‘Actievoeren doet iedereen, elk op zijn manier’
Een jaar na Chili’s oktoberrevolutie: ‘De hele samenleving keert zich tegen de regering’
De coronacrisis mag de protesten in Chili in de kiem gesmoord hebben, het wantrouwen tegen de regering is verre van verdwenen. ‘Actievoeren doet iedereen, elk op zijn manier.’
De coronacrisis mag de protesten in Chili in de kiem gesmoord hebben, het wantrouwen tegen de regering is verre van verdwenen. Vandaag, zondag 25 oktober, brengen de Chilenen in een referendum hun stem uit voor of tegen het aanpassen van de grondwet. Wat staat er op het spel voor mensen op het Chileense platteland?
Een duur metroticket. Meer was er niet nodig in de Chileense hoofdstad om een volksprotest te ontketenen, dat vorig jaar op 19 oktober ontvlamde. De inzet gaat een pak verder dan betaalbaar openbaar vervoer. De voornamelijk in de steden protesterende Chilenen hopen op een volledige systeemverandering, een nieuwe grondwet, een betaalbaar leven.
‘Gewassen worden op grote schaal geteeld en dienen vooral voor de export. Dat komt de grote bedrijven ten goede, niet de kleine.’
Tweehonderd kilometer verwijderd van de metro in hoofdstad Santiago rijdt Rafael Patricio Espinoza Inostroza rond in een oude pick-uptruck. Een bumpersticker springt in het oog. ‘Yo ❤ ser campesino’, ik houd ervan boer te zijn. ‘Ik ben nochtans opgeleid als mechanieker en eerder toevallig boer geworden’, vertelt de mompelende, maar joviale ‘Don Rafael’ terwijl we ons een weg banen langs appelplantages. We zijn op weg van het provinciestadje Curicó naar zijn geboortedorp Sagrada Familia, een gehucht tussen de wijnranken in hartje Chili. ‘Die sticker vertelt de waarheid. Er is geen betere stiel dan de landbouw. Al krijgen wij boeren het in Chili hard te verduren.’
Dat beaamt professor Claudio Robles (Universidad Santiago de Chile), die gespecialiseerd is in agrarische geschiedenis en nationale politiek. ‘Sinds de jaren zeventig, na de staatsgreep van generaal Pinochet, is de Chileense landbouw geneoliberaliseerd. Gewassen zoals druiven en ander fruit worden op grote schaal geteeld en dienen vooral voor de export. Dat komt de grote bedrijven ten goede, niet de kleine.’
Don Rafael: ‘Als boer is het heel moeilijk om op te boksen tegen de grote bedrijven.’
David en Goliath
‘Kleine boeren zoals wij hebben het moeilijk. Het verbaast me niet dat er in Chili zoveel sociale onrust is.’ Dat zegt boer Juan Pablo (‘zeg maar Pablito’) Alvarado Quijada. Naar zijn wijngaard heeft Don Rafael mij gevoerd.
Tijdens een wandeling op het erf spreekt Pablito vol trots over zijn druiven – ‘daar, Cabernet Sauvignon!’ – en vol liefde over zijn band met Don Rafael, die aan het hoofd staat van de boerenassociatie – ‘een soort coöperatieve, al heeft dat woord een negatieve bijklank in Chili’ – waartoe boer Pablito behoort. ‘Zo kunnen we ons verenigen als kleine boeren’, zegt die daarover. ‘Anders komen we er gewoonweg niet.’
Als we terugwandelen naar de pick-uptruck van presidente Don Rafael, slaat Pablito’s toon om. Hij vertelt dat hij de wijngaard overgenomen heeft van zijn vader, na diens plots overlijden. Als oudste zoon voelde hij zich daartoe verplicht. Hij vindt het een fijne stiel, dat zeker. Maar meteen maakt hij duidelijk dat er veel uitdagingen mee gepaard gaan. ‘Oneerlijke concurrentie en ongelijkheid, om er maar twee te noemen.’
Spotgoedkope druiven
‘Ik heb al veel kleine boeren zien failliet gaan’, zucht Don Rafael wanneer we terugrijden naar Curicó. ‘Als boer is het heel moeilijk om op te boksen tegen de grote bedrijven. Wist je dat zo’n zestig procent van alle wijnhandel in Chili in handen is van acht grote bedrijven?’ Dat leert Don Rafael uit een rapport van Vinos de Chile, dat de lage prijzen toeschrijft aan een toename van zogenaamde bulkwijn: Grote bedrijven kunnen heel veel wijn produceren aan een lage prijs. ‘Daarmee is het onmogelijk concurreren.’
Dat soort ongelijkheid komt in heel Chili voor. ‘Pure machtsconcentratie’, duidt historicus Robles. ‘Grote bedrijven slokken kleintjes op. Dit gebeurt zowel in de landbouw als in andere sectoren.’
Tegen die mechanismen komen Chilenen van alle rangen en klassen sinds oktober vorig jaar op straat. ‘Onder hen veel boeren’, aldus Robles, al spreekt hij liever over ‘arbeiders’ dan ‘campesinos’. ‘Sinds diezelfde jaren zeventig zijn er nog maar weinig zelfstandige boeren. In de plaats daarvan huren grote bedrijven arbeiders in om op hun erf te komen werken. Die arbeiders wonen vaak niet eens op het platteland, maar in middelgrote steden. Ze krijgen zeer lage lonen en komen op straat om dat aan te klagen.’
Op weg naar een nieuwe grondwet
Zondag 25 oktober vindt in Chili een referendum plaats over het vervangen van de grondwet. De huidige grondwet, die ter discussie staat, dateert nog van de militaire dictatuur onder generaal Pinochet. De Chilenen die het afgelopen jaar massaal op straat kwamen, hopen zo het land ‘opnieuw uit te vinden’.
Uit een enquête van de Universidad de Desarrollo, een private universiteit in de Chileense havenstad Concepción, blijkt dat iets meer dan de helft van de Chilenen een nieuwe grondwet nodig vindt om de economische situatie te verbeteren. Bijna drie op de vier Chilenen zegt ‘zeker’ te zijn dat de gezondheidszorg, het onderwijs en het pensioenstelsel erop vooruit zouden gaan.
In het referendum hebben burgers twee keuzes: ofwel stemmen ze voor ‘aprueba’ (goedkeuring), om een nieuwe grondwet te initiëren, ofwel kiezen ze ‘rechazo’ (afkeuring) en laten de grondwet voor wat ze is. Als de meerderheid voor ‘aprueba’ stemt, dan zal er opnieuw een stemronde plaatsvinden, deze keer op 11 april 2021, om te bekijken wie de grondwet mag hervormen. De uiteindelijke nieuwe grondwet zou pas eind 2022 klaar zijn.
Het referendum was eerder gepland voor 26 april 2020, maar de coronamaatregelen in het zwaargetroffen Chili staken daar een stokje voor. De stembusgang gaat nu zondag wel door, zij het niet dat iets meer dan de helft van het land momenteel nog in quarantaine is. Wie woont in een dorp in lockdown en geen symptomen vertoont, mag evenwel gaan stemmen. Wie (mogelijk) besmet is met het coronavirus, mag dat niet. Wie dat toch doet, zal bestraft worden met een boete die kan oplopen tot 10 miljoen Chileense peso oftewel bijna 11.000 euro.
Update, 26 oktober 2020
25 oktober 2020 werd een historische dag. De stem van het Chileense volk was duidelijk: 78,27 procent van de burgers koos voor de hervorming van de grondwet. Ondanks de pandemie heeft meer dan de helft van de stemgerechtigde burgers een stem uitgebracht.
Nergens ligt de steun voor de hervorming hoger dan in het noorden van Chili, met 86,28 procent in de provincie Atacama en 84,23 procent in de provincie Antofagasta volgens de Chileense krant La Tercera. In geen enkele provincie overwint de stem voor ‘rechazo’ (afkeuring).
De laagste score voor ‘aprueba’ (goedkeuring) ligt in de centrale provincie Araucanía, met 66,84 procent van de stemmen. Laat dat net de regio zijn waar de meeste mapuche wonen: De oorspronkelijke bewoners die strijden om het recht op hun eigen territoria, maar zich al decennialang genegeerd voelen door de Chileense politiek. Hun vlag is uitgegroeid tot het symbool van de protestbeweging.
Angst zaaien
‘Wij, kleine wijnboeren, komen nochtans niet op straat’, zegt Don Rafael. ‘Ik steun die protesten, natuurlijk,’ wil hij benadrukken, ‘maar niet de manier waarop er nu geprotesteerd wordt.’ Don Rafael hekelt vooral het vele geweld tijdens de protesten. ‘Jongeren protesteren in het wilde weg, dat is mijn ervaring. De jeugd van tegenwoordig heeft geen geduld. En boeren zoals wij zullen daar de gevolgen van dragen.’ Zo wordt snel duidelijk dat de sociale onrust in Chili geen zwart-witverhaal is.
‘We zijn bang’, zegt Don Rafael. ‘Stel je voor dat bedrijven hier wegtrekken? Dat onze wijn niet meer kan geëxporteerd worden? Dat zou dramatisch zijn.’ Boer Pablito is dezelfde mening aangedaan. ‘De protesten mogen niet ten koste gaan van ons werk, van het beetje dat we hebben.’
Professor Robles begrijpt hun standpunt. ‘In tegenstelling tot veel andere landarbeiders, wonen zij wel nog in een kleine gemeenschap. Daar liggen de kaarten anders.’ Robles kadert hun angst in een politieke context waarbinnen grote bedrijven – hun concurrenten – onder een hoedje spelen met de regering. ‘Samen wakkeren ze die angsten aan, om zo de protesten proberen tegen te houden en hun eigen economische activiteiten te beschermen.’
‘Ze jagen niet enkel kleine zelfstandigen angst aan’, voegt hij daar nog aan toe. ‘De schrik, bijvoorbeeld voor werkloosheid, zit er bij veel burgers in. Ondanks die angst zijn mensen op straat blijven komen. Het protest is veranderd van een gewelddadig treffen in iets wat de regering nog minder kan tegenhouden: een evidentie.’
Wat is de impact van de coronacrisis op de protesten?
Na hevige protesten in het najaar van 2019 was de rust in grootsteden Santiago de Chile en Valparaíso begin 2020, tijdens de zomervakantie in Chili, teruggekeerd. Los van enkele opflakkeringen was het vooral afwachten tot de heropening van de universiteiten in maart, bevestigde ook professor Claudio Robles.
Net in maart brak ook in Chili de coronacrisis uit, waardoor de protesten in de kiem gesmoord werden. Afgezien van incidenten in mei en juli bleven zware protesten, gezien de voorzorgsmaatregelen, het grootste deel van het jaar uit.
Op de vooravond van de verjaardag van de protesten kwamen weer 25.000 manifestanten op straat. Over het algemeen ging het om vredevol protest. Enkele amokmakers zetten twee kerken in de hoofdstad in brand, wat minister van Binnenlandse Zaken Víctor Pérez enorm betreurt: In een persconferentie noemde hij het een ‘uiting van brutaliteit’.
Verwacht wordt dat het niet bij geïsoleerde incidenten zal blijven, al zal dat afhangen van het verdere verloop van de pandemie. Uit een enquête die het onafhankelijke Chileense onderzoeksbureau Criteria afgelopen maanden afgenomen heeft, bleek dat 64 procent van de bevraagde Chilenen verwacht dat de protesten heviger zullen terugkeren na de coronacrisis.
Niet dom te houden
‘Plots gebruikte de politie traangas. Op een plein vol spelende, doodsbange kinderen. Kan je je dat inbeelden? Zou zoiets kunnen in België?’ Katherine Figueroa vertelt over het moment waarop haar dorp, het centraalgelegen Quilpué, eind vorig jaar in estado de guerra ging, oorlogstoestand. ‘Na zes uur ’s avonds mochten we het huis niet meer uit. Protesten werden verboden, scholen gesloten.’
Ik ontmoet Katherine, haar man Luciano Novoa en hun guitige, schijnbaar onbevreesde kinderen van 12 en 8, Andrés en Matías, terwijl ze hun zomervakantie door Patagonië afronden, net voor de COVID-19-pandemie heel Zuid-Amerika in quarantaine dwong. Andrés vertelt honderduit over zijn daguitstap terwijl hij al smakkend een appelsien verorbert, maar de blik van Katherine blijft ernstig. Het is vooral Luciano die hoopvol klinkt als hij de heropening van de scholen schetst.
‘Het gewone lesprogramma werd geschrapt, buiten de wil van de minister van Onderwijs om’, vertelt Luciano. ‘Geen wiskunde meer, geen taal. In de plaats daarvan namen leerkrachten hun tijd om aan onze kinderen uit te leggen wat er juist aan het gebeuren is, en waarom. President Piñera wil niet dat mensen weten waarom er geprotesteerd wordt. Maar wij weten het, onze kinderen weten het. Dit systeem is onhoudbaar. Als wij onze twee kinderen naar de universiteit willen sturen, moeten wij per kind per schooljaar een jaarsalaris ophoesten. Reken maar eens uit.’
‘Wij hebben nog geluk’, zegt Katherine. Zij werkt als verkoopster, Luciano is informaticus. ‘De meeste Chilenen kunnen zich een reis in eigen land, zoals wij die nu maken, niet veroorloven. Patagonië is duur. Veel mensen moeten blijven waar ze zijn. Ze zullen nooit iets anders kennen dan hun eigen dorp. Ook zo houdt deze regering mensen dom.’
Iedereen arm
Op het platteland van Patagonië, zo’n tien uur rijden van waar het gezin Novoa-Figueroa rondreisde, woont de gepensioneerde Carolina Márquez. Ze heeft halflange haren, gedeeltelijk blond, gedeeltelijk grijs, en biedt thee, brood en avocado aan als vieruurtje. Carolina is afkomstig van het weinig aantrekkelijke havendorpje Puerto Cisnes en besliste om terug te keren naar haar geboortegrond na een carrière als ambtenaar in Santiago. ‘Met mijn loontje kon ik een huis kopen in Cisnes. Daar ben ik dankbaar om. Dit blijft mijn thuis.’
‘Thuis’ is het leven nochtans niet gemakkelijk. Carolina herhaalt wat Katherine zei over de prijzen in Patagonië. ‘Alles is hier duur. Veel duurder dan in de hoofdstad. Eten, benzine, elektriciteit…’ Dat beaamt professor Robles. ‘In gebieden verder van het centrum, zoals de provincie Aysén, is het leven veel onzekerder.’
‘Ik mag nog van geluk spreken’, zegt Carolina, met steeds minder overtuiging. ‘Mijn loon was wel oké. Anders had ik dit huis nooit kunnen kopen, had ik niet kunnen terugkeren.’ Ze neemt nog een slokje van haar thee. ‘Maar nu beleef ik een miserabel pensioen. In Patagonië is iedereen arm_._ Mijn man is boer, hij blijft werken. Door zijn groenten te verkopen, lukt het ons nog net om de eindjes aan elkaar te knopen.’
Wakker worden na de kolonisering
‘Het is dus vanzelfsprekend dat ik de protesten steun’, klinkt Carolina plots krachtdadiger. ‘Ja, er vindt veel geweld en vandalisme plaats tijdens de protesten’, herhaalt de vrouw de bedenkingen van boeren Pablito en Rafael. ‘De protesten hebben veel kapotgemaakt, maar ze hebben ook iets aangetoond. President Piñera valt nu volledig door de mand. Hij is een charlatan. Dat is nu – eindelijk – duidelijk voor iedereen.’
Het totale sociale ontwaken van dit land, zo lyrisch omschrijft Carolina de protesten. ‘Het Chileense volk is wakker geworden. Het is alsof mijn land lang gekoloniseerd is geweest, niet door Europeanen, maar door onze eigen mensen. Een kleine groep mensen heeft hier evenveel als de overgrote meerderheid. Het doel van zoveel ongelijkheid is anderen klein houden.’
De gepensioneerde vrouw begint kortstondig te neuriën. ‘Ons volkslied begint met dulce patria, zoet vaderland’, verklaart ze de melodie. ‘Er is niks dulce aan ongelijkheid en armoede is niet zoet. Vanaf nu laten we ons niet meer doen door charlatans. Deze omwenteling is niet meer te stoppen.’
‘De steun voor Piñera ligt historisch laag’, besluit geschiedkundige Robles. ‘De hele samenleving keert zich tegen de regering, elk vanuit hun eigen motivatie – links omwille van de ongelijkheid, rechts omwille van de sociale chaos die deze regering maar niet onder controle krijgt. De beweegredenen zijn divers, maar actievoeren doet iedereen. Elk op zijn eigen manier.’
De interviews met de getuigen en professor Claudio Robles dateren van net voor de coronacrisis.