Belgische jongeren op buitenlandse inleefstage

Analyse

Belgische jongeren op buitenlandse inleefstage

Nele Vandersteen

25 april 2007

De Katholieke Hogeschool van Leuven stuurt al tien jaar studenten op inleefstage naar het Zuiden. De studenten draaien een half jaar mee in sociale projecten in Sri Lanka, Thailand, Brazilië, Senegal of Zuid-Afrika. Na afloop zijn ze een diploma en een hoop ervaringen rijker. Om het tienjarige bestaan van de postgraduaatopleiding 'Intercultureel sociaal werken in mondiale context' te vieren, onderzocht de KHL aan de hand van een vragenlijst de effecten van de inleefstage op de jongeren.

‘De postgraduaatopleiding was voor mij, als pas afgestudeerd maatschappelijk werkster, een unieke kans’, zegt Annelies Vanlangenaeker. ‘En ik heb het me nog geen enkel moment beklaagd.’ Annelies trok in september 2004 naar Senegal. Ze werkte er met straatkinderen en hielp mee aan een project in een lepradorpje. Nele Driesen trok in 2003 naar Brazilië. Ze werkte er mee met enkele plaatselijke sociaal-culturele projecten voor jongeren en organiseerde activiteiten op een kleuterschool. ‘Die andere, vreemde cultuur trok me aan, ik wilde er gaan meehelpen en het leek me een ideale kans om mijn eigen grenzen te verleggen.’
Na verloop van tijd merkte Nele een verandering in haar motivatie. ‘Ik besefte na enkele maanden dat ik op zo’n korte tijd weinig structureels kon realiseren. Ik leerde dat aanwezig en leergierig zijn belangrijker was dan mijn idealisme.’
Volgens Peter Raymaekers, die het onderzoek van de KHL leidt, komt dat in veel antwoorden terug. ‘Bijna één derde van de 97 respondenten zegt dat hun motivatie in de loop van de inleefstage veranderde. Bij de aanvang is mensen helpen voor veel studenten een belangrijke motivatie. Maar tijdens de stage komt de nadruk steeds meer op persoonlijke groei te liggen. Vooral het eigen leerproces wordt dan belangrijk.’
‘Je komt in een heel nieuwe cultuur terecht waar mensen een andere taal spreken en andere waarden belangrijk vinden, en daar moet jij je plan in zien te trekken. Ik heb mijn persoonlijke grenzen voortdurend verlegd’, zegt Annelies. ‘Mijn doorzettingsvermogen is zeker aangescherpt, en ik ben ook veel assertiever geworden.’

Interculturele expertise

De studenten zijn door de inleefstage experts op het vlak van interculturaliteit geworden. 95 procent van de respondenten is zich na de stage meer bewust van de invloed van cultuur, 92 procent is in staat om de wereld door de bril van een ander te zien en 92 procent is zich meer bewust van onze culturele vooringenomenheid. Nele: ‘Ik heb zowel veel over onze eigen cultuur, als over de Braziliaanse cultuur geleerd. Beide culturen delen bepaalde waarden, maar er zijn toch ook grote verschillen terug te vinden. Brazilianen gaan bijvoorbeeld veel meer open en solidair met elkaar om, terwijl de Belgen eerder individualistisch ingesteld zijn. Bij ons is presteren belangrijk en Brazilianen zijn vooral bezig met samen op een creatieve manier overleven.’
Annelies treedt haar bij: ‘Ik heb de indruk dat in onze westerse wereld hebben primeert. Alles is te koop en het al dan niet hebben van dingen bepaalt je populariteit en je plaats in de samenleving. In Senegal draait alles rond zijn. Er gewoon voor elkaar zijn, zonder daaraan voorwaarden te verbinden, is voor hen het belangrijkste. Belgen leggen de nadruk op welvaart, Senegalezen op welzijn.’
Het verbaast Raymaekers niet dat de studenten veel leren over culturele verschillen. ‘Ze worden immers volledig ondergedompeld in een andere cultuur’, zegt hij. 66 procent van de studenten geeft aan dat ze echt deel uitgemaakt hebben van de plaatselijke cultuur. ‘Tijdens de inleefstage draait het vooral om samen leven, samen werken, samen dingen organiseren, samen feesten… Je leert elkaars waarden en gewoonten en je voelt je er thuis. Wanneer je als toerist naar een vreemd land gaat, leer je ook een nieuwe cultuur kennen, maar je blijft toch nog meer aan de kant staan. Op de stage participeerden we echt en we bouwden er intense vriendschappen op, als toerist observeer je meestal gewoon. En dat is volgens mij de absolute meerwaarde van deze stage’, vindt Nele.

Geëmancipeerde vrouwen

Het onderzoek toont aan dat de stage de houding van de studenten ten aanzien van bepaalde thema’s erg beïnvloed heeft. Zo kijkt bijvoorbeeld 87 procent van de studenten na de stage op een andere manier naar de kloof tussen arm en rijk, 61 procent heeft een andere houding aangenomen ten aanzien van de man-vrouwverhouding en 60 procent staat na de stage anders tegenover religie. ‘De studenten ervaren dat arme mensen heel gelukkig kunnen zijn met het weinige dat ze hebben, ze leren welvaart relativeren’, zegt Raymaekers. ‘In de antwoorden van de studenten komt de man-vrouwverhouding ook vaak ter sprake. Door de stage beseffen de studenten dat mannen en vrouwen in bepaalde samenlevingen helemaal niet gelijk behandeld worden. Voor velen wordt een vanzelfsprekendheid doorprikt. Veel vrouwelijke studenten komen geëmancipeerder terug van de stage.’
Voor Nele was ook de confrontatie met het Braziliaanse geloof bijzonder. ‘In Brazilië hechten de mensen veel belang aan het geloof en ze zijn daarin ook nog erg praktiserend. Vanuit onze geseculariseerde samenleving vond ik het zelf niet altijd gemakkelijk om daar een houding tegenover in te nemen. Door te zien dat zoveel mensen kracht uit religie putten, kreeg ik er enerzijds meer respect voor. Maar anderzijds merkte ik toch ook dat religie mensen soms kan doen berusten in onrechtvaardige situaties.’

Het leven na de stage

Na de stage is 82 procent van de studenten gaan werken. Volgens 80 procent heeft de stage een positieve impact op de manier waarop ze hun job invullen. ‘Ik werk momenteel als opbouwwerkster in een vereniging voor mensen in kansarmoede. In mijn werk probeer ik zoveel mogelijk mét de armen te praten, en niet enkel over de armen. Ik vind het belangrijk dat je met hen in dialoog gaat, dat je hen betrekt. En dat is iets wat ik in Senegal geleerd heb’, zegt Annelies. De stage heeft bij 30 procent van de respondenten een invloed gehad op de sector waarin een job gezocht werd.
Naast hun job zijn veel respondenten gemotiveerd om ook nog vrijwilligerswerk te doen. Bij 41 procent van de respondenten heeft de stage hun sociaal engagement als vrijwilliger beïnvloed. Vooral interculturele vrijwilligersprojecten dragen de voorkeur van de respondenten weg. Zo werkt Nele, naast haar job in een Jongeren Advies Centrum, vrijwillig mee met de organisatie van het Limburgse wereldmuziekfestival Afro-Latino. ‘Ik organiseer de wereldmarkt. Op die manier blijf ik met verschillende culturen, talen en muziekstijlen in contact.’

Blijvende band

Nele en Annelies hebben nog regelmatig contact met hun vrienden uit Brazilië en Senegal. ‘Vorige week is één van mijn projectleiders uit Senegal nog bij mijn thuis geweest. We zijn samen op zoek gegaan naar financieringsbronnen voor het project’, zegt Annelies.
‘We zien dat 74 procent van de studenten nog steeds contacten onderhoudt met de mensen die ze tijdens de stage hebben leren kennen. Meer dan de helft van de studenten heeft na de stage zelfs financiële steun gegeven aan hun projecten. Ik denk dus wel dat we kunnen spreken over een blijvende band’, zegt Raymaekers.
De resultaten van het volledige onderzoek worden op 12 mei 2007 in Leuven voorgesteld. Voor meer informatie: peter.raymaekers@khleuven.be.