Witte zondag, zwarte zondag: de toekomst is veelkleurig, maar niet eenvoudig

Opinie

Bedenkingen bij de kleur van 26 mei

Witte zondag, zwarte zondag: de toekomst is veelkleurig, maar niet eenvoudig

Witte zondag, zwarte zondag: de toekomst is veelkleurig, maar niet eenvoudig
Witte zondag, zwarte zondag: de toekomst is veelkleurig, maar niet eenvoudig

26 mei was een verkiezingszondag waarin de angst voor diversiteit en de onzekerheid over de toekomst zwaar doorwogen op de electorale keuzes van de burgers. Welk antwoord geeft veelkleurig Vlaanderen op die uitslag? Michaël De Cock, Warda El-Kaddouri, Rachida Lamrabet, Eric Corijn, Nadia Fadil, Olivia Rutazibwa, Stijn Oosterlynck en Pascal Debruyne geven hun eerste reacties.

CC0 Public Domain

CC0 Public Domain

26 mei was een verkiezingszondag waarin de angst voor diversiteit en de onzekerheid over de toekomst zwaar doorwogen op de electorale keuzes van de burgers. Welk antwoord geeft veelkleurig Vlaanderen op die uitslag? Michaël De Cock, Warda El-Kaddouri, Rachida Lamrabet, Eric Corijn, Nadia Fadil, Olivia Rutazibwa, Stijn Oosterlynck en Pascal Debruyne geven hun eerste reacties.

Michaël De Cock: Menselijkeid? Meer, meer, meer

De grootste fout die de “traditionele” partijen kunnen maken, is hun visie en beleid, onder interne én externe druk, verrechtsen. Het is het gebrek aan menselijkheid dat ons hier heeft gebracht. Niet een teveel eraan. Laat ons die dan opnieuw centraal stellen. En er onder geen bedwing op toegeven.

(Michaël De Cock is artistiek directeur van de KVS, Brussel)

Warda El-Kaddouri: Ik ben ook boos

Het is niet de eerste keer in mijn relatief jong leven dat ik een ‘witte zondag’ beleef. De afgelopen jaren werd het politiek discours steeds harder, het beleid steeds rechtser, het volk steeds angstiger en kwader. De electorale winst van het Vlaams Belang kwam dan ook niet als een verrassing, toch niet bij wie de opmars van rechtsextremisme in zijn of haar dagelijks leven voelt, aangekaart heeft en niet werd geloofd.

‘Vlaanderen radicaliseert en ik vat het nogal persoonlijk op’

Analisten noemen de kiezers boos. Ik geloof dat. Ik ben ook boos. Boos op de afbraak van onze sociale rechten, de stijgende energiefacturen, de groeiende ongelijkheid, de stijgende kinderarmoede, een falend klimaatbeleid, de ongezonde lucht. Wat analisten vergeten te vermelden is dat de kiezer in zijn boosheid de prototypische zondebok weer heeft gevonden: de migrant, de moslim, de homo, de transgender, de feminist. Het is bitter weinig origineel, maar het benadrukt nogmaals de xenofobe, homofobe en seksistische aard van ons systeem.

Elk mens zou er van wakker moeten liggen dat iemand die de spot drijft met de Holocaust en white supremacy terrorisme verheerlijkt, bedankt wordt met een zitje in het parlement en zo het gerechtelijk onderzoek dat tegen hem loopt, ontwijkt. Vlaanderen radicaliseert en ik vat het nogal persoonlijk op. Hoe kan ik ook anders?

(Warda El-Kaddouri is freelance journaliste)

Rachida Lamrabet: Kompas weer ijken op mensenrechten

Ik denk dat het nu belangrijk is om niet in de val te trappen en op elke provocatie van rechts en extreemrechts te reageren. Dat is niet enkel een verlies van onze kostbare tijd en energie, het is ook zinloos omdat je niet gehoord zal worden of zelf als onverdraagzame worden weggezet.

Ik vind het zinvoller om mijn energie aan te wenden om jonge mensen, die blijkbaar enorm aangetrokken worden door de roep van de extremisten, beter te informeren en om hun kompas weer te ijken op mensenrechten. De schrijver Aamin Maalouf zegt dat we dat kompas nu al een tijdje kwijt zijn, maar zonder varen wij blind en maken we onvermijdelijk brokken.

‘We moeten jonge mensen onze gedeelde verhalen vertellen’

Jonge mensen zijn heel erg ontvankelijk voor complottheoriëen en fake news, ook daar zit een grote uitdaging om hen het onderscheid te leren maken tussen fake en echt.

Desnoods moeten we met z’n allen zelf die klassen in om het gesprek aan te gaan met die jongeren die echt geloven dat een vluchteling die hier toekomt een bemeubeld nieuwbouwappartement krijgt en een uitkering van 2000 euro in de maand terwijl de arme Belgen aan hun lot overgelaten worden.

We moeten jonge mensen de geschiedenis aanreiken, via het onderwijscurriculum, van het kolonialisme, over de oorzaken van migratie, over het aandeel van ons land in de buitenlandse conflicten, al was het maar omdat wij gretig wapens verkopen aan oorlogvoerende naties. We moeten hen onze gedeelde verhalen vertellen, en die zijn er, zodat ze de notie ‘eigen volk’ opentrekken naar mensen die niet op hen lijken, maar die niettemin mens zijn zoals zij.

(Rachida Lamrabet is schrijfster)

Eric Corijn: Het gaat om alternatieve maatschappijmodellen

De wereld ziet er in de 21ste eeuw anders uit: postindustriëel, gedigitaliseerd, geglobaliseerd, verstedelijkt, … De partijen met hun DNA in de naoorlogse welvaartstaat met gereguleerde markteconomie hebben allemaal serieus verloren. De poging van de rechtse Zweedse coalitie om het systeem, de groei- en winsteconomie, te redden via economische en financiële stimuli over de rug van het samenleven is mislukt.

De alternatieven komen van de buitenbaan, die niet langer als “populistisch” kan worden weggezet. Het gaat wel degelijk om alternatieve maatschappijmodellen. Aan de ene kant de mondiale verstedelijking verduurzamen, een ecosystemische transitie inzetten, de klimaatuitdaging ernstig nemen Dat is de winst van Groen, op links aangezwengeld door PVDA om het vooral ook sociaal, inclusief en rechtvaardig te houden. Het is een stedelijk kamp, multicultureel en internationalistisch.

‘De alternatieven komen van de buitenbaan, die niet langer als “populistisch” kan worden weggezet’

Aan de andere kant het voorstedelijke verzet tegen het vreemde en de vervreemding, voor een monocultureel territorium, voor de eigen identiteit waaraan nieuwkomers zich moeten onderwerpen, voor het behoud van leefstijl en consumptiepatroon. Dat is het project van N-VA, op rechts opgezweept door het VB.

Aan beide uitersten zitten partijen zonder eigen zuil, zonder eigen middenveld, met een wisselend electoraat vol proteststemmen. De pejoratieve termen “populisme” of “extremisme” zijn een te gemakkelijk wegzetten van kritiek op een systemische crisis. Het wordt tijd die polen vanuit hun inhoudelijk programma, hun maatschappelijk model te definiëren.

Het gaat om twee verschillende ontwikkelingsmodellen die loskomen van de analyses van vorige eeuw. Het ene kamp zal het makkelijker halen in de steden, het andere eerder in de territoriale instellingen waarin de residentiële suburbaniteit nog overheerst. En hoewel er in onze media nauwelijks wordt over bericht: de eindbeslissing zal vallen op het Europese toneel.

Ofwel verwordt de EU tot een los verband van protectionistische identitaire natiestaten, met allerlei “exit” vormen. Ofwel gaat de integratie verder via de reëel bestaande netwerking van steden, flows, culturen, artiesten en academici, studenten en scholieren, die dan eindelijk hun culturele en institutionele post-nationale uitdrukking krijgen. De tegenstelling tussen stad en ommeland wordt scherper gesteld en zal zich politiek vertalen in een strijd om Europa tussen nationalisme en stedelijkheid.

(Eric Corijn is hoogleraar aan de VUB)

Nadia Fadil: Voor een politiek van de nederigheid

In het rechts en extreemrechts geweld van zondag zijn er toch een aantal lichtpunten van hoop. We zien immers dat de keuze voor deze rechtse en extreemrechtse lokroep niet unisono is, maar dat partijen zoals Groen of de PVDA hun electorale opmars voortzetten. Deze ontwikkelingen worden door de Vlaamse pers onderschat, maar ze tonen aan dat het conflictmodel geen doemscenario hoeft te zijn wanneer er alternatieven worden aangeboden die op een overtuigende wijze een verbindend of solidair verhaal naar voor schuiven. Een van de problemen van onze “politieke elite” (en ik heb het hier gemakshalve over de traditionele partijen) is dat ze de kracht van het populistisch discours overschatten, en de mogelijke slagkracht van alternatieve verhalen onderschatten.

‘We hebben geen nood aan (extreem)rechtse hoogmoed maar aan solidaire nederigheid’

De N-VA en het Vlaams Belang beweren de stem van Vlaanderen te zijn, nochtans is het beeld dat ze ophangen van Vlaanderen erg simplistisch en misleidend. Vlaanderen wordt geportretteerd als een rijke regio wiens welstand bedreigd wordt door de “anderen” (de Walen, de (trans)migranten, de moslims en het klimaat, als laatste nieuwkomer), mensen worden wijsgemaakt dat als onze muren hoog genoeg zijn we onszelf zullen kunnen afschermen van de wereldwijde oorlogen en ongelijkheden (die we mee in stand houden) of de klimatologische veranderingen.

Het is een misleidend en hoogmoedig verhaal, dat weinig duurzaam is en ons als gemeenschap niet vooruithelpt om deze uitdagingen het hoofd te bieden waar we – de waarheid heeft haar rechten – nog zoekende zijn om de juiste antwoorden op te vinden. Waar we nood aan hebben is daarom niet de (extreem)rechtse hoogmoed maar solidaire nederigheid, en een generatie politici die op een moedige wijze deze nederigheid wil omarmen en hier haar kracht van wil maken.

(Nadia Fadil is hoofddocent antropologie aan de KULeuven)

Olivia Rutazibwa: Witte Zondag

We told you so.’ Sommigen al meer dan twee decennia. Anderen al veel langer. Ondertussen zwellen de rangen van zij die diep antiracisme en dekolonisatie prediken – en dus ook ons kapitalisme en de vernietiging van ons milieu in vraag stellen – dagelijks aan. De optimistische keerzijde van deze verkiezingsuitslag. We moeten dus niet per se op zoek naar nieuwe analyses maar verder nadenken over hoe we bliksemafleiders beter ontwijken en bondgenootschappen strategischer en warmer invullen.

26 mei betekent voor sommigen aandachtiger luisteren naar ongemakkelijke verhalen, over witheid bijvoorbeeld, en vaker zwijgen ook. Voor anderen betekent het niet toegeven aan de twijfel over recht van bestaan en aanwezigheid; inzichten en ervaringen blijven delen, onvermoeibaar en genereus zolang we het volhouden, met of zonder schouderklopjes, erop vertrouwend dat we niet alleen zijn.

‘Een diepe antiracistische overtuiging vraagt om constante waakzaamheid over wie er in het centrum van onze bekommernissen zou moeten staan’

26 mei betekent blijkbaar ook die steeds weerkerende grootse verrassing bij zoveel openlijk racisme. De hamvraag is niet of al die mensen die op Vlaams Belang of N-VA stemden al dan niet racisten zijn. Niemand die vandaag in West-Europa (en niet alleen daar) opgroeit, ontsnapt aan het diep racistische karakter van de samenleving, ook niet wie er uitziet als ik. De vraag is ook niet of deze partijen (en niet alleen zij) racistisch gedachtegoed spuien en in wetten omzetten. Het antwoord is simpelweg ja. De hamvraag is waarom de velen die niet als racist willen gezien worden meer van hun en andermans energie steken in hun reputatie, dan met vrouw en macht strijden voor een leefbare wereld voor iedereen.

Een diepe antiracistische overtuiging vraagt om constante waakzaamheid over wie er in het centrum van onze bekommernissen zou moeten staan en om een niet aflatende intellectuele en emotionele arbeid: anderen niet belasten met je eigen schuldgevoel of reputatie; actief meewerken aan een hertekening van de macht; jezelf blijvend informeren over hoe het zo ver is kunnen komen – hier bij ons in Vlaanderen, in de buurlanden en de rest van Europa, in de VS, Bolsonaro’s Brazilië, in Modi’s India, … ; je huiswerk maken over de koloniale/kapitalistische praktijken en denkbeelden die dodelijke landsgrenzen, witte superioriteit en eigen volk eerst als natuurlijk door onze strot rammen; een einde maken aan een systeem waarin winstmarges in de media belangrijker zijn dan informeren en uitleggen, waarin economische groei belangrijker is dan overleven en leefbaarheid van de planeet.

Een leefbare wereld voor iedereen komt er niet zolang we de witte superioriteitsmythe niet actief doorbreken, en vervangen door een waaier aan verhalen over gedeelde verantwoordelijkheid, rechtzettingen en planetaire verbondenheid. Dat vraagt geschiedenislessen waarin duidelijk wordt dat niets in het Westen louter het resultaat is van hard wit labeur of vernuft alleen, maar waarin het aandeel van systematische plundering, doodslag en inzet van de rest van de planeet zichtbaar gemaakt wordt.

Dat kan in de intimiteit van het gezin en de opvoeding door te luisteren naar onze kinderen, of in het onvermoeibaar terugfluiten van onze media en politici; in het herverdelen van de macht op de werkvloer, in de media, de politieke wandelgangen;… in het fundamenteel anders omgaan met onze omgeving en elkaar. Laten we beginnen met luisteren, luisteren, luisteren en alles en elkaar echt zien om te begrijpen. Laten we beginnen, op de dagen dat je het zelf niet kan opbrengen, wie er wel voor gaat niet tegen te werken of te ontmoedigen. #tousensemble toch?

(Olivia Rutazibwa is Senior Lecturer in International Development and European Studies aan de University of Portsmouth)

Stijn Oosterlynck: De inzet van het eindspel

We beleefden dit weekend het eindspel van de decennialange opmars van het extreemrechtse Vlaams Blok/Belang. Die opmars begon in de jaren 1980 in de (groot)stedelijke achterstandsbuurten, waar de meeste burgers met migratie-achtergrond toen woonden. Het jaagde de gevestigde politieke partijen zoveel schrik aan dat ze een sociaal stedenbeleid lanceerden. Door te investeren in de infrastructuur in de wijken, in het welzijn van haar bewoners en de interculturele verhoudingen gaf de overheid aan dat ze de bewoners van achterstandswijken niet langer zou vergeten. Er zijn uiteraard nog steeds allerlei samenlevingsproblemen in deze wijken, maar de weerbaarheid van de lokale bevolking en het verenigingsleven om deze aan te pakken, is groter dan voorheen. Vandaag domineert extreemrechts deze wijken niet meer.

‘Gaan we, nu migratie ook buiten de grootsteden steeds meer een alledaagse realiteit wordt, ook weer decennia verliezen, of gaan we aan de slag met de recepten die in de steden al met succes beproefd werden?’

Het Vlaams Belang verlegde zijn actieterrein naar het suburbane en landelijke Vlaanderen (en zijn opgang werd even verstoord door de opkomst van de N-VA), met succes. Ook daar is de groeiende etnisch-culturele diversiteit steeds meer een alledaagse realiteit. De voorbije decennia leerden beleidsmakers en middenveldorganisaties in de steden met vallen en opstaan hoe ze het samenleven in diversiteit beter vorm kunnen geven.

Het bewustzijn dat samen leven en gemeenschap vormen in diversiteit enkel een kans maken als we de focus leggen op de mogelijkheid van een gedeelde toekomst wint veld. Denk aan Mechelen, Gent en Leuven. Bewoners nemen er over sociale en culturele grenzen heen steeds meer samen verantwoordelijkheid voor de plaatsen waar ze – vaak noodgedwongen – samen werken, wonen, leren en ontspannen.

De inzet voor de komende jaren is of we, nu migratie ook buiten de grootsteden steeds meer een alledaagse realiteit wordt, ook weer decennia verliezen, dan wel of we aan de slag gaan met de recepten die in de steden al met succes beproefd werden. Wat we in ieder geval geleerd hebben, is dat gemeenschap vormen in een context van diversiteit niet vanzelf gaat. Mensen hebben de neiging om anderen op te zoeken die zijn zoals hen. Er is professionele inzet nodig om de risico’s en drempelvrees die samengaan met contacten met anderen te overwinnen.

De inzet van de komende jaren, voor middenveldorganisaties en beleidsmakers, is massaal investeren in de capaciteit van de bevolking om samen te leven in diversiteit. Alleen zo heeft Vlaanderen een toekomst.

(Stijn Oosterlynck is is professor Stadssociologie aan de Universiteit Antwerpen)

Pascal Debruyne: Voorbij het moralisme

Een nieuwe Zwarte Zondag gooit een schaduw over de verkiezingen. Vooral over het Vlaamse deel van het land. Want Brussel kleurt progressief. De demarcatielijn tussen links en extreemrechts loopt vaak op de lijn tussen grootstedelijke en suburbane gebieden. Gent en Leuven (en deels Antwerpen) kleuren donkerrood en groen. Progressieve enclaves in een rechts Vlaanderen. Met een afgetekend revanchisme van de blanke meerderheid in het buitengebied. Een (anti)politieke reactie op het knooppunt van angst voor identiteits- en welvaartsbehoud.

De shock is groot en gaat al vlug gepaard met moralisme en veroordeling die de sociale media overspoelt. Maar wat halen dergelijke moralistische analyses over de domme racistische of egoïstische Vlaming uit? Deze tendensen zijn structureel en worden politiek gefabriceerd.

‘De armoede daalt niet, kinderarmoede neemt toe en cijfers van voedselbanken stijgen zienderogen. Zelfs tot in de middenklassen is de precariteit toegenomen’

Op de sociale as zien we verschuivingen. De toestand van sociale onzekerheid neemt toe. De armoede daalt niet, kinderarmoede neemt toe en cijfers van voedselbanken stijgen zienderogen. Zelfs tot in de middenklassen is de precariteit toegenomen. Het rapport van denktank Minerva toont aan dat de onderste laag van de middenklasse geraakt wordt in haar gevoel van sociale zekerheid.

Ondanks de recente economische opleving is het subjectief gevoel van onzekerheid politiek uit te buiten. Dat werkt ongetwijfeld in op het gevoel van vervreemding. Samen met de toegenomen particratie die oprechte volksvertegenwoordiging fnuikt. De vervreemding van delen van de samenleving is groter dan ooit. De cijfers van niet-stemmers en blanco stemmers staat op recordhoogte. Zeker in steden.

Maar ook op de culturele as zien we al decennialang een migratie-sceptisch tot anti-migratiediscours. De polarisatie ten aanzien van minderheden is groter dan ooit. Het gevoel dat “problemen niet mogen benoemd worden” is breed gedeeld. “Dingen benoemen” tegen de politieke correctheid is de regel. Dat gaat al decennia terug op het falen van de linkerzijde om de economische en arbeidscrisis aan te pakken in de jaren zeventig en tachtig. Het toenmalige Vlaams Blok buitte dit etnisch uit aan de onderkant van de samenleving, waardoor het Vlaamse debat verschoof naar identitair stemmen.

Het lijkt een soort herhaling van het verleden, einde jaren tachtig en de jaren negentig. Niet letterlijk natuurlijk, want daarvoor zijn het Vlaams Belang en delen van N-VA te sterk getransformeerd op globale schaal. Men speelt nu mee binnen de contouren van Europees uiterst rechts en populistisch Nieuw Rechts in de VS. Maar opnieuw slaagt men erin om een migratiekwestie op de naad van het sociale en culturele als springstof te gebruiken om de maatschappij als gedeeld project helemaal te doen ontploffen.

“We moeten naar die mensen luisteren” en “de kiezer heeft altijd gelijk”, klinkt het nu. Alsof de extreemrechts en uiterst rechts stemmende Vlamingen nooit een luisterend oor kreeg? Zwarte Zondag na Zwarte Zondag, werd deze groep bediend met politieke antwoorden. Of waarom denkt U dat het 70punten-plan gestaag werd en wordt uitgevoerd zonder dat het VB ooit aan de macht kwam?

Maar de Vlaming stemt massaal voor een eindig verhaal. De steden zijn de prelude daarvan. De demografische cijfers spreken boekdelen. Nu kan breed links twee zaken doen. Ofwel lijdzaam toekijken hoe de doodsreutel nog enkele decennia doorgaat in suburbane gebieden, met nog meer polarisatie en haatpolitiek. Of eindelijk inzetten op een verhaal waar gelijkheidsstreven en sociale mobiliteit hand in hand gaan met een superdiverse samenleving.

Over dat laatste zwalpt men en is er geen sterk verhaal over integratie en sociale mobiliteit, over superdiversiteit en gelijkheid. Het engagement om ‘verschil’ te verbinden met gedeelde strijd en collectieve emancipatie is quasi onbestaand. Op partijhoofdkwartieren klonk het de laatste weken: niks zeggen over migratie en diversiteit.

Dat verhaal zal vorm krijgen in de praktijk en niet enkel in het politieke pluche. En dat vraagt ook een andere politieke taal en praktijk. Ik hoor het in mijn hoofd gonzen van decennia-lange analyses over “we moeten terug naar de wijken”. Maar de ongemakkelijke waarheid is dat spindoctors en communicatieadviseurs, strategen en strategische technologie grotendeels de politiek overnamen.

Waar is het wervende verhaal waar klasse en identiteit samenhangen? Of waar superdiversiteit en gelijkheid twee delen van dezelfde munt zijn? In de marges van verstedelijkte woongebieden zijn er voorbeelden zat van goede praktijken waar superdiversiteit genormaliseerd wordt in een gezamenlijk streven naar sociale vooruitgang. Maar de tijd dat politiek geworteld was in die praktijk, lijkt vaak verderaf dan ooit.

(Pascal Debruyne is dr. in politieke wetenschappen en lid van Minerva Denktank, Voorzitter Uit De Marge en Samenlevingsopbouw Gent)