Scheepsafval bedreigt flora en fauna Caribisch gebied

Jaarlijks doen 50.000 schepen en 14,5 miljoen toeristen het Caribische gebied aan. Een cruiseschip heeft ongeveer 3.000 passagiers en produceert dagelijks tussen 400 en 1.200 kubieke meter afvalwater, volgens het VN-Milieuprogramma (UNEP). Passagiersschepen lozen per dag ook 70 liter toxisch afval in zee. Het gaat dan om fotochemicaliën, verf, oplosmiddelen en batterijen.

Ballastwater, dat gebruikt wordt om het schip tijdens de vaart stabieler en wendbaarder te maken, bevat vaak organismen van elders op de wereld. Die organismen kunnen het ecosysteem en de biodiversiteit in de regio schaden, zegt Cowell Lyn, consultant van een herstelproject in de haven van Kingston op Jamaica.

De binnendringende soorten bedreigen volgens Lyn de oorspronkelijke flora en fauna in het Caribische gebied, die al onder druk staat door ontbossing en verstedelijking. In de Dominicaanse Republiek zijn 186 niet-oorspronkelijke soorten aangetroffen, het grootste aantal in de regio. Daarna volgen Puerto Rico met 182 en de Bahamas met 159 soorten.

De regio heeft ook te maken met druk verkeer van olietankers. Enkele van de grootste producenten van ruwe olie zitten in Venezuela, Mexico, Colombia en de republiek Trinidad en Tobago. Geregeld belandt olie in zee, per ongeluk of als gevolg van slechte afvalverwerking.

De Baai van Havana, in Cuba, is het meest vervuild. Per kilo droog bezinksel werd door UNEP 1.200 milligram koolwaterstoffen zoals benzeen, naftaleen en zogenaamde ‘pak’s’ gemeten. In de haven van Kingston, op Jamaica, was dat 578 milligram per kilo.

Een aanvulling op de Internationale Conventie ter Voorkoming van Vervuiling door Schepen (MARPOL), die de lozing van olie, toxisch afval en vuilnis van schepen regelt, is nog steeds niet in werking getreden. In die aanvulling, die in 1993 al werd voorgesteld, wordt het Caribische gebied erkend als kwetsbare regio die extra bescherming nodig heeft.

De wijziging is nog niet doorgevoerd omdat de verschillende landen de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) nog niet hebben laten weten of er adequate faciliteiten beschikbaar zijn om het scheepsafval te verwerken. Secretaris-generaal Efthimios Mitropoulos van de IMO drong er vorig jaar tijdens een seminar in Barbados op aan om het gebied zo snel mogelijk de speciale status te geven. Die zou dan gelden voor alle eilanden in het Caribische gebied, maar ook voor de kustgebieden op het vasteland van Mexico tot Frans-Guyana. (JS/MM)