China: Smog houdt vliegtuigen aan de grond

Al sinds half december kampen verschillende Chinese steden met smog. In de brede regio rond Peking werd alarmfase rood afgekondigd, de hoogste waarschuwingsfase op een schaal van vier.

Maar ook het begin van het nieuwe jaar brengt weinig verbetering. De smog zal volgens voorspellingen deze week niet optrekken.

Vliegtuigen aan de grond

Gisteren werden in Peking luchtvervuilingswaarden gemeten die 24 keer hoger liggen dan de veiligheidsdrempel die de Wereldgezondheidsorganisatie hanteert.

In havenstad Tianjin moesten driehonderd vliegtuigen aan de grond blijven.

Naast de schadelijke invloed op de gezondheid is ook het zicht in de stad slecht.

Verschillende hoofdwegen werden afgesloten en meer dan honderd vluchten werden geannuleerd. Alle intercity-bussen moesten halt houden bij het eindstation bij de luchthaven van Peking.

In havenstad Tianjin, de vierde grootste stad na Shanghai, Peking en Guangzhou, moesten driehonderd vliegtuigen aan de grond blijven. De smog blijft volgens de weersvoorspelling nog zeker tot 5 januari hangen.

De vervuiling is vooral een gevolg van de verbranding van steenkool, een veel gebruikte vorm van energieopwekking in de staalindustrie in de grote Chinese steden.

In de winter, als de verbranding van steenkool voor warmte in miljoenen particuliere huizen ook toeneemt, kan dit leiden tot dikke smog.

Oorlog aan de vervuiling

China verklaarde in 2014 ‘de oorlog aan de vervuiling’, maar slaagt er vooralsnog niet in om het tij te keren.

In een rapport van 20 december 2016 stelde Greenpeace Oost-Azië dat 460 miljoen Chinezen, het equivalent van de bevolking van de VS, Canada en Mexico samen, onder een smogwolk leven die groter is dan de gezamenlijke oppervlakte van Spanje en Portugal.