Crisis in het Midden-Oosten
Arabische landen verstrikt in oorlog en ziekte
Mohamed Elsonpaty , Adel Aldaghbashy , Zeki Al-Droubi , Hazem Badr / IPS
14 september 2018
In het Midden-Oosten heeft conflict de deur geopend voor ziekte en epidemieën. Syrië worstelt met de zandmugziekte leishmaniasis, in Irak is polio na veertien jaar terug van weggeweest en Jemen kreeg te maken met ernstige opstoten van cholera. Volgens experts kunnen landen zelf meer doen om dit te voorkomen.
UN Photo/Sahem Rababah (CC BY-NC-ND 2.0)
Soms sterven er meer mensen door toedoen van ziekten die te maken hebben met oorlog of de nasleep van oorlog dan door het conflict zelf. Het effect van epidemieën blijft ook hangen in de tijd, zegt Ghassan Abu Sitta, hoofd van de afdeling plastische chirurgie van het American University Hospital (AUH) in Beiroet, Libanon.
Abu Sitta is een Palestijn uit Gaza die de laatste drie aanvallen door de Israëlische bezettingsmacht op het district heeft meegemaakt. Hij biedt hulp aan de gewonden.
Volgens hem laat de geschiedenis keer op keer het verband zien tussen oorlog en ziekte, en dat in verschillende delen van de wereld.
Slechte infrastructuur
“Oorlog en gewapend conflict creëren een vijandige omgeving voor de menselijke gezondheid en voor het leven”, zegt Abu Sitta.
Samer Jabbour, co-voorzitter van de Beirut Commissie over Syrië aan AUH, is van mening dat de omstandigheden die leiden tot de verspreiding van epidemieën in conflictgebieden verband houden met twee factoren: ten eerste een zwakke gezondheidssector nog voor het conflict begint, of zelfs de afwezigheid ervan, en ten tweede de ineenstorting van de sector tijdens het conflict.
“Deze combinatie leidt tot tragedies waar we nu voor staan”, zegt Jabour. Als voorbeeld verwijst hij naar Jemen. “De infrastructuur van de volksgezondheid verkeerde in een slechte staat, en deze nam nog af tijdens het conflict en leidde uiteindelijk tot de cholera-epidemie.”
Snelle respons
De verspreiding van ziekten en de onmacht om snel te reageren in tijden van oorlog tasten niet alleen de landen in de regio aan, zegt Mohammed Jassim, directeur van het Early Warning Alert and Response Network (EWARN) van de Syrische Assistance Coordination Unit. “Zelfs ontwikkelde landen zijn niet in staat om snel te reageren”, meent hij.
“Oorlog en gewapend conflict creëren een vijandige omgeving voor de menselijke gezondheid en voor het leven”
EWARN is een wereldwijd toezichtsysteem, legt Jassim uit. “Het werd opgezet om snelle respons mogelijk te maken in delen van de wereld die worden getroffen door oorlog of natuurrampen zoals vulkaanuitbarstingen of tsunami’s.” Het systeem evalueert ook de (mogelijke) verspreiding van ziektes, voor de situatie escaleert. “We proberen partners zoals de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en Unicef tijdig te verwittigen zodat snelle interventie mogelijk wordt.”
Internationale hulp soms enige optie
“De rol van internationale organisaties groeit niet alleen tijdens oorlogen en conflicten, soms zijn ze de enige optie”, zegt Yousuf Al-Haderi, de woordvoerder van het Jemenitische ministerie van Volksgezondheid, binnen de regering van de Ansar Allah Houthi-rebellengroepering.
“De rol van het ministerie is om die organisaties te helpen om de gezondheidssector in het land te ondersteunen”.
Mamunur Rahman Malik, regionaal directeur van de WHO voor het oostelijke Middellandse Zeegebied, bevestigt dat zijn organisatie “conflictlanden in de regio helpt bij het vroegtijdig opsporen van epidemieën, het opzetten van vroege waarschuwingssystemen of het inschatten van de risico’s om zo te zorgen voor een optimale staat van paraatheid”, naast de nodige technische assistentie en medische interventies.
Andere internationale organisaties hanteren een andere aanpak. “Onze prioriteit ligt onder meer in vaccinatieprogramma’s, of het nu routinematig is, in regio’s met weinig conflicten of in vluchtelingenkampen”, zegt Khaled Al-Shaikh van Artsen zonder Grenzen (AZG). De organisatie is begonnen met het vaccineren van vluchtelingen sinds de uitbraak van conflict in de regio in 2012, onder meer in Jemen, Jordanië, Syrië, Irak en Libanon.
Medisch beperkt
Conflict brengt altijd specifieke uitdagingen met zich mee, zegt Malik. “De grootste uitdaging is diegenen bereiken die medische zorg nodig hebben omdat de situatie onveilig is. Ook is het vaak moeilijk om medische hulp te bieden omdat het transportsysteem is vernietigd, de communicatiemiddelen of de infrastructuur van het gezondheidssysteem.”
Verder leiden honger en verminderde weerstand er vaak toe dat ziekten zich sneller kunnen verspreiden. De beschikbare financiering is vaak ook te beperkt om snelle respons mogelijk te maken.
“De grootste uitdaging is diegenen bereiken die medische zorg nodig hebben omdat de situatie onveilig is.”
Al-Shaikh voegt nog meer toe aan de lijst. “Er is de afwezigheid van routinematige vaccinatie, preventieve behandelingen en natuurlijk ook de beperkte mogelijkheden van het medisch personeel, door de beperkte aanwezigheid van apparatuur en medicijnen, in vergelijking met het hoge aantal mensen dat medische zorg nodig heeft.”
Sterven aan cholera
Al-Haderi is gefrustreerd door het onvermogen om de crisis in Jemen in te dammen. “In de 21e eeuw is het een schande om te praten over de dood van zelfs maar één persoon door toedoen van cholera”, zegt hij. “Hoe kunnen we dan praten over 2100 geregistreerde sterfgevallen, en waarschijnlijk nog velen meer die in Jemen aan deze ziekte zijn gestorven door een gebrek aan goede opvolging?”
“Er zijn veel inspanningen geweest waarvoor we de internationale organisaties danken”, zegt hij, “maar ze zijn onvoldoende om alle gezondheidsbehoeften in Jemen te dekken.”
Al-Haderi is van mening dat de daden niet overeen komen met de beschikbare middelen, en al helemaal niet met de staat van urgentie in het land.
Grensoverschrijdend
Epidemies die worden uitgelokt door conflict blijven ook niet altijd netjes binnen de grenzen van een land, maar steken die soms over.
Bij de uitbraak van polio in Syrië in 2014 was er bijvoorbeeld een internationaal gezondheidsrisico omdat de ziekte zich had kunnen verspreiden naar buurlanden zoals Turkije.
De WHO neemt deze risico’s zeer ernstig, zegt Mohamed Jenidi, directeur overdraagbare ziekten bij het ministerie van Volksgezondheid en Bevolking in Egypte.
“De administratie stuurt regelmatig berichten naar de verantwoordelijken voor quarantaines op Egyptische luchthavens en in de havens. Die bevatten lijsten met door de WHO gespecificeerde landen, zodat nauwkeurige medische opvolging kan gebeuren bij passagiers afkomstig uit deze landen”, zegt hij.
In reactie op de cholera-uitbraak in Jemen bijvoorbeeld, stuurde de afdeling van Jenidi onlangs een bulletin met richtlijnen voor het testen en opvolgen van passagiers die arriveren vanuit Jemen. Vergelijkbare waarschuwingen werden al verstuurd voor passagiers uit de landen in Afrika ten zuiden van de Sahara na uitbraken van riftdalkoorts en lassakoorts.
Basisprincipes humanitair werk
Directeur van het Instituut Pasteur in Algerije, Zoubir Harrat, benadrukt het belang van aangehouden monitoring van de volksgezondheid om de verspreiding van epidemische ziekten te voorkomen. Een richtlijn die vereist dat gezondheidsautoriteiten handelen van zodra een besmetting wordt vastgesteld, werd verankerd in een nieuwe gezondheidswet in Algerije die in mei 2018 werd geratificeerd.
Volgens Harrat bereidt het instituut gedetailleerde rapporten voor over wat er preventief moet worden gedaan, vooral tijdens het seizoen van de hadj, wanneer honderd duizenden naar Mekka trekken waardoor ziekten meer kans maken om zich snel te verspreiden.
Jabbour herinnert aan de vier basisprincipes van humanitair werk die in alle gevallen moeten worden toegepast: menselijkheid, neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid. “Maar het probleem is dat die principes worden geschonden door conflicterende partijen”, zegt hij.
“De oplossingen die worden geïmplementeerd, zijn meer van tijdelijke aard dan dat het radicale langetermijnoplossingen zijn” vult Jabbour aan. In dit scenario is hij van mening dat “alle inspanningen ontoereikend zijn zolang een conflict voortduurt.”