Biodiversiteit in bedrijven

Analyse

'Wanneer natuur als een probleem wordt ervaren, ben je niet goed bezig.'

Biodiversiteit in bedrijven

Biodiversiteit in bedrijven
Biodiversiteit in bedrijven

Toen in de jaren negentig de haven van Antwerpen plannen had voor de aanleg van het Deurganckdok, werd daarbij aanvankelijk de rijke natuurwaarde van het Schelde-estuarium niet in rekening gebracht. Natuurpunt kaartte het probleem aan. Wat begon als een conflict, leidde tot een grensverleggende samenwerking tussen economie en ecologie, een model dat andere bedrijven inspireert.

Peter Symens:‘ De haven ligt voor een groot deel in een zogenaamd Natura 2000-gebied, waar Europese richtlijnen gelden voor vogelbescherming en habitatgebieden. Alleen had Vlaanderen die Europese richtlijnen nog niet opgenomen in de wetgeving.’ De Natura 2000-richtlijnen zijn echter zo opgevat dat het zelfs in zo’n waardevol natuurgebied mogelijk is economische activiteiten te ontwikkelen als die aan bepaalde randvoorwaarden voldoen. Dat kan echter alleen voor projecten met een hoog maatschappelijk belang, waar geen alternatief voorhanden is en mits de nodige natuurcompensaties. Symens: ‘Natuurpunt eiste dat de besluitvorming zou gebeuren volgens de richtlijnen van Natura 2000, gezien het ging om een grootschalig project met een blijvende impact. Dat heeft gezorgd voor een reeks procedures bij de rechtbank en de Europese Commissie. Er kwam een nieuw Milieu Effecten Rapport, om de impact na te gaan en hoe die kon worden gecompenseerd. Het was de eerste keer dat er in Vlaanderen zo’n groot natuurcompensatieplan werd uitgewerkt.’

Van conflictmodel naar overlegstrategie

Die eerste doorbraak kwam er dus op basis van een conflict. Symens: ‘Als je natuur moet beschermen vanuit een conflict, ben je niet goed bezig. Want dan wordt natuur een probleem, terwijl het om een belangrijke maatschappelijke waarde gaat die je moet koesteren.’ Bovendien kostte het stilleggen van de werken van het Deurganckdok ruim 25 miljoen euro aan schadevergoedingen, te betalen door het Vlaams Gewest. Dat is een hoge maatschappelijke kost voor nalatigheid bij het opvolgen van de Europese wetgeving.

Na het Deurganckdok dienden de uitdieping van de Schelde en de verdere ontwikkeling van de Waaslandhaven zich aan. Symens: ‘Wij hebben ons nooit uitgesproken tegen de verdieping van de vaargeul of de verdere uitbouw van de haven. We hebben ons gefocust op de milieu- en natuurwaarden van de Schelde en het havengebied –om vervolgens te zien hoe de economische en ecologische belangen gezamenlijk konden worden gediend. We zijn rond de tafel gaan zitten voor de opmaak van een strategisch plan voor de verdere ontwikkeling van de haven. Rekening houdend met de economische belangen maar ook met de natuur, de leefbaarheid van de aangrenzende dorpen en de mobiliteit.’

Het strategisch plan creëert de ruimte voor verdere havenuitbreiding én voorziet gelijktijdig ook de nodige ruimte om de natuurwaarden van het gebied op een duurzame manier in stand te houden. De Scheldeverdieping werd geïntegreerd in een totaalplan dat invulling geeft aan de langetermijnvisie voor de Schelde 2030 en draait rond drie pijlers: de toegankelijkheid van de haven, de veiligheid tegen overstromingen en een ecologisch gezond functionerend Scheldebekken.

Natuurherstel

Het strategisch plan had als streefdoel het duurzaam herstel van de natuur, niet het behoud van de status quo. Symens: ‘Je moet dan aan je achterban durven zeggen: “Hier staat vandaag een orchidee, en toch kappen we daar beton over. Omdat we elders ruimte gaan creëren voor die biotoop, op een meer duurzame manier.” Om de natuurdoelstellingen te bepalen, werd overlegd met wetenschappers van de Universiteit van Antwerpen, het INBO (Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, het ANB (Agentschap voor Natuur en Bos), en andere deskundigen. Dat heeft geleid tot een afgewogen visie op waar er nog natuur moet bijkomen en waar er ruimte is voor de haven. Intussen heeft ook de Vlaamse regering het strategisch plan goedgekeurd, dat ruimtelijk vertaald zal worden in het gewestelijk RUP (Ruimtelijk Uitvoeringsplan). Als alles goed loopt, zal dit GRUP in 2012 definitief bekrachtigd worden en in uitvoering gaan.

‘Het Scheldeverhaal toont aan dat de aanwezigheid van een robuuste natuur ook andere actoren en belangen ten goede komt’, zegt Symens. ‘Die aanpak levert twee maatschappelijke voordelen op: enerzijds levert ze een bijdrage aan de natuurdoelstellingen en verhoogt ze de baten van ecosysteemdiensten. Anderzijds verhoogt ze de rechtszekerheid van andere actoren. Ik zie vandaag ook een groeiende bereidheid vanuit bedrijven, landbouw, jagers en milieu om samen rond de tafel te zitten en actief te participeren in de realisatie van de natuurdoelstellingen. De eerste stap daarbij is en blijft de dialoog aangaan.’