Afghanistan: wie telt de burgerdoden?

Zes jaar geleden lieten Britse en Amerikaanse bommenwerpers hun dodelijke balast vallen op Afghanistan onder het eufemistische etiket ‘Operation Enduring Freedom’. De VS namen wraak op de Taliban omwille van de aanslagen van 11 september door al Qaida een maand eerder.
Jaren daarvoor legde Washington nochtans mee de basis voor dit terreurnetwerk toen ze islamitische verzetsstrijders bewapenden tegen de Sovjetbezetting. De VS onderhielden bovendien tot enkele maanden daarvoor contact met de Taliban, met als grote kopzorg de aanleg van een pijplijn om de olie uit Centraal-Azië te ontsluiten. Daarvoor was er stabiliteit nodig.
Na de invasie werd niet alleen een VS-vriendelijk regime geïnstalleerd, maar ook gezorgd voor politieke eenheid en stabiliteit. Tenminste, dat dacht men. De jongste maanden is er een nieuwe opflakkering van geweld en groeit de confrontatie tussen de aanwezige Navo-bezettingstroepen en de aan populariteit winnende Taliban. Buiten Kaboel staat het Karzai-regime machteloos. De militaire operaties van de ISAF-‘vredes’macht maken veel burgerslachtoffers. De NAVO lijkt zijn greep op de situatie te verliezen.
Maar waar is Afghanistan in onze pers? Aan de zesde verjaardag van de invasie (7 oktober) lijken onze media weinig woorden te willen vuil maken. Een debat over het nut van onze Belgische troepen ter plaatse en de algemene NAVO-aanwezigheid is er al evenmin. Dat is eigenaardig, want er valt nochtans genoeg te berichten. Het is nog geen Irak, maar de dodentol is niettemin hoog.
Sinds de invasie zijn er al 706 NAVO-militairen en verschillende duizenden Afghaanse militairen gesneuveld. De burgerslachtoffers vergeet men zoals zo dikwijls te tellen, maar hun aantal moet al in de tienduizenden lopen. In 2006 ging het over meer dan 3.000 doden. Met de groeiende militaire activiteit van de Taliban en het tegenoffensief van de NAVO ziet het er naar uit dat ook de dodentol een vlucht zal nemen.
President Hamid Karzai heeft zich al behoorlijk boos gemaakt omdat er bij een aantal bombardementen tientallen burgerslachtoffers vielen die in militaire termen bij voorkeur ‘collateral damage’ worden genoemd. Elk jaar eist 11 september de aandacht van de wereldpers op. De invasie en daaropvolgende bezettingsoorlog is in Afghanistan inmiddels goed voor een veelvoud van het aantal 9/11-slachtoffers, maar niemand neemt de moeite om ze te tellen, leest hun namen voor of wijdt er een monument aan.
De vredesbeweging heeft zich verzet tegen deze oorlog want wraak is geen goede raadgever, zoals oorlog zelden tot oplossingen leidt. Vrede vzw vraagt een debat over Afghanistan en ziet geen heil in de Belgische aanwezigheid in Afghanistan.
Onze open Vredesraad van 9 oktober is helemaal aan Afghanistan gewijd. Bruno De Cordier (UG) geeft een inleiding over de regionale en internationale achtergronden van de huidige situatie in Afghanistan, gevolgd door een discussie over de aanwezigheid van de bezettingstroepen en dus ook de Belgische soldaten.
Ludo De Brabander, vzw Vrede

Op de website van MO.be is er plaats voor opiniestukken. Zelf een bijdrage leveren? Stuur je bericht naar webredactie@mo.be.


Open Vredesraad over Afghanistan met Bruno De Cordier (UG), dinsdag 9 oktober 2007 (19u30-21u30), Masereelhuis (Vrede vzw), Filips Van Arteveldestraat 35 9000 Gent

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.