Colombiaanse ontheemden willen échte oplossingen

Analyse

Colombiaanse ontheemden willen échte oplossingen

Colombiaanse ontheemden willen échte oplossingen
Colombiaanse ontheemden willen échte oplossingen

Remco Bouma

30 januari 2013

Een vredesverdrag tussen de Colombiaanse regering en de Farc-rebellen lost het conflict in Colombia niet op en helpt evenmin de slachtoffers. Dat zeggen lokale organisaties van ontheemden.

‘Echte vrede moet het economische model in dit land veranderen, álle illegale gewapende groepen ontwapenen, en de slachtoffers serieus nemen’, zegt Rigoberto Jiménez van de Nationale Coördinatie van Ontheemden. ‘Geen van die punten wordt in het recente vredesoverleg besproken.’

Schattingen over het aantal ontheemden in Colombia lopen uiteen van 3,8 miljoen tot 5,5 miljoen. Daarmee voert Colombia samen met Congo en Soedan de wereldranglijst aan. De meesten zijn door de guerrilla en paramilitairen verdreven van het platteland en zoeken veiligheid in sloppenwijken aan de rand van de stad. Maar werk of een eigen woning vinden de meesten niet. Ontheemding is voor veel kleine boeren een val van armoede naar extreme armoede. Daarnaast is onveiligheid een groot probleem.

In het zuiden van hoofdstad Bogota wonen honderdduizenden ontheemden. Ze overleefden verkrachtingen of massamoorden en lieten alles achter. De enige “ernstige werkgevers” in hun wijken zijn criminele groeperingen. Ze lenen zich onder meer voor het “terugvinden” van ontheemden die gedood hadden moeten worden. Daarvoor betalen ze de lokale bevolking –inclusief ontheemden zelf– twintig euro per dag, ruim het dubbele salaris van een dagloner.

Ontheemdenorganisaties zijn klein en gefragmenteerd. Hun leden en leiders worden voortdurend bedreigd en vervolgd. Dat geldt ook voor Jiménez en voor José Ángel Bohórquez, leider van ontheemdenorganisatie OPDDI.

‘Een vredesverdrag met de Farc lost onze problemen niet op’, zegt Bohórquez. ‘Het probleem is niet de Farc, maar het feit dat de oorlog loont.’

Talloze mini-imperia van criminele groeperingen zijn –in afwezigheid van de staat– doorheen het uitgestrekte en grondstofrijke Colombia actief. Volgens de Colombiaanse overheid zijn die Bacrim (bandas criminales) gewone criminele groepen. Sommige onderzoekers claimen echter dat het gaat om voormalige paramilitairen die hun vroegere activiteiten gewoon verderzetten –ook al zijn ze officieel gedemobiliseerd.

‘Vrede ontstaat pas als Colombia structureel verandert’, zegt Bohórquez. ‘Eerdere demobilisaties van guerrilla’s als de M19 en het EPL hebben dat nooit bereikt. Bovendien heeft de regering al gezegd dat het economische model niet ter discussie staat.’

‘Waarvoor de Farc dan onderhandelt? Ik vrees voor het veiligstellen van geroofde grond en drugsroutes, en amnestie voor een onbekend aantal misdaden tegen de menselijkheid. Met zo’n vrede zou alleen de Farc winnen, en de slachtoffers opnieuw verliezen.’