Opkomende landen investeren meer dan ooit in megaprojecten

Vooral in Latijns-Amerika zijn investeringen in infrastructuur tot recordhoogte gestegen, blijkt uit nieuwe cijfers van de Wereldbank. Dat is opmerkelijk, want de kritiek op zulke megaprojecten is enorm.

  • © Stefaan Anrys/MO* Werken aan de Renaissance Dam in Ethiopië, het grootste infrastructuurwerk ooit in het land. © Stefaan Anrys/MO*

Het totaal aan investeringen in water-, energie- en transportprojecten, met daarin een deelname van private partijen, bedroeg 107,5 miljard dollar. Maar liefst 73 procent vond plaats in slechts vijf landen – Brazilië, Colombia, India, Peru en Turkije. Latijns-Amerika was samen goed voor 55 procent van het totaal.

Metrolijn

De nieuwe cijfers zijn vrijgegeven door de database Private Participation in Infrastructure (PPI) van de Wereldbank. Hierin staan zesduizend projecten die tussen 1990 en 2014 in 139 landen zijn uitgevoerd. 33 projecten voor nieuwe wegen trokken 28,5 miljard dollar aan, vier in Brazilië en één in Turkije. Vijf vliegvelden trokken 13,2 miljard dollar aan. Eén metroproject in Lima bracht 5,3 miljard dollar aan investeringen binnen.

De investeringen in India en China liepen terug, naar respectievelijk 6,2 miljard dollar en 2,5 miljard dollar. Ook in sub-Sahara Afrika daalde het van 9,3 miljard dollar in 2013 tot 2,6 miljard dollar dit jaar.

Desondanks betekent dit een wereldwijde groei. Op de jaren tussen 2010 en 2012 na is dit het hoogste bedrag ooit, aldus de Wereldbank. Het weerspiegelt een brede consensus over het gebruik van publiek-private partnerschappen (PPP’s). En over het belang van wegen, energiecentrales en andere infrastructuur in de strijd tegen armoede.

Goed voor de rijken

Dat is opmerkelijk, want er is veel kritiek op de projecten. Een betere blik op de megaprojecten maakt duidelijk dat het vaak de rijksten zijn die er beter van worden, terwijl de armsten er juist door worden benadeeld.

Een betere blik op de megaprojecten maakt duidelijk dat het vaak de rijksten zijn die er beter van worden.

De meest geciteerde expert op het gebied van megaprojecten is Bent Flyvbjerg van de Universiteit van Oxford. Volgens hem is slechts één op de duizend projecten op tijd klaar, binnen het begrote budget en met de beloofde resultaten. Negen van de tien projecten vallen duurder uit, vaak meer dan 50 procent, wat door belastingbetalers moet worden bijgelegd.

Gepaste schaal

“Dat kan de nationale begroting van een land ruïneren”, zegt Nancy Alexander van de Duitse Heinrich Böll Stichting. Er is infrastructuur nodig, zegt ze, maar het is vooral belangrijk dat die plannen gericht zijn op de mensen die er het meest baat bij zouden hebben. “Of het nu gaat over onderwijs, gezondheidszorg, water of elektriciteit, projecten moeten op gepaste schaal worden uitgevoerd, om hun doelen te behalen. Maar het concept ‘gepaste schaal’ is uit het beleidsdiscours gehaald”, aldus Alexander. “In plaats van ‘small is beautiful’ is de leus nu ‘groter is beter’.”

De reden hiervoor, zeggen experts, is de drang om investeringen aan te trekken voor ontwikkeling. Dat gebeurt door publiek-private samenwerkingen en door ‘financialisatie’ van investeringen.

De G20 wil de zogenaamde infrastructurele kloof dichten door te putten uit de biljoenen dollars van institutionele beleggers, blijkt uit onderzoek van de Heinrich Böll Stichting, door infrastructuur neer te zetten als aparte vermogenscategorie. Zo kunnen beleggers handelen in financiële producten die hen een aandeel geeft in een portfolio van publiek-private projecten.

Dat heeft een risico, aldus Alexander. “Het maakt dergelijke infrastructuur afhankelijk van de grillen van de hordes investeerders.”

Grote gok

Op zo’n grote schaal inzetten op PPP’s is een grote gok, want het succes is nog niet bewezen. Sterker nog, de eigen evaluatiegroep IEG van de Wereldbank, die een steekproef deed onder 128 PPP’s die de Wereldbank heeft gefinancierd, ontdekte dat in de sector energiedistributie tweederde van de projecten is mislukt, en in de sector water 41 procent.

Uit ander onderzoek blijkt dat dit vaak komt doordat zulke megaprojecten zijn gericht op een mondiale vraag, in plaats van op een lokale. “Energieprojecten zijn bijvoorbeeld vaak bedoeld om een mijn te dienen, niet de bevolking”, zegt Alexander, “zoals het geval is met de Ingadam in Congo.”

De landen die volgens de Wereldbank nu zo veel geld binnenhalen voor infrastructuur, hebben geen goede reputatie in het beheren van megaprojecten. De meeste spoorwegen, havens, snelwegen en centrales in Brazilië lopen jaren achter op schema.

Dit is nog los van de directe gevolgen van megaprojecten op de lokale bevolking. Zo onthulde het Internationale Consortium van Onderzoeksjournalisten (ICIJ) dit voorjaar dat er voor megaprojecten, door de Wereldbank betaald, maar liefst 3,4 miljoen mensen zijn verdreven van hun huis of hun land, in tien jaar tijd.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.