Papaverteelt piekt in Afghanistan

2013 is een recordjaar voor de papaverteelt en dus wellicht ook voor de opium- en heroïneproductie in Afghanistan. Dat stelt een VN-rapport dat woensdag 13 november gepubliceerd werd. Dat is niet alleen een probleem voor Afghanistan, maar vooral voor landen waar de drugs verbruikt worden: heroïne in het Westen, opium in Iran.

  • UN Photo Een papaverveld in Afghanistan. UN Photo

Dit jaar werd opiumpapaver geteeld op 209.00 hectare, tegenover 193.000 ha vorig jaar. Een stijging van 36 procent. De opiumproductie dit jaar beloopt ongeveer 5.500 ton, en dat is een stijging van niet minder dan 49 procent tegenover vorig jaar.

De stijging doet zich vooral voor in de negen westelijke en zuidelijke provincies waar de opstand het sterkst staat en dus de controle van de Afghaanse regering het zwakst is. Volgens de VN vindt 89 procent van de papaverteelt plaats in de zuidelijke (68 procent) en westelijke (22 procent) provincies.

De hogere oogst doet de prijzen wat dalen, maar met 145 dollar per kilo blijft de opiumteelt voor veel boeren een veel lucratievere teelt dan bonen, graan of noten. Papaver is bovendien erg goed geschikt om in het moeilijke klimaat van Afghanistan te gedijen.

Onveiligheid

Het feit dat de papaverteelt vooral plaatsvindt in regio’s met zeer hoge onveiligheid als gevolg van de opstand tegen de regering Karzai en de westerse troepen, wordt vaak uitgelegd als een bewijs dat het vooral de taliban zijn die van de illegale productie en handel profiteren.

Een VN-rapport uit 2009 schatte echter dat de taliban dat jaar zo’n 150 miljoen dollar uit de handel in opiaten haalden, terwijl Afghaanse drugshandelaren 2,2 miljard winst maakten en Afghaanse boeren in totaal zo’n 440 miljoen dollar verdienden. Die “drugshandelaren” zijn in grote mate krijgsheren die in 2001-2002 door de Verenigde Staten en Groot-Brittannië terug aan de macht gebracht zijn, als vervanging van het verdreven talibanregime.

In Afghanistan schat men het aantal heroïne-laboratoria, waar de opiumpasta geraffineerd wordt tot de destructieve drug, op 300 tot 500, met een gezamenlijke output van 380 tot 400 ton jaarlijks. Die laboratoria bevinden zich zeker in de gebieden waar de greep van de overheid het zwakst is, maar dat belet niet dat de Navo van de meeste labo’s de ligging kent. Er wordt niet tegen opgetreden om de reeds gespannen relatie tussen de Navo-troepen en de Afghaanse overheid niet verder te verzuren.

Een VN-rapport uit 2011 schat dat er in totaal wel 10.000 tot 12.000 ton stocks aan opium, morfine en (in mindere mate) heroïne in Afghanistan opgeslagen ligt. Van de jaarlijkse export bereikte in 2011 150 ton Afghaanse heroïne Europa. 120 ton bleef in Azië en 45 ton was bestemd voor Afrika. Afrika wordt trouwens hoe langer hoe belangrijker voor de doorvoer van Afghaanse heroïne naar Europa. Het grootste deel van de opium wordt geëxporteerd naar Iran en Rusland.

Opium weegt op Iran

In doorvoerlanden als Iran zorgt die illegale export uit Afghanistan voor een sterke toename van georganiseerde criminaliteit en van verbruik en verslaving. De VN Drugsbestrijdingsorganisatie UNODC schat dat er jaarlijks duizend ton opium en 140 ton heroïne Iran binnenkomt vanuit Afghanistan en dat Iran zelf zo’n 390.000 heroïneverslaafden telt.

Het aantal opiumverslaafden is een veelvoud en loopt in de miljoenen. In totaal denkt UNODC dat Iraniërs jaarlijks zo’n 450 ton opium verbruiken, terwijl volgens de Iraanse overheid steeds meer jongeren overschakelen op de chemisch verwerkte en veel schadelijkere producten heroïne of crack.

Iran heeft er dus alle belang bij de instroom van Afghaanse drugs te stoppen en zet daarvoor aan de grens met Afghanistan en Pakistan ook de grote middelen in, tot en met honderden kilometers afsluitingen, wallen en vesten. In gevechten met de transporteurs verloren de voorbije dertig jaar al 3.700 Iraanse grenswachters het leven. Het resultaat is dat Iran met lengtes voorsprong de meeste drugs onderschept. In 2009 nam Iran 785 ton opiaten in beslag, terwijl de tweede in de lijst, Turkije, 109 ton onderschepte en nummer drie, Pakistan, 91 ton.

De meer pragmatische stromingen in de Iraanse politiek zoeken dan ook meer samenwerking met de drugsbestrijders van de VN en de VS, de ideologen van de harde lijn vermoeden dat de hele drugshandel vanuit Afghanistan een samenzwering is om de Islamitische Republiek te destabiliseren.

Half mei 2011 dreigde Iran zelfs even met het stopzetten van zijn inspanningen om de drugsstroom richting Europa in te dijken. ‘Als het Westen niet ophoudt met het bekritiseren van de mensenrechtensituatie in Iran, zullen wij alle illegale drugs vrij laten passeren’, zei het hoofd van de Iraanse Mensenrechtenraad, Mohammad Javad Larijani, die er ook op wees dat 74 procent van de terechtstellingen in Iran te maken hadden met de drugshandel.

Een lange, imperiale geschiedenis

De papaverplant werd in Afghanistan geïntroduceerd door Alexander de Grote, toen die het land grotendeels bezette in zijn mars naar Indië. Echte papaverteelt ontstond pas in de 18de en 19de eeuw, de periode dat het Britse imperium van Zuid-Azië de belangrijkste producent van opium maakte. Die productie was bestemd voor de Chinese markt, die manu militari opengebroken werd. Volgens de Indiase auteur Amitav Ghosh was opiumhandel in de negentiende eeuw goed voor de helft van het inkomen van Britse overheid in Indië en werden op de criminele winsten ook heel wat Amerikaanse financiële imeria gebouwd, onder andere van de familie van Franklin Delano Roosevelt.

In het midden van de twintigste eeuw werd de productie sterk teruggedrongen door koning Zahir Shah, onder druk van de prille Verenigde Naties en van de Verenigde Staten. Na de inval van de Sovjetunie in 1979 klapte de landbouwmarkt voor fruit, noten en katoen volkomen in elkaar, waardoor papaver zowat de enige overlevingsstrategie werd in ruraal Afghanistan.

In 1980 produceerde Afghanistan zo’n 200 ton opium, een decennium later (vlak na de terugtrekking van de Sovjetunie) was dat gestegen tot 1570 ton, in 1994 (op het hoogtepunt van de burgeroorlog- bedroeg de productie 3416 ton.

In diezelfde periode werd in buurland Pakistan de papaverteelt hardhandig aangepakt, waardoor de “industrie” op zoek ging naar andere velden en ruimtes om in te opereren. Die vond ze aan de andere klant van de vage grens. Jonathan Greenham, een landbouwdeskundige die meewerkte aan het uitroeiingsprogramma in Pakistan gaf later toe: ‘We duwden het probleem gewoon de grens over.’

Het enige jaar dat een echte uitzondering maakte in die langetermijngroei, was 2001. Als gevolg van een totaalverbod op papaverproductie dat midden 2000 uitgevaardigd werd door het talibanbestuur, werd in 2001 slechts 185 ton geoogst.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.