Breekt de elektrische wagen in 2014 eindelijk door?

Terwijl Vlaanderen erin slaagt zijn broeikasgasemissies voor industrie en landbouw lichtjes te reduceren, lukt dat niet voor het transport, waar de emissies blijven stijgen, net als het fijn stof.
Een proeftuinproject met elektrische voertuigen zou daar verandering in moeten brengen.

Proeftuin Vlaanderen

In juli 2011 gaf Minister van Innovatie Ingrid Lieten haar goedkeuring aan een project voor vijf proeftuinplatformen voor elektrische voertuigen. Een proeftuinplatform is een samenwerkingsverband, een consortium van verschillende partners. De vijf consortia in dit project zijn EVA, EVTeLab, iMove, Olympus en Volt-Air.

Deelnemende bedrijven, organisaties of gemeenten krijgen een assortiment van elektrische voertuigen – fietsen, scooters, bestelwagens, personenwagens of vrachtwagens- ter beschikking gesteld. Bedoeling is het gebruik uit te testen, knelpunten op te sporen en de invoer ervan te versnellen. Het project maakt deel uit van Vlaanderen in Actie en kan rekenen op16,5 miljoen euro van de overheid, voor een totaal budget van 25 miljoen euro.

Terwijl er in Vlaanderen in 2010 welgeteld vijf plug-in hybride voertuigen en een twintigtal puur elektrische wagenmodellen op de markt waren, zullen er via de proeftuin een 400-tal voertuigen en meer dan 800 laadpunten in omloop komen.  

Ook Europa, met zijn klimaatplan 2020, voerde de druk voor de vergroening van het transport op met een aparte richtlijn in januari dit jaar. Als antwoord op die richtlijn stelt ons land zich tot doel om tegen 2020 207.000 laadpunten te hebben, waarvan er 21 000 publiek toegankelijk moeten zijn.    

EV-Point

EV-Point, installateur van oplaadpalen, maakt zich alvast op om in te spelen op die nieuwe mobiliteit. Na twee jaar voorbereiding- het zoeken naar de meest geschikte locaties, het uitbouwen van de financiële onderbouw, het ontwikkelen van een perfect werkend software programma- plaatste het bedrijf in augustus zijn eerste oplaadpaal. Op dit ogenblik is EV-Point aanwezig in alle Vlaamse provincies. Alex De Swaef van EV-Point: ‘Momenteel staan er een vijftigtal stationnetjes, zodanig dat er een basis is om te werken, maar er worden er elke week bijgeplaatst. Doel is om binnen een tijdspanne van zes jaar een totaal netwerk van 2500 oplaadpalen geïnstalleerd te hebben.’

EV-Point opteert voor de plaatsing bij horecazaken, hotels of fitnesscentra, waar mensen zich nuttig kunnen bezig houden bij het opladen.

Als een restaurant een oplaadpaal wil, is de installatie gratis indien de aanvrager er ook zonnepanelen bijneemt. Indien niet, kost zo’n installatie 800 euro. De Swaef: ‘Uiteindelijk heeft het restaurant er voordeel bij. We merken nu al dat bedrijven of restaurants die een paal geplaatst hebben, daardoor nieuwe klanten aantrekken. Handelsvertegenwoordigers die met een elektrisch voertuig rijden gaan nu eten waar ze hun voertuig kunnen laden. Bovendien krijgen die bedrijven of instanties meer zichtbaarheid omdat ook de gps in dat voertuig de laadpunten zal aangeven.’

Groene stroom is een voorwaarde voor EV-Point. De Swaef: ‘We onderscheiden ons op de markt met het feit dat onze oplaadpalen 100 procent hernieuwbare energie leveren. Op de plaatsen waar wij palen zetten, moet er groene stroom beschikbaar zijn, hetzij van zonnepanelen, hetzij van een leverancier van groene stroom zoals Ecopower of Lampiris.’ EV-Point werkt ook met Natuurpunt samen om dat groene aspect in de kijker te stellen.

Hernieuwbare energie en ook elektrisch rijden heeft in ons land al een lastig parcours moeten afleggen. Ook voor EV-Point was het niet evident om investeerders te vinden. De Swaef: ‘Investeerders overtuigen is misschien nog de moeilijkste klus geweest, omdat we niet enkel kapitaal zochten, maar ook kapitaal waar de kapitaalverstrekker een meerwaarde biedt aan het project. Zo hebben we mensen gevonden uit de bankenwereld,  mensen die een voorname functie bekleden bij het openbaar vervoer of die met hun eigen bedrijf ook actief zijn in de sector van hernieuwbare energie. Ook de Group Solar, ons eigen bedrijf van zonnepanelen, doet een belangrijke injectie.’

Multimodaal verkeer

De conventionele wagen vervangen door een elektrische wagen is echter onvoldoende. Om onze mobiliteit echt vooruit te helpen, moeten er op de eerste plaats minder auto’s op de wegen komen. Dat is ook het businessplan van EV-Point.

De Swaef: ‘We willen voor de toekomst een totaalproject voor duurzame mobiliteit aanbieden. De mensen hebben herlaadkaartjes voor de oplaadpaal, waar ze vooraf een bedrag opzetten. Die kaartjes zouden ook moeten kunnen gebruikt worden voor metro, bus of trein. Mensen kunnen bijvoorbeeld in Wetteren met de trein naar Gent, een bus naar een buitenwijk van Gent nemen en dan gebruik maken van een gehuurd elektrisch voertuig om naar een meer afgelegen plaats te rijden. We zijn daar stappen in aan het zetten. In combinatie met carpool parkings is dat best realiseerbaar.’

Bottlenecks

De Swaef zou graag nog meer stimuli zien vanuit de federale regering om elektrisch rijden te promoten. Het Vlaamse project is volgens De Swaef enigszins overbodig omdat het gegevens in kaart wil brengen in proefprojecten, over een realiteit waar men in het buitenland al alle informatie over verzameld heeft,  niet in proefprojecten maar in reële verkeerssituaties. Volgens De Swaef was dat geld beter geïnvesteerd in een belastingvoordeel voor de aankoop van een elektrisch voertuig voor particulieren.

Toch zijn er wel degelijk fiscale prikkels. Wie een elektrisch voertuig koopt, betaalt geen belasting op inverkeerstelling en ook geen rijtaks. Bedrijven kunnen daar bovenop de aankoop van een elektrische bedrijfswagen inbrengen als  “groene investering”. Wat bedrijven tot nog toe tegenhield, was de beperkte actieradius van zo’n elektrisch voertuig.

De Swaef: ‘Vandaag kan een elektrisch voertuig 150 tot 180 km afleggen met een laadbeurt. Er zijn weinig mensen  die meer dan 150 km doen met een bedrijfswagen. Voor wie dat wel doet, bouwen wij dit netwerk uit. Over zes jaar zullen, op zes gemeenten na, alle gemeenten in Vlaanderen een oplaadpunt van EV-Point hebben en in steden als Brussel  zullen dat er bijna 300 zijn, in Antwerpen voorzien we er bijna 200.

Doorbreken

Momenteel tel je voor een elektrische wagen nog heel wat meer euro’s neer dan voor een wagen met verbrandingsmotor. Maar volgens EV-Point kan je dat verschil compenseren omdat het verbruik per km een heel pak lager ligt (zo’n 2 tot 3 euro per 100 km). Maar ook in de wagens zal het keuzepallet in de toekomst uitbreiden. Volgens De Swaef is Renault vandaag het meest performante merk, dat al heel veel geïnvesteerd heeft in het elektrisch rijden. ‘Renauld Zoë bijvoorbeeld kan op een uur volledig opladen aan een gewone oplaadpaal. Voor andere wagens zijn daar grote laadstations voor nodig.’

Vlaanderen loopt met zijn wagenpark van 1200 wagens heel ver achter op buurlanden als Nederland (25 000 puur elektrische wagens), Noorwegen of Estland. Ook Duitsland presteert iets minder, wat alles te maken heeft met hun grote automerken. Volgens De Swaef zullen Mercedes, BMW en Volkswagen vanaf 2014 hun elektrische modellen volop op de markt brengen. ‘Het is veelbelovend wat er aan komt, vooral van Volkswagen, en dat zou wel eens voor de grote doorbraak kunnen zorgen.’

Peilingbureau’s als McKinsey schatten dat de elektrische wagens over enkele jaren 20 tot 25 procent van het Europese wagenpark zullen uitmaken. De Swaef houdt het op een voorzichtige 10 tot 15 procent. ‘België kan voldoende hernieuwbare energie maken om dit percentage van wagens te bevoorraden.’