Open brief over Nigeria aan Ben Okri

 

Beste Ben,

 

Ik weet niet of ik je raad helemaal heb opgevolgd, tijdens mijn reis naar Nigeria.

Je had de lat ook wel hoog gelegd, met jouw lange brief. Reis niet met duisternis in je hart of je zal alleen duisternis vinden. Zoiets schreef je, toch?

Mijn reportage is een paar weken geleden gepubliceerd. Er zit veel duisternis in. Ze gaat over corruptie, geweld, hebzucht, ongelijkheid. En toch. Zoveel mensen hebben mij welkom geheten, prachtige mensen. Zodra ik echter achter mijn computer kruip en aanknopingspunten zoek voor mijn verhaal, dwaalt mijn geest gelijk af naar de dingen die ik weet, of meen te weten over Nigeria.

Doe je maskers af of je zal niets zien.

Voor een journalist is het veilig om te praten over wat er misgaat in Afrika. Als ik de duistere kant van jouw land belicht, zal twijfelen niemand aan het gewicht van mijn pen.

Neen, die kant van het verhaal is niet gelogen, maar zoals Chimamanda Ngozi Adichie schrijft. Het is the single story van Afrika. ‘Pas als we dat eenzijdige verhaal verlaten, als we beseffen dat geen enkel land te beschrijven is in één verhaal, herwinnen we een stuk van het paradijs’.

Ter mijner verdediging wil ik inbrengen dat ik soms het paradijs heb betreden, in Nigeria. Hebben mijn lezers daarvan een glimp mogen opvangen? Ik hoop het. Ging ik niet op zoek gaan naar hoe jongeren omgaan met de manco’s in je moederland en hoe zij het land heropbouwen?

Je brief was mijn reisgezel. Je spoorde me aan de wereld leeg en naakt tegemoet te treden, als een heilige in gebed of als een pelgrim. Je zou ook kunnen zeggen: ‘als een kind’. Een volwassene bekijkt alles vanuit de hoogte, vanop zijn stapel levensjaren. Die blik getekend door ervaring maakt alles vlak, gooit de dingen op een hoop en trekt het sap eruit. Alles is meer van hetzelfde. Hij weet dat zijn huis in een land ligt en dat er verschillende wegen naartoe leiden.

Niet mijn woorden. Ik heb ze gepikt uit Wandelen. Een filosofische gids door Frédéric Gros, een boek dat een dierbare vriend mij gaf.

Weet je, wij journalisten zijn dieven. Kruiers van woorden. Andermans woorden.

Een van mijn studenten – ik geef ook les – vroeg me of ik ‘fixers’ heb gebruikt tijdens mijn reis door Nigeria. Zelden, antwoordde ik. Ik heb me altijd veilig gevoeld. Nigerianen houden van journalisten, van schrijvers en van buitenlanders die interesse tonen in hun land.

Maar ik moet nederig zijn. Op amper tien dagen tijd kan je niet anders dan hersenen melken van Nigerianen. Hun gedachten en jouw impressies samengieten tot een verhaal. Zonder goede geesten op mijn pad, was ik niets.

Er is een pad van ingewijden. Vind het als je kan. Echte ingewijden zijn de meest betrouwbare mensen – het kan zijn dat je ze nooit zal vinden. Nu en dan zullen ze je helpen, zonder dat je het beseft.

Soms heb ik het pad der ingewijden waarover je schreef, bewandeld, denk ik. Aanvankelijk had ik ze aanzien voor de leden van geheime broederschappen, de studentenbendes met hun gewelddadige initiatierituelen; of de valse behoeders van het spirituele die mij een ticket verkochten tot het Osun-heiligdom in Osogbo. Hun auto-ongeluk kostte me bijna het leven. Ze rijden als gekken op jouw gevaarlijke wegen.

Sssst. Ik zou niet thuiskomen met reisverhalen. Nog een wijze raad die je me gaf.

Wat ik wil zeggen.. is dat ik veel geleerd heb, niet van de luidruchtigen, van zij die kabaal maken of uit zijn op hun eigenbelang. Wel van de stillen en de waarachtigen.

Alleen wanneer ik mijn oor te luisteren leg bij de stilte van hen die niet te citeren vallen,  kreeg ik een beter zicht. Je weet hoe zelden journalisten dat doen, gehaast als ze zijn.

Ik had jou gevraagd: ‘Schrijf. Of liever, teken mij jouw Nigeria.’ Alsof je de Kleine Prins was.

Je begon met het oplijsten van alle plekken die ik zeker moest aandoen.

Dus ging ik naar het platteland, waar de echte heiligdommen zijn. Ik bezocht Lagos, en niet enkel het Lagos van de rijken. Ik at in bukkas, trok op met schrijvers en area boys, zelfs met politiekers aan het werk. In de Delta bezocht ik niet de met olie vervuilde plekken – bang als ik was gekidnapt te worden– maar ik ging wel naar de dorpen en ontmoette een arm meisje dat slakken plukte in de vervuilde kreken. Ze verkocht ze voor een appel en een ei.

Ik ben niet in Minna geraakt, waar jij geboren bent. Ibadan heb ik wel bezocht. Abuja in het noorden ook, maar verder durfde ik niet. Had je me niet op het hart gedrukt op veilige wijze naar het Noorden te gaan? Ik was bang voor Boko Haram. Wie zou dat niet zijn?

Toch heb ik ze tegen het lijf gelopen, toen ik een schrijver interviewde die een roman over ze schreef, of tijdens een ontmoeting met een journalist die Chibok-meisjes had geïnterviewd. En op huisbezoek bij een slumdweller die ei zo na was omgekomen in een bomaanslag. Hij probeerde het trauma van zich af te schrijven in een lied.

Ooit zei je dat Nigerianen brekers zijn, bruisers. Wat een voorrecht was het om hierover met Jeremy Weate te praten, die verklapte hoeveel pijn en schaamte er achter dat ruige en vrijpostige masker schuilt.

De wereld is niet louter wat je ziet. Het is een bezwering. Wat je ziet, is wat je heimelijk zelf hebt opgeroepen.

Jouw woorden.

Ik noem het de val voor antropologen. Zoals het fenomeen van dat rode autootje, weet je wel? Wie er zelf een heeft, ziet plots overal rode auto’s opduiken.

Nu maak ik het belachelijk, toegegeven. Weet je, sommige van je collega’s vinden jouw schrijven te metafysisch, te ver van het alledaagse leven. Of het klopt, weet ik niet en ik maal er ook niet om. Je teksten bekoren me. Ik geloof in geest. In een band die verwantschap en kleur overstijgt. Trouwens, ik zou een slechte journalist zijn als ik niet wist te surfen op vertrouwen en verbondenheid.

Ik ben begonnen met een lijstje van dingen en plaatsen en ik eindig met een oproep tot geest. Waarheen denk je te gaan? Je gaat naar jezelf. Waar denk je dat je vandaan komt? Van datgeen dat eerst moet sterven, wil je opnieuw geboren worden. Zal je anders zijn dan bij je geboorte? Niet anders van jezelf dan een droom.

Ik had geen flauw idee, Ben. Ik heb het je gezegd. Nigeria heeft me in verwarring gebracht, precies waarvoor je me waarschuwde bij mijn vertrek uit België. Heb ik daarom tot vier keer mijn reportage moeten herschrijven, alvorens ik kon publiceren? Zelfs nu lijkt mijn stuk geen recht te doen aan de goede, inspirerende en transformatieve ervaringen die ik heb beleefd.

Misschien moet ik volgende keer harder mijn best doen. En het verhaal vertellen van die koffiedame die op eigen houtje tegen incest vecht en hierover spreekt met kinderen en ouders in kerken en op straat. Of vertellen over die wijze rastafari met het keitje aan de hals. Count your blessings staat in de steen gegrift. Wanneer iedereen naar de achtergrond verdwijnt en geroezemoes wordt, hoor ik zijn donkere stem en kijken wijd opengesperde ogen mij indringend aan.

Vond ik de bloem, het geschenk van de ware weg?

Yours sincerely,

Stef Anrys

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.