Dossier: 

De oorzaken van het geweld in Masisi

Sinds de onafhankelijkheid van Congo is de geschiedenis van het grondgebied van Masisi gekenmerkt door zware spanningen tussen drie grote gemeenschappen. Controle over de macht en het land in het gebied staan daarbij centraal.

De vraag om land en politieke rechten aan de Hunde-, Hutu- en Tutsi-gemeenschappen toe te kennen (of te weigeren) vormt de kern van deze spanningen. Regionale oorlogen verergerden de lokale spanningen van 1994 tot het huidige conflict en hertekenden het landschap van Masisi en Oost-Congo. Tot op de dag van vandaag blijft de verdeling van de macht een bijzonder gevoelig onderwerp van geschil tussen de lokale gemeenschappen.

De traditionele Hunde-leiders van Masisi delen bijna allemaal dezelfde klachten: ze kunnen hun macht niet vrij uitoefenen zoals in het verleden, toen Mobutu Zaïre regeerde. In feite liggen sinds twintig jaar grote delen van hun leven in de handen van gewapende groepen. Ze hebben geen toegang meer tot de dorpen die ze horen te beheren en vrezen voor hun leven wanneer ze durven teruggaan.

Een paar leiders van de traditionele entiteiten (lokale administratieve afdelingen) die elkaar in Masisi ontmoeten, geven ons voorbeelden van de situatie. Het hoofd van de Bapfuna-groep controleert maar één van de zes dorpen van zijn entiteit; de leiders van Buabo en Bihiri beheren allebei een op de vijf; en die van Banyungu, één op twee…

Hunde Mwami Michel Bapfuna staat al sinds de jaren zestig aan het hoofd van de groepering Bapfuna.

‘Sommige mensen eigenden zich onze macht toe door middel van geweld’, vertelt de oudste onder hen. De anderen stemmen toe. Deze “dieven”, zoals ze door de Hunde-leiders worden genoemd, zijn mannen die voor het grootste deel afkomstig zijn van de Hutu-gemeenschap. Ze zijn er tijdens de oorlogen en opstanden in geslaagd hun aanspraken te realiseren.

Traditionele leiders

Voor de Hunde-leiders is die situatie onaanvaardbaar. De grond stamt af van de “voorouders”, en moet daarom volgens hen het exclusieve terrein van de traditionele leiders blijven. Volgens de Hunde kunnen de immigranten uit Rwanda (de Hutu’s en Tutsi’s) geen aanspraak maken op de uitoefening van dergelijke functies. Om leider in Masisi te zijn, moet je volgens het Hunde-discours “inheems” zijn -het is te zeggen: Hunde.

Die opvatting van traditionele macht kent zijn wortels in de geschiedenis van de nederzettingen in Oost-Congo, en van Masisi in het bijzonder. De Hunde vestigden zich in het huidige Masisi lang voor de Hutu- en Tutsi-gemeenschappen in de jaren dertig tot vijftig in het gebied arriveerden, ten gevolge van grootschalige migraties. Die werden door de Belgische kolonisten georganiseerd met het oog op mankracht voor de koloniale plantages, maar ook de politieke situatie in Rwanda in de jaren vijftig speelde een rol.

Na verloop van tijd werd de Hutu-gemeenschap de meerderheid in een gebied dat oorspronkelijk door de Hunde bewoond werd. De Hutu’s (en Tutsi’s) hebben sindsdien altijd getracht zich politiek en economisch te bevrijden van de traditionele Hunde-leiders.

Na een lange dag op het veld keert Mama Angélique huiswaarts met hout om eten te maken.

‘De Hunde-leiders zijn onze traditionele leiders en we aanvaarden hen als zodanig’, reageert de chef de poste d’encadrement (een administratieve functie) van het gebied Lushebere op de klachten van de Hunde-leiders. Hij zelf is Hutu. De Hunde-leiders klagen vaak over hem wanneer ze Hutu ervan beschuldigen hun macht te stelen. Ze zien in hem de sterke man die het bevel voert over de Hutu-militie van Nyatura, actief in het gebied.

‘Ik ben chef de poste d’encadrement hier in Lushebere. Mijn doel is de ontwikkeling van mijn entiteit. Traditionele leiders hangen maar wat rond zonder iets te doen, ze hebben geen kantoren, zijn zwak en werken nauwelijks’, verdedigt hij zich tegen de beschuldigingen van de traditionele leiders.

Geschiedenis van spanningen

Hoewel de spanningen tussen de gemeenschappen van Masisi teruggaan op de koloniale periode, verslechterden ze na de onafhankelijkheid en tijdens de jaren zeventig en tachtig. Er was de grote grondongelijkheid tussen kleine boeren en grootgrondbezitters die de lokale etnische scheidslijnen gedeeltelijk overlapte, en de invoering van een op verkiezingen gebaseerd politiek systeem.

Ook de veranderingen die in de vroege jaren tachtig in de wet op het burgerschap geïntroduceerd werden, speelden een rol. Twee keer, in de vroege jaren zestig en in 1993, telkens in een verkiezingsperiode en onder invloed van politieke leiders die etnische gevoelens misbruikten voor persoonlijk gewin, ontaardde de situatie in open gevechten tussen etnische milities.

Jongeren in het Katale-kamp, Masisi.

De chef de poste van Lushebere herinnert zich deze turbulente periode nog. Aan het eind van de jaren tachtig vormden zich tribale “mutualiteiten” op basis van solidariteit tussen leden van dezelfde gemeenschap. Aan Hutu-kant was er MAGRIVI, oftewel de Associatie van Boeren van Virunga, en aan Hunde-kant de Bushenge Hunde (letterlijk, “de Hunde ontmoetingsplaats”).

Deze twee zouden later onderling speerpuntmilities vormen die in 1993 tegen elkaar zouden strijden. In 1989 werd de chef de poste van Lushebere secretaris van de MAGRIVI. ‘De MAGRIVI besefte al snel dat de Bushenge Hunde van plan was de Hutu’s op te jagen en naar Rwanda terug te drijven’, zegt hij. ‘Mijn opa kwam in 1930 naar Masisi. Waar zou ik heen moeten in Rwanda? Daarom verzetten de jonge Hutu zich en streden ze tegen de jonge Hunde. Dat is hoe we elkaar uitgeroeid hebben.’

De ngo Artsen zonder Grenzen schat dat de etnische conflicten van 1993 in het grondgebied van Masisi, over een periode van drie maanden, tussen 6000 en 15.000 slachtoffers maakten. Voor de lokale bevolking markeerde de eerste ronde van geweld het begin van een oorlog die niet te stoppen viel.

Dit Hutu-gezin verliet het vluchtelingenkamp en keerde terug naar thuisdorp Bibotobolo. Op de achtergrond hun nieuwe huis.

De smaak van macht

Naast de bevolkingsverplaatsingen en grootschalige etnische herverdelingen van het grondgebied hervormde het geweld ook het lokale politieke landschap in Masisi, zoals de chef de poste van Lushebere uitlegt:

‘Vóór 1993 werden alle posten, traditionele en administratieve, bezet door Hunde. Er was bijvoorbeeld geen Hutu-prefect of schooldirecteur. Naast de traditionele leiders waren ook alle secretarissen en administratieve functies in handen van Hunde. De stammenoorlog van 1993 veranderde dat. We begonnen onszelf te regeren. De Hutu’s werden toen de leiders van de gemeenschap. We proefden de macht en als je eenmaal de smaak te pakken hebt is het moeilijk om te stoppen. Men zegt vaak dat het beter is te sterven dan de macht op te geven…’

‘Maar,’ vervolgt hij, ‘de AFDL (Alliantie van Democratische Krachten voor de Bevrijding) van Laurent-Desire Kabila kwam in 1996 en zei ons een einde te maken aan onze stammenoorlogen. Ze vertelden ons dat we de regering van Mobutu zouden omverwerpen, en in de nieuwe regering zou er ruimte zijn voor iedereen. Vanaf dat moment zeiden we “Laten we het werk delen; laat Hutu-secretarissen werken voor Hunde-leiders…” Daarom zijn de leiders tot op de dag van vandaag vaak lokale Hunde en zijn de Hutu hun secretarissen.’

Ook de secretaris van de chef de poste verwerpt de beschuldigingen van de Hunde-leiders. ‘Het is compleet verkeerd te stellen dat de traditionele macht met geweld geüsurpeerd is’, zegt hij. ‘Tot op heden is er geen enkele plaats die wordt beheerd door een Hutu of een Tutsi. Er zijn wel leiders die hun omgeving ontvlucht zijn ten gevolge van de onveiligheid, maar ze hebben altijd een interim achtergelaten die verslag uitbrengt. Zoek maar eens een officieel document getekend door een hoofd van de Hutu-gemeenschap. Er zijn er geen’, zegt hij, niet aangedaan door de klachten van de Hunde-leiders.

Zelfgemaakt speelgoed. Dit gezin in Nyabiondo (Masisi) moest op de vlucht voor geweld tussen gewapende groeperingen.

Zelfgemaakt speelgoed. Dit gezin in Nyabiondo (Masisi) moest op de vlucht voor geweld tussen gewapende groeperingen.

Regionale oorlogen

De komst van twee miljoen Rwandese Hutu-vluchtelingen in Kivu in 1994, waaronder veel daders van de genocide, en de twee Congolese oorlogen van 1996-1997 en 1998-2003, zouden de spanningen tussen de gemeenschappen in Masisi nog doen verergeren. Ze  werden letterlijk opgezogen in de dynamiek van de regionale oorlogen waar bijna alle landen in de regio van de Grote Meren bij betrokken waren (zo’n tiental landen).

De oorlogvoerende partijen gebruikten de belangen van de lokale etnische groepen om ze aan hun zijde te winnen en hun strijdersaantallen te doen toenemen. Van hun kant profiteerden veel lokale leiders van de oorlogen en de nieuwe allianties die hen toelieten hun politieke agenda te bevorderen.

Tijdens de tweede oorlog van 1998 tot 2003 vocht de Congolese regering van Laurent-Desire Kabila in Masisi tegen opstandelingen die door de buurlanden gesteund werden. De Hunde-gemeenschap koos (op enkele uitzonderingen na) de kant van de regering (door toetreding tot de gewapende Maï Maï-groepen), terwijl de Hutu- en Tutsi-gemeenschappen zich (opnieuw op enkele uitzonderingen na) aan de kant van de RCD-rebellen schaarden. RCD staat voor de Congolese Rally voor Democratie. Met de steun van Rwanda en Oeganda bezette die een groot deel van de Kivu’s.

Gedurende de oorlog werd door de etnische slachtingen de haat tussen de gemeenschappen van Masisi en Kivu exponentieel versterkt.

Vluchtelingenkamp in Katale (Masisi). In dit hutje woont Sifa (18) sinds november 2012.

Vluchtelingenkamp in Katale (Masisi). In dit hutje woont Sifa (18) sinds  2012.

De opkomst van de chef de poste

Het tijdperk van de RCD viel ook samen met nieuwe wijzigingen op het lokale machtsniveau van Masisi. Net als in andere gebieden wilde het RCD de macht dichter bij de lokale bevolking brengen, die vaak geïsoleerd was. De rebellie creëerde meerdere nieuwe postes d’encadrement, en deed hun aantal toenemen van twaalf tot 27. De Hutu-gemeenschap was dominant in het territorium en stond gunstig tegenover de RCD. Het was daarom vooral die gemeenschap die profiteerde van deze nieuwe posten, tot grote ergernis van de Hunde-leiders, die hun functies  toegeëigend zagen door de nieuwe Hutu-leiders.

De chef de poste van Nyabiondo komt uit de Hunde-gemeenschap en legt uit hoe deze vermenigvuldiging van leidinggevende posities, en hun erkenning door de centrale regering, een strategie was om te proberen de oorlog te beëindigen. ‘Zo wilde men de voormalige krijgsheren bezighouden.’ Het is een strategie die de traditionele leiders ongemakkelijk maakt.

Moeder met twee kinderen, op weg naar huis na een dag werken op de velden.

Moeder met twee kinderen, op weg naar huis na een dag werken op de velden.

De elites van Masisi

De nieuwe institutionele architectuur die in het kader van de decentralisatie geïmplementeerd wordt, voorziet echter niet langer in het bestaan ​​van de postes d’encadrement. Waar zullen dus de Hutu-leiders heen gaan die meestal deze posities in Masisi bezetten?

‘Ze zullen in de nieuwe steden werken die door de decentralisatie gecreëerd worden’, zegt de chef de poste van Lushebere. ‘Ikzelf zal moeten proberen verkozen te raken als burgemeester, als ik geluk heb’, zegt hij. Een andere leider van Lushebere is echter bang dat de decentralisatie veel lokale leiders werkloos zal maken. ‘Het riskeert een sterke invloed te hebben op de vrede in ons gebied’, zegt hij.

Usurpatie van de macht of niet, het zijn enkele getuigenissen die aantonen hoe acuut de meningsverschillen over het beheer van de lokale overheid blijven onder de elites van Masisi.

Terwijl de laatste nationale verkiezingen (november 2011) fel omstreden waren, vooral op het grondgebied van Masisi, zullen de provinciale en lokale verkiezingen de volgende toets vormen voor de autoriteiten van het territorium en de gemeenschappen. Voor het evenement, dat van groot belang is voor de lokale politiek, moet prioriteit worden gegeven aan een serener klimaat tussen de gemeenschappen van Masisi en hun respectievelijke leiders.

Want bij deze spelletjes en soms dodelijke politieke berekeningen zijn het vooral de lokale inwoners die als eerste de gevolgen dragen.

Alle foto’s © Alexis Bouvy.

 

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.