Baloetsjistan: Onbekend maar niet ongevaarlijk

Analyse

Baloetsjistan: Onbekend maar niet ongevaarlijk

Baloetsjistan: Onbekend maar niet ongevaarlijk
Baloetsjistan: Onbekend maar niet ongevaarlijk

Baloetsjistan is goed voor 43 procent van het Pakistaanse grondgebied, maar de provincie komt meestal niet voor in de analyses over politieke instabiliteit en opkomend extremisme. Daar heeft de Republikeinse senator Dana Rohrabacher (Californië) in februari verandering in gebracht.

Rohrabacher organiseerde een hoorzitting over de grootste Pakistaanse provincie en stelde in de slotresolutie dat de Baloetsjen recht hebben op zelfbeschikking los van de Pakistaanse staat. In Pakistan leek het wel alsof president Obama zelf besloten had de Baloetsje oppositie te bewapenen. Brahamdagh Bugti, de voorzitter-in-ballingschap van de Baloetsje Republikeinse Partij, goot olie op het vuur door te zeggen dat ‘Amerika tussenbeide moet komen in Baloetsjistan om de etnische zuivering te stoppen’. Bugti’s zus en nicht werden in februari vermoord in Karachi.

De relatieve onbekendheid van de Baloetsje opstand heeft ongetwijfeld te maken met het seculiere karakter van het Baloetsje nationalisme, waardoor hij niet past in het schema van talibanisering en islamistisch extremisme. Toch vonden er in 2011 niet minder dan 640 terroristische aanslagen plaats in deze provincie. De echte motor van het separatistische geweld is armoede en achterstelling. Senator Sanaullah Baloch, van de Balochistan National Party, vatte de grieven als volgt samen: ‘De provincie draagt met de opbrengsten van gasexploitatie jaarlijks 85 miljard Pakistaanse roepies bij aan de staatskas, maar ontvangt slechts 7 miljard roepies terug. Terwijl in het hele land ongeveer driekwart van de Pakistaanse gezinnen over elektriciteit beschikt, bedraagt dat in Baloetsjistan slechts een kwart. In Pakistan sterven 350 op de 100.000 moeders in het kraambed, in Baloetsjistan zijn dat er niet minder dan 600. In Baloetsjistan leeft 63 procent van de bevolking onder de armoedegrens, terwijl dat in Punjab maar 26 procent is.’

Vooral het feit dat de provincie over de grootste voorraden gas, koper, goud, uranium en andere natuurlijke rijkdommen beschikt, terwijl armoede en onderontwikkeling onuitroeibaar blijven, zit de Baloetsjen dwars. Senator Sanaullah Baloch stelt dat de opbrengsten van recente mijncontracten met Chinese en Chileense maatschappijen heel ongelijk verdeeld worden: 2 procent gaat naar Baloetsjistan, 48 procent naar Islamabad en 50 procent naar de buitenlandse firma.

De Pakistaanse ordediensten bestrijden de opstand niet alleen met legale middelen, maar maken volgens mensenrechtenorganisaties ook gebruik van ‘verdwijningen’. Nationalisten spreken over duizenden gevallen in de voorbije jaren, de Human Rights Commission of Pakistan heeft 600 gevallen van gedwongen verdwijningen gedocumenteerd.