Balanceren op een wankele muur
Louis Michel die zijn woorden wikt, daar wil MO* bij zijn. De Israëlische regering was tevreden na het recente bezoek van onze minister van Buitenlandse Zaken. De Palestijnen wachten op de terugkeer van de Michel die zij kenden uit de vorige regeerperiode. Intussen bouwt iedereen verder aan de Muur.
‘Une page est tournée, een hoofdstuk is afgesloten’, zei minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel na afloop van zijn ontmoeting met zijn Israëlische collega, half februari in Jeruzalem. Voor het eerst combineerde Michel zijn staatsbezoek aan Israël niet met een bezoek aan de Palestijnse gebieden. ‘De uitlatingen van sommige van onze Belgische parlementsleden en opinieleiders, en het misbruik van de genocidewet, hebben in Israël de indruk gewekt dat België partijdig zou zijn in het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Nu zijn de plooien gladgestreken en begint er een nieuwe fase in de bilaterale betrekkingen’, aldus Louis Michel.
Of België nog ambities koestert om een rol te spelen in het Midden-Oosten? ‘Ik ben ervan overtuigd dat de Europese Unie een belangrijke rol te spelen heeft in het Midden-Oosten, alleen kan België momenteel zijn nek niet uitsteken’, zei een opvallend diplomatische Michel. ‘Eerst moeten we ervoor zorgen dat we het vertrouwen van Israël terugwinnen, dat onze relatie met het land normaliseert.’ Israël zelf zit niet te wachten op Europese initiatieven. ‘Vandaag is de Europese Unie met vijftien, morgen met vijfentwintig. Is onder deze omstandigheden een eenduidige besluitvorming mogelijk?’, vroeg de woordvoerder van Buitenlandse Zaken van Israël, een stuk minder diplomatisch.
Belastingen als wapen
In Oost-Jeruzalem en in Ramallah rekent men wel op de steun van België en andere Europese landen. ‘De machtsverhoudingen zijn zo ongelijk dat er, zonder steun van buitenaf, geen einde gemaakt kan worden aan de bezetting’, zegt Naim Abu Teir, voorzitter van de HWC (Union of Healthwork Committees) in Oost-Jeruzalem. ‘Israël beschikt over een van de grootste militaire en nucleaire arsenalen ter wereld en de Palestijnen hebben alleen hun wilskracht om tegen de bezetting te vechten.’ Naim Abu Teir is dokter en zijn organisatie biedt medische en sociale dienstverlening in Oost-Jeruzalem, Gaza en de bezette gebieden. Zeventig tot tachtig procent van de Palestijnen leeft onder de armoedegrens, twintig procent is werkloos en zeker in Oost-Jeruzalem is er een nijpend tekort aan woningen. ‘Het wordt de Palestijnen onmogelijk gemaakt om nieuwe woningen te bouwen, terwijl de Israëlische kolonisten alle faciliteiten krijgen voor de inplanting van hun nederzettingen.’
Volgens Abu Teir is het beleid er op gericht de Palestijnen uiteindelijk uit de stad te verdrijven. ‘Voor een lapje grond van 110 vierkante meter kan de bouwvergunning tot 30.000 dollar kosten, dat wil zeggen twee tot drie keer de kostprijs van de bouw zelf. Wie zonder vergunning toch bouwt, riskeert een heel hoge boete en in de meeste gevallen wordt het huis gewoon met de grond gelijk gemaakt’. Ook via het belastingssysteem probeert men greep te krijgen op de Palestijnen in Oost-Jeruzalem. ‘Elk gezin betaalt tussen 50 en 400 dollar per maand aan belastingen, naargelang de ligging en de staat van de woning. Ondanks die hoge belastingen krijgt Oost-Jeruzalem amper voor één derde van de 120 scholen overheidssubsidie.
‘De Muur maakt de al zo moeilijke situatie van de Palestijnen in Jeruzalem alleen maar erger en werkt de “verjoodsing” van de stad in de hand’, zegt Naim Abu Teir. Gemeenten zoals Abu Dis en Al Izarriya, die voor de Palestijnen deel uitmaken van Oost-Jeruzalem, worden door de Muur van de stad afgesneden. Deze gemeenten en Oost-Jeruzalem zijn economisch en sociaal afhankelijk van elkaar. Werknemers en handelaars ondervinden hinder van de Muur, maar ook voor studenten is het een opgave geworden op de universiteit te geraken. ‘Ze moeten elke dag over de muur kruipen of een grote omweg maken, en de dagelijkse controles zorgen voor urenlange vertragingen. Soms halen ze de les gewoonweg niet. Ze willen de studenten treffen’, zeggen Abir en Mounir, twee studenten van Al-Quds universiteit in Abu Dis. ‘Ze willen ons in onze ontwikkeling belemmeren, ze willen ons vernederen en laten zien wie de baas is’.
Klagen over de Muur
Wat een Apartheidsmuur voor de Palestijnen is, is een Veiligheidsmuur voor de Israëli. ‘En het werkt’, zegt een Israëlische woordvoerder van Buitenlandse Zaken in Jeruzalem. ‘Sinds de bouw van de Muur zijn de terroristische aanslagen met dertig procent verminderd.’ Louis Michel is minder overtuigd van de voordelen van het bouwwerk: ‘De Muur zoals die nu geconcipieerd is, zal toekomstige onderhandelingen bemoeilijken. Anderzijds vinden we het geen goed idee om de Muur aan te vechten voor het Internationale Gerechtshof in Den Haag. Dat zou een oplossing van het conflict alleen maar verder bemoeilijken’.
In Ramallah wordt er minder omzichtig omgesprongen met woorden. ‘Stop er nu toch eens mee de bezetting van Palestijns grondgebied te beschrijven als een interne zaak van Israël. Het gaat hier om een bezettingsmacht en een bezet volk. Als Israël vindt dat de bouw van een Muur nodig is voor zijn veiligheid, dan moet het die bouwen op zijn grondgebied, niet binnen Palestijnse dorpen, niet door het annexeren van meer grondgebied’, zegt Khaled Saifi, één van de drijvende krachten achter Almubadara, een oppositiebeweging onder leiding van Moustapha Barghouti. Voor Saifi betekent de Muur de tweede fase in het Zionistisch project om heel Palestina in te palmen. De eerste fase werd voltooid in 1948 met het verdrijven van 700.000 Palestijnen, de Muur zal nog eens 600.000 Palestijnen dwingen om te verhuizen. Saifi:’De Muur zal de toekomstige Palestijnse staat tot dertig kleine gevangenissen reduceren’.
De Muur én de nederzettingen worden gebouwd door Palestijnse arbeiders, hoe onvoorstelbaar dat ook is. ‘De mensen zijn moe’, legt Naim Abu Teir uit. ‘Ze zijn bezig met overleven. De zwijgende meerderheid gelooft niet meer in de Palestijnse partijen, noch in de internationale gemeenschap.’ Volgens Khaled Saifi heeft dat te maken met de teleurstelling over de Oslo-akkoorden die na acht jaar nog steeds niet tot de afgesproken terugtrekking van Israël hebben geleid en over de Palestijnse leiders die, aldus Saifi, ‘eerder voor corruptie dan voor een goed bestuur hebben gezorgd.’ Toch geeft Saifi de moed niet op: ‘We willen de mensen opnieuw hoop geven en mobiliseren, we zetten hen aan om hun grond te bewerken, de hindernissen te breken, te demonstreren. We roepen de mensen op tot burgerlijke ongehoorzaamheid. Ook willen we de Palestijnen in de diaspora activeren en de internationale publieke opinie aan onze kant krijgen.’
Almubadara Arabisch voor “initiatief” roept de verschillende Palestijnse strekkingen op de tegenstellingen te vergeten, tenminste tijdelijk, en alle krachten te bundelen in de strijd tegen de bezetting. Saifi: ‘We willen een beweging op gang brengen die vergelijkbaar is met het ANC in Zuid-Afrika. De eerste stap bestaat erin verkiezingen te organiseren. We willen een draagvlak geven aan de vertegenwoordigers van het Palestijns volk.’ Of deze doelstelling op korte termijn haalbaar is, zal in grote mate afhangen van het geweld dat het Israëlisch leger en de gewapende Palestijnse groepen gebruiken.