In 2008 figureerde Brazilië als achtste op de wereldranglijst van grootste economieën. De groei zat in de lift en het land lonkte naar de vijfde plaats. De opmars is echter stilgevallen en Brazilië staat nu zevende. De economische groei zal rond de twee procent blijven hangen en de inflatie is moeilijk in te tomen. Die groeivertraging werpt meteen enkele fundamentele vragen op over het model. Een land heeft meer nodig dan bnp-groei, vinden de Brazilianen.
The Economist beschrijft de Braziliaanse economie van het voorbije decennium als O vôo da galinha, ‘de vlucht van een kip’, die na het opstijgen onmiddellijk weer neerploft.
In Brazilië relativeren ze die negatieve kritiek. ‘Een paar jaar geleden kopte dat blad _O vôo do cohete, ”_de vlucht van een raket’. Wij zullen onze weg wel maken.
Ook Lula relativeert de actuele situatie. ‘Kijk naar de G20. Welke economie van deze landen groeit er sneller dan die van Brazilië? China wellicht. Maar China is altijd een beetje verdacht. Want dat land heeft geen vakbonden en geen loonsverhogingen, daar moet niet over alles gestemd worden in het Congres. China heeft niet al die obstakels die wij onszelf “aandoen” door te kiezen voor een democratisch stelsel. Het is veel makkelijker de economie te leiden in een land als China dan in een democratisch land.’
Half april nodigde Lula niet de officiële pers maar een aantal Braziliaanse bloggers uit voor een rondetafelgesprek dat meer dan drie uur duurde.
China – Brazilië
Het is een fel bediscussieerd thema: negentien procent van de Braziliaanse export gaat naar China, bijna dubbel zoveel als naar de VS. China wordt dus wel degelijk in het oog gehouden.
Opvallend is dat ook in China het groeiverhaal genuanceerd wordt en dat er net als in Brazilië een balans wordt opgemaakt van de jaren van snelle groei en de repercussie ervan in eigen land. In de krant Folha de São Paulo (11/4) luidt het: ‘China verwacht een lagere bnp-groei dan de voorspelde 7,5 procent op jaarbasis. In 2007 was dat nog 14,2 procent.’
De reactie van de Chinese minister Li Keqiang in het artikel is opmerkelijk: ‘We gaan niet meteen paniekmaatregelen nemen. We concentreren ons beter op een gezonde ontwikkeling op de middellange en de lange termijn.’
‘Belangrijker dan blijven groeien, is dat we de kwaliteit van die groei verbeteren.
En de vice-president van de Chinese Centrale Bank voegt er aan toe: ‘Belangrijker dan blijven groeien, is dat we de kwaliteit van die groei verbeteren en dat we ook oog hebben voor het milieu en voor een inclusieve groei, opdat meer mensen de vruchten zouden kunnen plukken van die groei.’
Is dit de vrucht van wederzijdse beïnvloeding of van lessons learned ? Alleszins wijkt het discours af van dat van twintig jaar geleden.
De grondstoffenboom
Een opvallend fenomeen voor Brazilië, vergeleken met de andere BRICS, is dat de snelle groei van het eerste decennium van de 21ste eeuw gepaard ging met een primarisering (reprimerização) van de economie. 55 procent van de Braziliaanse export slaat op de uitvoer van grondstoffen, vooral landbouwproducten (soja, kip, varkensvlees, fruit, suiker, koffie, hout en papier) en ertsen. Dat aandeel stijgt, terwijl de industrialisering afneemt, zoals ook in de MO* paper van Pierre Salama wordt aangetoond.
Die focus op grondstoffen heeft te maken met de vraag op de wereldmarkt. Die situatie veroordeelt Brazilië wel opnieuw tot leverancier van grondstoffen – wat ze al eeuwen doet – in ruil voor een invoer van dure afgewerkte producten en een verzwakking van de eigen industrie.
Eigen bedrijven eerst
De regering-Rousseff probeert die trend op de markt te corrigeren door de eigen industrie aan te wakkeren. In 2011 lanceerde ze het programma _Brasil Maior – ‘_Groter Brazilië’ – met fiscale maatregelen ter ondersteuning van de eigen industrie.
“Koop Braziliaans”, zo luidt het devies
© Alma De Walsche
Sommige sectoren zoals de auto-industrie worden zwaar gesubsidieerd. Staatsbedrijven worden verplicht Braziliaans te kopen en zich op de eerste plaats op de eigen markt te bevoorraden, ook al is de technologie in het buitenland soms verder ontwikkeld. De eigen markt wordt ook beschermd door hoge invoertaksen, ingewikkelde bureaucratie en hoge transactiekosten, wat in het jargon van de bedrijfswereld de Custo Brasil wordt genoemd.
Vergeleken met een vrijemarktregime is de inmenging van de staat in de Braziliaanse economie groot. Buitenlandse investeerders laten zich hierdoor afschrikken. Daarbovenop komen ook de slechte logistiek en transportproblemen. Brazilië blijft, in verhouding tot zijn immens territorium, ver achter in de uitbouw van wegen, spoorwegen en havens.
Brazilië en de regio
Binnen Latijns-Amerika is Brazilië de dominante speler, en dat wordt zowel positief als negatief ervaren. Sommige landen ontwaren hierin een nieuwe vorm van imperialisme, net nu ze de greep van de VS wat hebben kunnen afzwakken. Tegelijk is Brazilië de grote, sterke broer in een proces naar grotere soevereiniteit ten aanzien van de VS.
Brazilië speelt een actieve rol in het consolideren van de regionale eenheid in formaties als de UNASUR, de Unie van Zuid-Amerikaanse landen. Het land heeft zich ook verregaand geëngageerd in Haïti, om de problemen na de aardbeving te boven te komen. Tal van Haïtiaanse migranten zijn naar Brazilië gekomen en Brazilië is in diverse projecten in Haïti aanwezig.
Momenteel bouwt Brazilië aan de renovatie van de Cubaanse exporthaven Mariel, een investering die in grote mate met Braziliaans ontwikkelingsgeld zal gefinancierd worden.
Hoezeer Brazilië op zijn soevereiniteit gesteld is, bleek toen uitlekte dat zowel het oliebedrijf Petrobras als de persoonlijke telefoongesprekken van president Dilma door de NSA werden afgeluisterd. Momenteel werkt Brazilië aan een nieuwe internetwet die de gegevens beter moet beschermen en een grotere privacy moet garanderen.
Brazilië als mondiale speler
In de machtsverschuivingen op het wereldtoneel is Brazilië een belangrijke speler. Het ontwikkelde een Zuid-Zuidsamenwerking, vooral met Afrika, waar het uitgebreid inzet op kennisoverdracht in de landbouw en de ontwikkeling van agro-industriële projecten.
De Braziliaan Roberto Azevêdo werd voorzitter van de WTO op 1 september 2013. Ook de secretaris-generaal van de FAO José Graziano da Silva is een Braziliaan.
Daarnaast is er de IBSA. Deze samenwerking tussen Indië, Brazilië en Zuid-Afrika vierde in 2013 zijn tiende verjaardag. De drie landen bundelen kennis en middelen op economisch, sociaal en politiek vlak. De handelsbetrekkingen tussen de drie zitten in de lift en vertegenwoordigen momenteel een bedrag van 23 miljard dollar.
Op het vlak van defensie werken ze samen in IBSAMAR, een gezamenlijke marine ter bescherming van de wateren rond India, Zuid-Afrika en Brazilië. En in de klimaatonderhandelingen bundelt Brazilië de krachten met de andere BASIC landen (Brazilië, Zuid-Afrika, India en China).
Al jaren lang pleit Brazilië voor hervormingen in het IMF en in de VN-Veiligheidsraad, om meer macht te geven aan de opkomende landen. Tot nog toe zonder resultaat.
Op de internationale scène heeft Brazilië zich weten te positioneren op enkele belangrijke posten. De Braziliaan Roberto Azevêdo werd voorzitter van de Wereldhandelsorganisatie op 1 september 2013. Ook de secretaris-generaal van de VN-Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) José Graziano da Silva is een Braziliaan.
Militaire speler
Brazilië bouwt vooral op soft power. Maar volgens minister van Defensie Celso Amorim moet het land zijn hard power dringend versterken om door afschrikking de bedreigingen af te houden.
Bedreigingen ziet Amorim niet zozeer in de eigen regio, maar wel op mondiaal vlak. De overvloed aan energie, voedsel, water en biodiversiteit in een context van groeiende schaarste en concurrentie om aan die vitale bronnen te geraken, maakt het noodzakelijk voor Brazilië om bezorgd te zijn om zijn veiligheid, aldus Amorim.
Het land bouwt momenteel aan een nucleaire onderzeeër, als onderdeel van een maritiem programma, in overeenstemming met zijn verantwoordelijkheid in de Zuid-Atlantische regio. Dit gebeurt in coördinatie met de buren, bilateraal, met me de Veiligheidsraad van Unasur – die ernaar streeft een gemeenschappelijke defensie-identiteit uit te bouwen. Momenteel is de oprichting van een Zuid-Amerikaanse defensieraad in overweging.
Die veiligheidsdimensie wordt ook uitgebreid naar Afrikaanse partners aan de overkant van de Atlantische oceaan. Samen werken ze aan een Zone van Vrede en Samenwerking van de Zuid-Atlantic (ZPCSA).
‘Maar het uitbouwen van die defensiecapaciteit belet niet dat Brazilië vooral zal blijven bouwen aan die soft power, via een strategie van dialoog, conflictpreventie en onderhandelingen’, benadrukt Amorim.
Brics-landen zoeken naar een eigen groeipad en bundelen de krachten.
© Roberto Stuckert Filho CC SA2.0