Dossier: 

1 mei is ook in 2016 nodig: een programma in vijf punten

De Dag van de Arbeid confronteert ons met de complexe crisis waarin de Europese samenleving en welvaartsstaat zitten anno 2016. John Vandaele sprak met een heleboel denkers en doeners over die uitdagingen en over noodzakelijke antwoorden. Dat levert een 1 mei-programma op voor 2016. 

  • Glenn Halog (CC by-nc 2.0) Glenn Halog (CC by-nc 2.0)
  • Public domain (CC0) Werkloze mannen schuiven aan voor een gratis maaltijd tijdens de Grote Depressie (1931). Het bestaan van de sociale zekerheid verklaart mogelijk waarom de ontevredenheid bij de jongste crisis aanvankelijk minder groot was dan in de jaren dertig. Public domain (CC0)
  • Shreyans Bhansali (CC by-nc-sa 2.0) Ongelijkheid leidt tot instabiliteit, minder koopkrachtige vraag, minder goede vorming en gezondheid, en dus lagere productiviteit van de armste groepen, zegt ook het IMF Shreyans Bhansali (CC by-nc-sa 2.0)
  • © Bart Lasuy Waar de progressieven wel allemaal in geloven is dat de overheid op een of andere manier moet investeren in mensen en in infrastructuur, liefst van al in groen kapitaal. © Bart Lasuy
  • Een halve generatie migrantenjongeren vindt haar plaats niet in de West-Europese samenlevingen. Dat in combinatie met de geopolitieke spanningen in en om het Midden Oosten heeft geleid tot terreuraanslagen door “jongens die hier opgegroeid zijn”.
  • Ggia (CC by-sa 4.0) Branko Milanovic begrijpt dat massale migratie bedreigend kan overkomen voor de landen van aankomst. Daarom stelt hij voor dat tijdelijke arbeidsmigratie wordt georganiseerd Ggia (CC by-sa 4.0)

De kapitalistische wereldeconomie blijft een levend ding, grillig, onvoorspelbaar, onderhevig aan machtstrijd, aan strijd om marktmacht ook. Waardoor het systeem van tijd tot tijd dreigt ten onder te gaan aan zijn eigen contradicties, zoals Karl Marx destijds stelde.

Even was er, tussen 1995 en 2005, de periode van de zogenaamde “grote matiging”, het geloof dat men de duivels van het systeem had bedwongen. Dankzij nieuwe complexe financiële instrumenten, zo beweerden Alan Greenspan en co, kon men de eeuwige ups en downs, en zeker de zware crisissen, uitvlakken en voorkomen. Het bleek slechts illusie in de aanloop naar een zeer grote “down”, de grootste crisis van het systeem sinds de jaren dertig van de vorige eeuw, de Grote Depressie.

Waar staan we nu, acht jaar na het uitbreken van de crisis? Een röntgenfoto van de huidige situatie helpt om beter in te schatten wat mogelijke “progressieve” antwoorden zijn.

A. De feiten

Waar staan we nu acht jaar na het losbreken van de crisis? Hoe klopt het hart van het systeem? Een vergelijking met de Grote Depressie leert dat er veel opvallende gelijkenissen zijn, maar ook verschillen.

Terugkerende patronen

Een daarvan is dat de combinatie van een grote financiële sector (waarbij de lonen in de banksector hoger zijn dan in de andere sectoren) met groeiende inkomensongelijkheid een gevaarlijke combinatie is, die aanleiding kan geven tot een grote financiële crisis. Omdat men het gebrek aan inkomen van de laagste inkomensgroepen – een sociaal probleem dus – wil gaan oplossen met krediet. Beide voorwaarden waren voorhanden, zowel in de aanloop naar de Grote Depressie en als tussen 1990 en 2008.

Een tweede analogie is dat zo’n grote financiële crisis leidt tot een diepe destabilisering, het systeem kan zich niet zomaar herpakken. Het vertrouwen is zoek, schulden wegen op bedrijven, gezinnen en overheden. Er is deflatie, een zeer lage rente, en desondanks lage groei, en werkloosheid.

Maar er zijn ook verschillen

De Centrale Banken voerden onder leiding van Ben Bernanke, toenmalige baas van de Amerikaanse Centrale Bank, die de Grote Depressie van dichtbij had bestudeerd, dit keer een ander beleid dan tachtig jaar geleden. In plaats van de rentes op te trekken, gingen ze naar nul, en injecteerden de centrale banken volop geld in het systeem. Waardoor de banken bleven staan.

Een tweede verschil was natuurlijk dat in de meeste rijke landen de systemen van sociale bescherming ervoor zorgden dat de meeste mensen een inkomen bleven hebben. Waardoor de crisis op menselijk vlak minder zwaar was als toen – er was geen honger – en ook economisch minder diep: de sociale zekerheid werkt als een stabilisator die de ineenstorting van de vraag en dus de markt afremt. Dat verklaart mogelijks waarom de ontevredenheid bij de jongste crisis aanvankelijk minder groot was dan in de jaren dertig.

Public domain (CC0)

De onvrede verdiept

Sp-a-voorzitter John Crombez ziet ten gronde een groot verschil in de politieke reactie. ‘De reactie toen was de opbouw van sociale zekerheid. Nu is het omgekeerde gebeurd. Er is meer ongelijkheid gekomen, de sociale bescherming is afgebouwd, er werd bespaard op publieke voorzieningen terwijl de banken met veel belastinggeld zijn gered.’ En ook: de beurs die grotendeels eigendom is van de rijkste groepen, viert hoogtijdagen, terwijl de lonen in vele landen stagneren of zelfs dalen.

‘In de vorige crash werd de sociale zekerheid opgebouwd, nu wordt ze verzwakt’

De ontevredenheid hierover komt geleidelijk boven water. Verkiezingsresultaten en opiniepeilingen tonen dat de mensen zich in vele landen afkeren van de traditionele partijen en leiders en op zoek gaan naar nieuwe en/of meer extreme partijen die misschien wel een antwoord bieden op hun vragen.

De onvrede draait niet alleen rond het financieel stelsel, en de door Thomas Piketty zo sterk gedocumenteerde ongelijkheid, maar gaat nog dieper, en stelt vragen bij de globalisering, de vrijhandel. De verliezers van de globalisering in de rijke landen – lager geschoolde mensen die hun goed betaalde industriebanen zagen verdwijnen — beginnen meer en meer te wegen op de politiek. Een groeiende groep mensen voelt zich kwetsbaar, onbeschermd in de grote wereldeconomie. Gefragiliseerd. Als bovendien de sociale bescherming wordt afgebouwd, en je te horen krijgt dat werkloosheid je eigen fout is, voel je je ook sneller bedreigd door migranten die je ziet als concurrenten.

De Amerikaanse presidentskandidaat Donald Trump speelde daar met succes op in door de deportatie van 11 miljoen illegalen te beloven en door te zeggen dat ‘de wereld banen wegzuigt uit de VS’. Ook in Frankrijk kent Marine Le Pen succes met een discours dat zich afzet tegen vrijhandel en migratie. Ze pleit, net als Wilders of Oostenrijks extreem-rechts, voor een soort nationaal socialisme – het behoud van het sociaal stelsel en de tewerkstelling maar dan voor het eigen volk — en keren zich zo af van globalisering en zijn vrij verkeer van goederen en personen.

Trump: ‘De wereld zuigt banen weg uit de VS.’

Het zijn niet alleen maar woorden. Waar de handel tot voor kort elk jaar een stuk sneller groeide dan de economie, is dat sinds 2008 niet meer het geval. In dollartermen slonk vorig jaar de handel zelfs met dertien procent. Noch Trump, noch Clinton willen Obama’s handelsakkoord van de Stille Oceaan (TPP) goedkeuren. Het gevoel leeft dat China de grote winnaar is van het open handelsysteem en niet langer de VS of Europa.

Migratie, het verfoeide bastaardkind van de globalisering

Nieuwe migratiestromen als gevolg van conflicten, chaos, repressie en armoede leiden er in die context toe dat ook Europese lidstaten opnieuw prikkeldraad optrekken aan hun grenzen. Als het Verenigd Koninkrijk mogelijks wegwil uit de EU, heeft dat erg veel met migratiestromen te maken. Onder dat alles gisten in meerdere landen de slecht verwerkte oude migratiestromen: de integratie van Noord-Afrikaanse en Turkse moslimmigranten is in de EU niet goed gelukt.

Een halve generatie migrantenjongeren vindt haar plaats niet in de West-Europese samenlevingen. Dat in combinatie met de geopolitieke spanningen in en om het Midden Oosten heeft geleid tot terreuraanslagen door “jongens die hier opgegroeid zijn”. Migratie is ook niet meer wat het vroeger was: door de makkelijke communicatie blijven migranten meer verbonden met hun land van herkomst.

Bron: Youtube

Daarmee belanden we bij een nieuwe gelijkenis: xenofobie

Net als in de jaren dertig nemen de vreemdelingenhaat – die dit keer vaak de vorm aanneemt van Islamofobie – en meer algemeen, de spanningen tussen groepen mensen toe.

Net als in de jaren dertig neemt de vreemdelingenhaat toe.

Maar xenofobie is ook niet meer wat ze was. In de jaren dertig was er geen mensenrechtenverklaring die was opgesteld als reactie op de tweede wereldoorlog. We weten nu wat racisme en xenofobie kunnen doen. Er is ook een niveau van internationale samenwerking dat toen ondenkbaar was: diplomaten van alle landen ontmoeten elkaar courant. Nieuwe communicatietechnologie en makkelijk transport laten toe om die internationale kennismaking te verdiepen bij zakenmensen, academici, gewone burgers.

En last but not least: klimaatverandering is een onomkeerbare bedreiging van de sociale en ecologische stabiliteit. Een festijn waarbij we op enkele decennia de brandstoffen verbruiken die in miljoenen jaren in de ondergrond werden opgeslagen, dreigt in een globale milieucrisis uit te monden.

B. De contouren van een progressief antwoord

Maar wat zou op 1 mei 2016 een progressief antwoord op al die vragen kunnen zijn ? Een antwoord is dat dat vooral oog heeft voor wie kwetsbaar is, en dus voor de gelijkheid en broederlijkheid. Laat ons beginnen bij de economie.

1. Investeert, o, staat, in een groenere en sterkere samenleving !

Economen verschillen sterk over de recepten. Aan de ene kant is er de positie van de jaren dertig: we moeten niks doen, gewoon wachten, de markt zal de ziektes wel uitpuren. Daarin treffen we mensen als Geert Noels en veel Duitse economen. De andere kant waarschuwt: ‘Wellicht zal de markt ooit wel tot een heropleving leiden maar mensen zijn werkloos en zijn het wachten beu. En kiezen voor partijen met extreme oplossingen.’

Daarom kunnen we beter de deflatiespiraal doorbreken met een actief beleid. Op monetair gebied door geld bij te drukken, en het niet langer aan de banken te geven, maar gewoon aan de burgers. Dat is het zogenaamde helikoptergeld. ‘Men maakt daar een morele kwestie van’, zegt Paul De Grauwe, professor aan de London School of Economics. ‘Mensen mogen alleen maar geld verdienen door te werken, maar voor mij is het gewoon een techniek die je tijdelijk kan gebruiken om de economie te stimuleren, de deflatiespiraal te doorbreken.’

‘Helikoptergeld en negatieve rentes zijn de vermogensbelasting van de gewone man’

Het is iets waar sp-a-voorzitter John Crombez niet aan wil: helikoptergeld en negatieve rentes zijn voor hem de vermogensbelasting van de gewone man (zie het uitgebreide interview met Crombez dat zaterdag verschijnt).

Waar de progressieven wel allemaal in geloven is dat de overheid op een of andere manier moet investeren in mensen en in infrastructuur, liefst van al in groen kapitaal. Dat is dé manier waarop een links beleid de crisis moet tegengaan. Zeker nu het geld goedkoop is, en de investeringsnoden hoog: versleten tunnels, dringende nood aan de snelle uitbouw van hernieuwbare energie en bijhorend stroomnet, grote noden op onderwijsvlak (nieuwe scholen) en inzake sociale huisvesting…

© Bart Lasuy

De vrees dat dit de schuldenberg van de overheid vergroot, wordt op verschillende manieren gecounterd. John Crombez wil het liever met een apart fonds doen. De professoren De Grauwe en Koen Schoors (UGent) wijzen erop dat een schuld waar een actief tegenover staat, geen verandering brengt in de vermogenspositie van de overheid. ‘Wat willen onze kinderen liever: lage schulden maar geen openbaar vervoer en een kapot klimaat of hogere schulden maar een performant openbaar vervoer en een stabiel klimaat?’

Omdat klimaatverandering onomkeerbaar is, moeten we vooral groene investeringen doen.

Wie echt wakker is, beseft dat klimaatverandering onomkeerbaar is, en zal van dit unieke investeringsvenster gebruik maken om vooral reuzenstappen te zetten in de strijd tegen klimaatverandering.

Je kan het ietwat filosofisch ook zo stellen: de rationele wil van de mens, van de politiek, moet primeren op de grillen van de markt die zo dikwijls gestuurd wordt door de psychologie van de kudde, of het nu exuberant optimisme dan wel overdreven pessimisme is.

2. Herverdeelt !

Een meerderheid van Vlamingen wil een vermogensbelasting maar tot nu toe wil de regering deze grondstroom van het volk niet volgen. Panama Papers en andere “globale fiscale lekken” – met dank aan de journalisten aller landen!! – versterken de roep om een eerlijke fiscaliteit: een hogere belasting van het kapitaal en een lagere belasting van arbeid. En progressieve belastingen: wie veel verdient, moet veel bijdragen. Op dat vlak zijn de voorbije jaren grote stappen gezet op internationaal niveau met de automatische uitwisseling van bankgegevens tussen meer dan honderd staten.

In de VS kent de strijd voor het minimumloon van 15 dollar succes

Ook op andere manieren wordt gevochten tegen ongelijkheid. In de VS kent de vakbondscampagne voor een minimumloon van vijftien dollar onverhoopt succes met New York en Californië die al overstag gingen. Het gaat hier om hoogste stijging van het minimumloon sinds 1950 toen president Truman het minimumloon verdubbelde! In het Verenigd Koninkrijk is het dan weer de regering een living wage invoert. ‘In China zal het minimumloon in 2020 rond de 450 euro schommelen, hoger dan dat in negen EU-lidstaten,’ zegt Philippe Pochet, directeur van het Europees Vakbondsinstituut.

In de strijd om inkomen tussen arbeid en kapitaal, lijkt arbeid in deze onzekere tijden — en ondanks de globalisering — toch vooruitgang te kunnen boeken. Dat heeft zeker met sociale strijd te maken maar wellicht ook met politieke en ideologische verschuivingen.

In de hoogdagen van het neoliberalisme werd ongelijkheid gezien als een goed dat de economie stimuleert. Zelfs het Internationaal Muntfonds spreekt dat nu tegen: ongelijkheid leidt tot instabiliteit, minder koopkrachtige vraag, minder goede vorming en gezondheid, en dus lagere productiviteit van de armste groepen…

Shreyans Bhansali (CC by-nc-sa 2.0)

‘Als je voor het spoor vecht, moet je dat samen met de reiziger doen’

Vraag is of de arbeidersbeweging de juiste aanpak vindt om de ontevredenheid te vertalen in succesvolle acties. Philippe Pochet van het Europees Vakbondsinstituut vindt dat de bonden een breder verhaal moeten brengen dan alleen maar opkomen voor hun leden. ‘We staan voor grote veranderingen met het digitale tijdperk en op ecologisch gebied. De vakbonden moeten zich een partner in de verandering tonen.’

Ook John Crombez vindt dat de vakorganisaties fouten maken. ‘Als je voor het spoor vecht, moet je in de eerste plaats voor de dienstverlening vechten en niet voor het statuut. Als je dat doet, ga je de reiziger mee hebben.’

3 .Organiseert de migratie ten goede !

Open grenzen zijn niet per definitie progressief omdat ze kunnen leiden tot zoveel migratie dat ze de ontvangende samenleving in crisis storten. Te veel druk op huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg leidt tot een heuse backlash. De grote vraag is natuurlijk wanneer dat punt wordt bereikt.

Omdat migratie zoveel mensen helpt, mag je niet snel zeggen dat de boot vol is.

Branko Milanovic die al tijden de ongelijkheid tussen staten bestudeert, wijst erop dat migratie meer dan wat ook bijdraagt tot het dichten van de verschillen tussen landen. Als dat zo is, mogen we niet te snel zeggen: das boot ist voll.

Zegt de internationaal gerenommeerde filosoof Philippe Van Parijs: ‘Ik ben ervoor dat iedereen kan gaan wonen waar hij wil, maar dat kan alleen als niet te veel mensen tegelijk dat willen. In een wereld met zoveel ongelijkheid en met regio’s waar de bevolkingsexplosie nog niet voorbij is, is aan die voorwaarde niet voldaan. En dus moeten er grenzen bewaakt worden en beslist worden wie binnen mag, en wie niet. En dat zal altijd een graad van willekeur inhouden.’

‘In deze wereld zijn grenzen nodig’

En dus moet de migratie beheerst worden, benadrukt ook John Crombez. Als mensen het gevoel krijgen dat we de controle kwijt zijn, is de angst niet in te tomen.

Om snel in Van Parijs’ ideale wereld te komen, moeten we een globaal beleid voeren dat ongelijkheid bestrijdt. Bogdan Vandenberghe, directeur van 11.11.11 benadrukt daarom het belang van sociale bescherming, wereldwijd, uit te bouwen. ‘In de armste landen zullen de middelen daartoe van de rijke landen moeten komen. En verder: organiseer de migratie zelf in plaats van mensen te laten verdrinken op weg naar hier.’

Ggia (CC by-sa 4.0)

Milanovic begrijpt dat massale migratie bedreigend kan overkomen voor de landen van aankomst. Daarom stelt hij voor dat tijdelijke arbeidsmigratie wordt georganiseerd, waarbij de migranten wel veel meer verdienen dan in hun herkomstland, maar niet dezelfde rechten hebben als de locals. Dit is moerassig terrein waarin rechtvaardigheid wordt afgewogen tegen wat haalbaar is.

4. Pas wie vrijheid en gelijkheid realiseert, kan broederlijkheid oogsten

Het is progressief om gewoon veel energie en middelen te steken in het integreren van migranten. In het verleden werd teveel gedacht dat het allemaal vanzelf gaat.

Wat moet er dan gebeuren?

Zonder taalkennis kan je geen goeie burger en buur zijn

Taaltaaltaal. ‘Zonder taalkennis kan je geen goeie job verwerven, en geen goede burger of buur zijn. Je mag dat best wel wat forceren’, vindt Philippe Van Parijs die daarom begrip heeft voor de Vlaamse eis dat wie een sociale woning wil een inspanning levert om de taal te leren.

Er is uiteraard een hele discussie over identiteit en waarden. Filosofe Tinneke Beeckman vindt dat progressieve partijen kiezers verliezen als ze het daar niet over hebben. ‘De vragen “wie ben ik?” en “met wie deel ik een visie op de samenleving en met wie helemaal niet?” zijn belangrijk. Cultuur en taal maken daar deel van uit. Maar je kan dat breed invullen en het kan evolueren in de loop van je leven. Als je wil dat nieuwkomers achter de welvaartstaat staan, moet je het verhaal van onze sociale strijd aan de nieuwkomers vertellen.’ Een pleidooi dus om onze sociale verwezenlijkingen op een toegankelijke manier aan Mohammed met de Pet te vertellen.

Als je wil dat nieuwkomers achter de welvaartstaat staan, moeten ze het verhaal ervan kennen

Maar hoe gebruik je in een diverse samenleving “identiteit” zonder mensen uit te sluiten? Zo’n inclusieve identiteit is per definitie niet etnisch maar eerder territoriaal. De stad is van iedereen die er woont, zegt Dyab Abou Jahjah. Philippe Van Parijs: ‘We moeten allemaal het gevoel hebben bij de gemeenschap te horen, en dat de gemeenschap van ons is.’ Voor het in stand houden van een welvaartstaat, is dat gemeenschapsgevoel wellicht een voorwaarde. Natiestaten zijn het niveau waarop solidariteitsmechanismen zijn georganiseerd.

Grote vraag is dan hoe je tot dat gemeenschapsgevoel komt. Met respect voor de wetten en toepassing van de wet kom je al een heel eind. Dat betekent dat iedereen de waarden die achter de wetten schuilgaan op zijn minst aanvaardt.

Anderzijds betekenen die wetten die uitgaan van vrijheid en gelijkheid dat discriminatie en racisme op de arbeidsmarkt of de woonmarkt niet kunnen. Dat er geen gesegregeerde scholen zijn waar migranten minderwaardig onderwijs krijgen.

‘Dat is cruciaal’, zo stelt Dyab Abou Jahjah. ‘Verbondenheid groeit organisch op het werk, op de school, maar als mensen geen werk vinden, en in aparte scholen zitten, is dat moeilijk. Eerst moet er gelijkheid en vrijheid zijn, dan pas is broederlijkheid mogelijk.’

5. Betrekt de samenwerkende burgers !

Wie zijn de actoren die een progressief beleid moeten waarmaken? De overheid blijft belangrijk, zeker. Ook al is er weinig vertrouwen in de instellingen. Dat vertrouwen kan wellicht maar teruggewonnen worden als blijkt dat de politiek antwoorden biedt op de problemen. Dat is niet evident met vaak versnipperende autoriteiten tegenover internationale problemen.

De overheid kan vertrouwen herwinnen door oplossingen te bieden voor de problemen

De vakbewegingen, de georganiseerde werkers, blijven een zeer belangrijke speler. Een speler die evenwel meer moet doen dan de belangen van zijn leden te verdedigen, maar moet vooruitzien, meewerken aan de samenleving van morgen. Dat gebeurt ook wel, maar blijft goeddeels onzichtbaar.

Maar in deze digitale tijden moet en kan er ook veel meer van de samenleving komen. Het internet en de sociale media laten een snelle mobilisatie en het ontstaan van nieuwe sociale actoren toe. Soms vertaalt zich dat snel in harde politieke macht (Syriza, Ada Colau/Podemos in Barcelona, Tunesië na de Arabische Lente,… ), soms blijft vooral de bewustmaking over.

Er zijn veel burgers met tijd én skills. Ze kunnen van alles samen doen. Dat schept een gunstige context voor coöperaties: zij kunnen een lokaal economisch weefsel scheppen dat veel dichter bij de mensen staat. Zeker op stedelijk niveau kan participatie van het beleid een gedeelde zaak maken tussen bestuurders en burgers. Progressieve politici spelen daarop in. @de overheid: zet de deuren open voor de participerende burger.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.