinnen. Zo blijven we inzetten op onderwijs in noodsituaties (in de Sahel en als reactie op de crisis in Oekraïne). Maar de behoeften veranderen. Daarom moet onze aanpak, en bij uitbreiding die van de hele sector, ook met hen mee evolueren.

Op Wereldonderwijsdag roepen we op tot vrijheid van onderwijs voor jonge meisjes.

We moeten ons werk versterken om de gendernormen te bestrijden, het onderwijs van meisjes te waarderen en hun de sleutels tot hun emancipatie te geven. We moeten onze inspanningen intensiveren om de meest gemarginaliseerde, uitgesloten meisjes te bereiken. Zij bevinden zich vaak in het hart van crisis en conflict, in plattelandsgemeenschappen, ontheemden, vluchtelingen, onder de armste gezinnen. En als crises opkomen, zijn zij de eersten om de school te verlaten. Zij kunnen een rolmodel worden, hun gemeenschap inspireren en ingrijpende veranderingen teweegbrengen.

Daarom streven we naar een betere toekomst voor alle kinderen en dat begint met gelijke kansen. Als we serieus werk willen maken van de opheffing van de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, is het tijd om meer te doen om de kansen en het onderwijs voor adolescente meisjes te bevorderen. Op Wereldonderwijsdag roepen we op tot vrijheid van onderwijs voor jonge meisjes. Wij roepen al onze partners, regeringen, internationale organisaties, ngo’s en supporters op om samen te werken aan het wegnemen van belemmeringen voor onderwijs voor adolescente meisjes.

Het is een dagelijkse strijd maar we blijven doorgaan: tot elk meisje vrij is om te leren en te groeien.

Nolwenn Gontard werkt voor de ngo Plan International België.