'De Irakezen hebben al zoveel overleefd'

Iraaks-Londense schrijfster Haifa Zangana

De Londense Koerdisch-Iraakse schrijfster en kunstenares Haifa Zangana had als communistische activiste geen goede banden met het Baathregime van Saddam Hoessein. Maar ook met de huidige Iraakse regering heeft ze geen hoge pet op. Haar hoop legt ze bij de bevolking, die in december vorig jaar een tweede protestronde begon.

  • De Londense Koerdisch-Iraakse schrijfster Haifa Zangana

Haifa Zangana, werd in 1950 geboren in Bagdad. Ze verliet haar geboorteland nadat ze in het begin van de jaren 1970 werd opgesloten en gefolterd door het toenmalige Baathregime. Zangana publiceerde twee romans, drie verhalenbundels en schrijft regelmatig voor The Guardian, al-Ahram en al-Quds.
Naar aanleiding van de tiende verjaardag van de westerse invasie in Irak, is Haifa Zangana op maandag 18 maart in Studio Skoop in Gent en dinsdag 19 maart in het Brusselse Kaaitheater, op uitnodiging van Brussels Tribunal.

Als communistische activiste werd u door het Baathregime uitgespuugd. Vandaag, tien jaar nadat de Amerikanen en de Britten Irak binnenvielen, is de mensenrechtensituatie  niet verbeterd. Of is er toch iets veranderd?
Haifa Zangana: Een vergelijking tussen het Baathregime –dat overigens nooit democratie claimde– en een onwettige Amerikaanse invasie en bezetting –onder het mom van democratisering– is geen goed idee. De contexten zijn te verschillend.

Maar goed, de hoop van het Iraakse volk op democratie, die er initieel wel was, werd de kop ingedrukt en omgezet in zware teleurstelling. Noch onder de Amerikaanse bezetting noch onder het huidige proxyregime werden de inbreuken tegen de mensenrechten aangepakt. Integendeel, een grote groep vrouwen zit vandaag vast, enkel en alleen als drukkingsmiddel, als pasmunt voor familieleden die gezocht worden door het regime. Nu, tijdens de massale protesten in Irak, laat het regime sporadisch groepjes vrouwelijke gedetineerden vrij, maar dat is enkel om de opstandelingen te sussen.

Dat Irakezen hun angst opzij zetten, is nieuw.
Haifa Zangana: Niet helemaal. Ook Irak kende wel degelijk zijn revoltes tijdens de Arabische Lente in 2011, ook al werden de demonstraties die op 25 februari begonnen, bloedig de kop ingedrukt. 29 mensen kwamen toen om, er volgden massale arrestaties. Op 25 december 2012 besloten de Irakezen om daar toch een tweede ronde aan te breien. Hun geduld was op. Sinds die decemberdag bezetten honderdduizenden mensen centrale pleinen van steden in verschillende Iraakse provincies. Ze organiseren zich, richten comités op. Ze hebben gezien wat de kracht is van volgehouden geweldloos verzet, dat je daarmee, zeker als het buitenland meekijkt, een regime tot de orde kan roepen. En dat is, ondanks de repressieve houding van de regering, hoopvol.

Wat willen de demonstranten?
Haifa Zangana: Een zeer belangrijke eis is het afschaffen van de terrorisme-wet en bijgevolg de vrijlating van de vele gevangenen die daardoor onterecht in de cel zitten. Vooral Artikel 4 van de anti-terrorismewet staat ter discussie. Deze wet geeft een vrijgeleide aan de Iraakse veiligheidsdiensten om iedereen vast te zetten zonder arrestatiebevel. Dat betekent dat je kan worden gearresteerd op basis van een leeg papiertje, zonder recht op informatie, omdat je tot de “foute” sektarische groep behoort. Bovendien is er ook een ernstig probleem met de ongebreidelde macht van geheime informanten, die immuun zijn voor vervolging en betaald worden per hoofd waarover ze informatie geven. Hoe meer mensen je laat arresteren, hoe meer centen je binnenrijft. Dat is zeer pervers.

Veel rapporten, inclusief een rapport van het parlementair mensenrechtencomité dat in december werd vrijgegeven, hebben het ook over vrouwelijke gevangenen die overgeleverd werden aan seksuele intimidaties, tot verkrachting toe. Dit was voor de mensen de druppel, ze aanvaarden dat niet.

Volgens de Iraakse regering hebben de demonstraties een sektarische agenda, die gestuurd wordt door de soennieten.
Haifa Zangana: Pure propaganda. Demonstranten vragen ook om de afschaffing of minstens hervorming van de debaathificatiewetgeving. Dat doen ze heus niet met een eigen sektarische agenda. Deze wetgeving geeft juist vrij spel aan de sjiitische regering om mensen arbitrair op te pakken op basis van hun vermeende banden met het soennitische Baathregime. En dat is nu net het punt, lidmaatschap van de Baathpartij was tijdens het Baathregime nu eenmaal een normale gang van zaken. Je tekende zo’n papier als je een job wou hebben, als je wilde verhuizen, om deuren open te houden. Tekenen betekende niet dat je automatisch een toegewijde Saddam-volgeling was, dat weet elke Irakees.

Hoe belangrijk is de macht van tribale en religieuze leiders in Irak vandaag?
Haifa Zangana: Onder Saddam Hoessein sloot het seculiere Baathregime al tijdens de oorlog met Iran pacten met religieuze leiders. Hoessein wilde op die manier bepaalde gebieden controleren tegen buitenlandse invloeden. En tijdens de bezetting zochten de Amerikaanse troepen bescherming bij lokale tribale leiders, in ruil voor wapens. Niet  alle stammen gingen zomaar mee in deze strategie, maar er zijn wel zeker machtsverschuivingen gekomen, waar vooral religieuze invloeden zijn toegenomen. Vandaag steunt het sjiitische regime bijvoorbeeld sterk op de klerikale autoriteit in Najaf. Die nieuwe invloeden zijn ook te wijten aan het ontbreken van een sterke linkse invloed, helaas een mondiale trend. We hebben in Irak nooit ernstig nagedacht hoe we best omgaan met religieuze gevoelens in de samenleving. Al die dingen komen nu terug in ons gezicht.

Ik put hoop uit het fantastische gegeven dat mensen manieren ontwikkelen om zich te verzetten, en dat het een organisch, niet opgelegd proces is, van onderuit.

Economisch gaat het Irak ook niet voor de wind. Heeft niemand vooruitgang geboekt na de bezetting?
Haifa Zangana: De enige mensen die vooruitgang hebben geboekt, zijn de ambtenaren, goed voor 43 procent van de werkende bevolking in Irak. Hun lonen zijn gestegen. Alleen barst de ambtenarij uit zijn voegen en kost deze massa de staat hopen geld. Wie geen ambtenaar is, heeft het moeilijk. Voor je dagelijkse leven heb je basisdiensten nodig: gezondheidszorg, voedsel, elektriciteit, proper water, onderwijs, allemaal diensten die duur zijn geworden door de doorgedreven privatisering ervan. En ze bieden niet eens garanties: het water is vervuild, de elektriciteit gerantsoeneerd. Maar als weduwe –en Irak telt een tot twee miljoen weduwen– moet je met een uitkering van 63 euro een gezin met een gemiddelde grootte van 6,4 personen kunnen onderhouden. De gemiddelde huurpijs in Irak bedraagt 160 euro, de privé-markt die generatoren aanbiedt om het elektriciteitstekort op te vangen is duur, dus je kan heel terecht de vraag stellen hoe die vrouwen overleven. Het is niet voor niets dat er hevig geprotesteerd werd tegen de hervormingen van het voedselrantsoen, een sociale maatregel die werd ingevoerd tijdens het embargo tegen Irak.

 

Noord-Irak doet het economisch wel beter dan Bagdad, en zeker dan het zuiden.  
Haifa Zangana: Noord-Irak is al sinds de jaren negentig een veiliger economische haven, heeft op politiek vlak relatief gezien een veel stabielere balans, ook al heeft de corruptie zich daar ook diep geworteld. Ironisch genoeg worden de steden van Zuid-Irak, de sjiitische bastions waar de regering toch sterke banden mee heeft, aan hun lot overgelaten. Zuid-Irak blinkt uit in armoede, mensen overleven er met niets, de infrastructuur laat te wensen over. Dat is zelfs in de sjiitische heilige steden Najaf en Kerbala zo. Het religieuze toerisme leverde de nodige inkomsten voor een verbetering van de infrastructuur, maar de investeringen blijven beperkt tot de centra van de steden. De buitenwijken worden totaal genegeerd.

Hoe duurzaam is de economische koers van Noord-Irak?
Haifa Zangana: 17 procent van het centrale Iraakse budget moet volgens de afspraken naar Noord-Irak gaan. Alleen investeert de Koerdische regering dat geld niet in de reële industrie maar gaat een groot deel van het budget naar de Peshmerga, de lokale veiligheidsdiensten, het lokale leger, de politie. De Noord-Iraakse economie is een bubble: te olie- en gasafhankelijk, en de buitenlandse investeerders zijn er uit op snel geldgewin, bouwen schoppingsmalls, geven geen cent om ontwikkeling. Ook in Noord-Irak is corruptie stevig verankerd. Ook in de Koerdische regio zijn de problemen dus nog groot. Bovendien fnuikt het voortdurend politiek machtsspel tussen Erbil en de centrale regering in Bagdad elke vooruitgang, met de disputen over de bevoegdheden en budgetverdeling, de bestemming van het olierijke Kirkoek.

En dan heb je Turkije, die probeert in Noord-Irak voet aan grond te krijgen.
Haifa Zangana: Economisch kijkt Turkije vooral naar Noord-Irak, evident, maar strategisch heeft Turkije zoveel mogelijk de goedkeuring van Bagdad nodig.
Turkije en Noord-Irak zijn al decennia lang partners in de illegale oliesmokkel. Nu is er ook over veiligheid een alliantie tussen de Turkse regering en de regering Barzani. Turkije wil investeren in Noord-Iraakse olie maar de contracten worden tegengehouden door de centrale Iraakse regering. Zo legt al-Maliki behoorlijk wat druk op een aantal oliemaatschappijen om contracten met de Koerdische regio stop te zetten. Bagdad zwaait ook met de slogan dat de Iraakse, dus ook de Koerdische olie voor alle Irakezen is, noemt de Koerden niet solidair, gulzig.

In 2010 waren er de langverwachte nationale verkiezingen. Was er toch een sprankeltje hoop?
Haifa Zangana: Die verkiezingen waren bij voorbaat verloren, ze vertegenwoordigden Irak niet. Het waren verkiezingen van partijen die aan de hand liepen van de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, partijen die bovendien zelf manipulatief waren. De regeringspartijen hebben zich losgemaakt van de Amerikaanse invloed en zich vervolgens genesteld in stijgende corruptie. Miljarden Iraaks geld verdwijnen heel openlijk, schaamteloos, in broekzakoperaties van regeringsfunctionarissen.

Ik geloof dus niet in dit regime. Mijn hoop leg ik bij de gewone Irakezen die erin slagen om zonder keuze toch overeind te blijven en terug te vechten. De Irakezen hebben al zoveel overleefd: de oorlogen, het embargo, de Amerikaanse bezetting en de gevolgen ervan die naar een burgeroorlog neigen. Ik put hoop uit het fantastische gegeven dat mensen manieren ontwikkelen om zich te verzetten, en dat het een organisch, niet opgelegd proces is, van onderuit.
 

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.