De politieke staking is legitiem

'Ik hoop dat de werkonderbrekingen volstaan om de regeringen iets duidelijk te maken'

Eén ding is zeker: de maandagstakingen en de algemene staking hebben voor veel maatschappelijk debat gezorgd. Maar Gie Goris vindt dat de meest voorkomende vraag slecht beantwoord wordt: hoe politiek is deze staking? 

  • © Yves Herman 'De echte vraag is of de algemene staking het juiste actiemiddel is om het regeringsbeleid te veranderen.' © Yves Herman

Een staking is geen communicatiemiddel. Het is een instrument om de strijd tussen werkenden en het patronaat geweldloos, maar wel op het scherp van de snee te voeren, op momenten dat overleg en gesprek niets opleveren.

Het is een drukkingsmiddel van werkers die het productieproces stilleggen door hun weigering om arbeid te leveren.

Dit soort eenvoudige basiskennis lijkt breed te ontbreken in het debat over de algemene staking van 15 december, niet in het minst binnen de media waar men de neiging heeft de hele realiteit te reduceren tot perceptie en communicatie.

Ik ben, met andere woorden, niet geïnteresseerd in de vraag of de staking “goed overkomt” dan wel “kwaad bloed zet” bij de gebruikers van diensten die plat gaan of bij degenen die beslissen niet te staken. De echte vraag is of de algemene staking het juiste actiemiddel is om het regeringsbeleid te veranderen –want daar gaan de acties van de voorbije maand over.

Democratisch verkozen

‘Het beleid dat ervaren wordt als een beleid van sociale afbraak wordt gevoerd door politieke verkozenen, niet door wie getroffen wordt.’

Het is op zijn minst niet vanzelfsprekend om die vraag positief te beantwoorden. Het beleid dat ervaren wordt als een beleid van sociale afbraak - in de dubbele betekenis van het afbouwen van sociale rechten en verworvenheden, én van het afbreken van sociale cohesie en solidariteit - wordt immers gevoerd door politieke verkozenen, niet door de kapitaalbezitters en ondernemers die getroffen worden door het stakingsmiddel.

Die verkozenen wijzen dan ook op het democratische mandaat dat ze nog maar een paar maanden geleden gekregen hebben. Ze hebben, stellen ze terecht, de opdracht gekregen en aanvaard om in naam van een meerderheid van kiezers keuzes te maken en te realiseren.

Dat sommige politieke leiders - om Bart de Wever niet met name te noemen - die legitimiteit willen gebruiken om het verzet tegen hun beleid af te doen als antidemocratisch, is flauw. Politiek eindigt of begint niet bij verkiezingen, ze drukt zich daar enkel op een specifieke manier in uit.

Als de Vlaams-nationalisten zich de voorbije halve eeuw bij verkiezingsuitslagen hadden neergelegd, zou er allang geen sprake meer zijn van een Vlaams-nationalistische partij. Het exclusieve beroep op de verkiezingsoverwinning en het daarop gebaseerde regeerakkoord is in het beste geval een beginnersfout, in het slechtste geval zelf fundamenteel antidemocratisch.

Occupy ‘t Schoon Verdiep

‘Misschien moet eerst Antwerpen bezet worden, want de directieven voor wat in Brussel kan en mag besproken worden, lijken de jongste maanden toch vooral van op ’t Schoon Verdiep te komen.’

De acties van het vakbondsfront en van het middenveld dat zich verenigd heeft in Hart boven Hard richten zich dus tegen een politiek beleid. Is de algemene staking van 15 december dan een politieke staking? Ik zou geneigd zijn daar gewoon ja op te antwoorden, ware het niet dat het gebruik van die term impliceert dat vakbonden zich er niet mee mogen bezighouden en dat het bovendien om partijpolitiek misbruik van het stakingsmiddel gaat.

Die lezing van de beweging overschat echter in hoge mate de mobilisatiekracht van de huidige oppositiepartijen, zeker in Vlaanderen. Al valt het natuurlijk wel op dat een beleid dat in niet geringe mate een - weliswaar hardere, doorgedreven- voortzetting is van het besparings - en hervormingsbeleid van de vorige regering, vandaag exponentieel veel meer verzet en daadkracht oproept dan de voorbije jaren het geval was.

Een bezetting van Brussel zou een actievorm zijn die zich rechtstreeks tegen de bestuurbaarheid van het land - en dus tegen de verantwoordelijken daarvoor - richt. Of misschien moet eerst Antwerpen bezet worden, want de directieven voor wat in Brussel kan en mag besproken worden, lijken de jongste maanden toch vooral van op ’t Schoon Verdiep te komen. Zo een bezetting heeft internationaal heel wat voorbeelden. Dit jaar alleen al werd er in Hongkong, Islamabad en Kiev gebruik van gemaakt.

Als ze goed georganiseerd is, komen politici vanuit de hele wereld zelfs hun steun voor dat democratische actiemiddel uitspreken. Al moet ik daar meteen aan toevoegen dat een snelle evaluatie van allerhande Occupy-bewegingen leert dat succes en internationale steun vooral afhankelijk zijn van geopolitieke overwegingen. Wie de tegenstanders van westerse invloed en macht verzwakt, mag winnen. Wie in dat schema de verkeerde kant kiest, is er meestal aan voor de moeite. De kans dat een verzetsbeweging tegen een Belgische of Vlaamse besparingsregering solidariteitsbezoek krijgt van Amerikaanse ministers of de burgemeester van Kortrijk is dan ook klein.

De kiezers en de opdrachtgevers

Toch is de keuze voor een algemene staking niet louter ingegeven door een gebrek aan creativiteit - zoals communicatiespecialisten beweren, wellicht in de hoop ingehuurd te worden voor een paar sessies out-of-the-box denken voor sociaal verzet in de 21ste eeuw -, noch door (partij)politiek revanchisme. De voornaamste reden voor het gebruik van het economische strijdmiddel staking, is dat het beleid dat ons beloofd wordt voor de komende jaren gezien wordt als de uitvoering van de agenda van de ondernemers.

De meerderheidspartijen gebruiken hun democratische mandaat voor een beleid dat ingaat tegen korte- én langetermijnbelangen van de meerderheid van de huidige en toekomstige bevolking van dit land. Het applaus vanuit VBO, Voka en godbetert zelfs Unizo voor het beleid van sociale afbraak was zo groot en unaniem, dat er verder geen samenzweringstheoreticus nodig was om te besluiten dat de architecten van dat beleid in de werkgeverskoepels te vinden waren. En voor de christendemocraten die toch nog geloofden dat hun werknemersvertegenwoordigers er echt toe doen, zorgde nieuwjaarstoespraken van Charles Michel en Bart De Wever voor Voka voor een definitief einde aan de twijfel.

Een politiek middenveld

‘Als burger zou ik hopen dat de voorbije maand van werkonderbrekingen volstaat om de regeringen duidelijk te maken dat ze ontoelaatbare sociale grenzen overschreden hebben.’

De algemene staking van 15 december is daarom een politieke staking in de edelste betekenis van die term: een strijdmiddel tegen de ondemocratische overname van het beleid door de belangroepen van de één procent. Het is pas als de rijke ondernemers van dit land –want laat ons wel wezen, de kleine en middelgrote ondernemers hebben ook niets te zeggen, anders zouden de Vlaamse en Belgische regeringen wat omzichtiger omspringen met de koopkracht van de bevolking- vaststellen dat ze reële verliezen lijden door te insisteren op het besparingsbeleid, dat hun regering van koers zal veranderen.

Het is daarom essentieel dat op 15 december, en in de maanden van actie die daarop ongetwijfeld zullen volgen, niet alleen de openbare diensten plat gaan, maar ook de privé bedrijven; dat niet alleen de vakbonden hun gezamenlijk front aanhouden, maar ook dat het middenveld verder politiseert en duidelijk maakt dat het niet alleen bedoeld is om mensen “te verenigen”, maar ook om die mensen strijdbaar te maken in hun gerechtvaardigde streven naar persoonlijk geluk en maatschappelijk welzijn.

Als burger zou ik hopen dat de voorbije maand van werkonderbrekingen volstaat om de regeringen duidelijk te maken dat ze ontoelaatbare sociale grenzen overschreden hebben en dat er fundamenteel andere benaderingen nodig zijn om het land vooruit te helpen. Als waarnemer vrees ik echter dat de strijd lang en hard zal zijn. Fasten your seatbelts, want bij botsingen komt dat van pas.

P.S. Ik schrijf deze bedenkingen in persoonlijke naam, niet als hoofdredacteur, journalist of militant. Ik ben niet actief in de bewegingen die de acties van dit najaar gelanceerd hebben. Toen ik een uitnodiging kreeg om deel te nemen aan de oprichtingsvergaderingen van wat Hart boven Hard zou worden, heb ik bedankt. Omdat ik vond dat het mobiliseren van het brede middenveld moest gebeuren door de Verenigde Verenigingen, niet door een paar geëngageerde, maar toevallige burgers. Nu we enkele maanden verder zijn, is die koepel volkomen onmachtig en irrelevant gebleken. En als een platform op cruciale momenten niet kan handelen, dient het nergens toe. Ik ben op dat vlak dus een illusie armer, maar een beweging rijker.

Deze opinie verschijnt ook op deredactie.be.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.