Orlando Verde
“‘Venezuela. Alweer verkiezingen’
Zondag 8 december zijn er –alweer-verkiezingen in Venezuela. In april werd Nicolas Maduro verkozen als opvolger van de overleden Hugo Chávez. Chávez zelf behaalde zijn laatste verkiezingsoverwinning in oktober vorig jaar en nu zondag vinden er gemeenteraadsverkiezingen plaats. Dat betekent dat de Venezolanen in de voorbije vijftien jaar vijftien spannende electorale processen hebben meegemaakt. Presidentiële, regionale, parlementaire verkiezingen en referenda. Op een na, allemaal gewonnen door het chavismo.
Een lange lijst
Hugo Chávez won zijn eerste verkiezingen in 1998 en begon meteen aan grondige veranderingen in het land. Daarom moesten de Venezolanen in 1999 toestemming geven om een Grondwetgevende Vergadering op te richten om de grondwet te hervormen. Na die hervorming moest het volk de nieuwe grondwet goedkeuren. Die dag viel samen met de ergste aardverschuivingen van onze recente geschiedenis: het regende pijpenstellen en de berg die Caracas scheidt van de zee had zo veel water te verduren gekregen dat de grond verzakte. Huizen en bomen zakten mee in een dodelijke lawine van modder. De oppositie vroeg Chávez het referendum te annuleren om de militaire macht die over het verkiezingsproces moest waken, te laten helpen bij de ramp. Van opportunisme gesproken. Het antwoord van Chávez was een plechtig citaat van Simon Bolívar: “Als de natuur daar niet mee eens is, zullen we haar bestrijden en ze zal gehoorzamen”. Een uitspraak die Bolívar ooit deed tijdens een aardbeving in Caracas. Net zoals toen heeft de natuur niet gehoorzaamd: La Güaira, een stad aan de kust, werd ernstig getroffen. Duizenden mensen hadden gered kunnen worden als we een nationale noodtoestand hadden aangekondigd, maar de revolutie kon niet wachten.
Een jaar later moesten alle machten democratisch bevestigd worden. Dan was er nog een referendum om de vakbonden te hervormen. Met een opkomst van 23 procent, heeft Chávez op een democratische manier controle gekregen over alle vakbonden van het land.
In 2004 was er opnieuw een referendum. De oppositie was Chávez beu en wou hem weg. Een petitie heeft miljoenen namen, handtekeningen en ID-nummers verzameld en we hebben ons referendum gekregen. Tevergeefs, want Chávez won opnieuw en de namen en ID-nummers van de miljoenen Venezolanen die het beu waren, waren snel te raadplegen met een muisclick. Dat heeft meer dan eens een rol gespeeld in het al dan niet verkrijgen van een job of een paspoort. e-Discriminatie heet dat. Menigeen heeft nooit nog een petitie getekend. Menigeen heeft nooit meer gestemd, op niks of niemand. Wat is een verkiezing waard als iemand bang is om te stemmen?
Een jaar later heeft de oppositie geblunderd zoals nooit tevoren: ze hebben een boycot georganiseerd tijdens de parlementaire verkiezingen van 2005. En met een afwezigheid op de verkiezingen van 75 procent van de bevolking heeft de overheid absolute controle gekregen over het parlement. Pas na de parlementaire verkiezingen van 2010 zou de oppositie weer een voet mogen zetten in het parlement, wat meteen goed was om de absolute meerderheid van chavistas te doorbreken… In Venezuela zou er weer beginnen gesproken worden over verdeling van de macht.
In 2006 won Chávez nogmaals de presidentiële verkiezingen maar een jaar later verloor hij zijn enige referendum ooit. Zijn grote fout: de Venezolanen waren toch niet overtuigd dat het land volgens de grondwet socialistisch moest worden. Maar El Comandante “never takes a no for an answer” en zijn aanpassingen zouden toch in 2009 (bij een andere referendum) toegevoegd worden aan de grondwet. Bij die aanpassingen was er ook een toelating om onbeperkt herverkozen te mogen worden. Tot dan had Chávez verdedigd dat hij tot 2013 zou regeren want twee presidentiële periodes waren voldoende. Een land mag immers niet te lang geleid worden door dezelfde persoon. Maar macht doet iets met een mens. Macht doet meningen veranderen.
Vorig jaar heeft Chávez zijn laatste verkiezingen gewonnen. Het volk besliste dat hij tot 2019 mocht regeren. Maar hij had eerder beloofd tot 2013 aan de macht ging blijven. Op 05 maart 2013 stierf hij. Wat een manier om je woord na te komen!
Bij de verkiezingen van oktober 2012 verloor Enrique Capriles, de oppositiekandidaat, met 11 procent verschil van Chávez. Zes maanden later zou hij Maduro zien winnen met amper 1.5 procent verschil. Zo nipt was de overwinning dat mensen die trouw zijn aan het proces bedreigingen hebben gekregen omdat ze die dag niet gestemd hadden. Angst is een zeer effectieve manier om de democratie bij te sturen.
Nu zondag zijn er gemeenteraadsverkiezingen. De afwezigheid van de kiezers belooft hoog te zijn, want na de nipte nederlaag tegen Maduro zijn de oppositiekiezers meer dan begrijpelijk moe. Venezuela is een goed voorbeeld van wat we vaak “verkiezingsmoeheid” noemen. Eigenlijk zou Venezuela een interessante case-study kunnen zijn voor David Van Reybroeck en zijn voorstellen “tegen verkiezingen”. Mijn bescheiden mening.
De meest democratische leider van de wereld
Voor de verdedigers van de revolutie is deze opsomming een ijzersterk antwoord op wie beweert dat Hugo Chávez, en nu ook Nicolás Maduro, het land op een dictatoriale manier bestuurd hebben. Geen regering in de wereld heeft zich zo hard democratisch bewezen als de Venezolaanse, klinkt het. En dat is wel zo, als verkiezingen voldoende zijn om een democratische stempel te krijgen.
Voor de Venezolanen betekent dat eerder dat we al vijftien jaar lang geen bestuur gekend hebben, maar een pijnlijk lange verkiezingscampagne. Vijftien jaar van maatregelen die afgestemd zijn op de overwinning van de volgende verkiezingen. Vijftien jaar van zo zichtbaar mogelijk beleid met onmiddellijk effect, want de gevolgen op lange termijn zijn bijzaak. Zo gaat het met verkiezingscampagnes.
Venezolanen hebben lang geleden leren leven met de wetenschap dat we nooit goed wisten in welke toestand het land echt was, maar dat we het zo goed als zeker zouden weten bij de intrede van de volgende regime. Dat was geruststellend, want dat betekende vijf jaar van onwetendheid. En toch hebben we in 2009 op een democratische manier ervoor gekozen om desnoods nooit meer te weten wat er écht aan de hand is in ons land.
Ondertussen werden de cijfers van corruptie en transparantie wereldwijd vrijgegeven. De Belgen zijn nummer 15. België doet het goed in de wereld, maar eigenlijk is deze score vrij middelmatig voor een Europees land. De Venezolanen zijn, na Haïti, het meest corrupte land van het Amerikaanse continent. De sympathisanten hebben die resultaten al weggelachen, want voor hen zijn de cijfers van het imperialisme niet te vertrouwen.
Maar volgens dezelfde cijfers is Cuba het vijfde minst corrupte land van Latijns-Amerika. Misschien heeft Raúl Castro in het geheim zijn banden met het imperialisme versterkt, om iets beter te scoren dan de rest. Wie weet.