Congo telt mee in België
Alma De Walsche, John Vandaele, Bart Vanacker en Sofie Vandenhouwe
02 maart 2007
De Belgische minister van Defensie André Flahaut heeft zijn plan, om de Congolese president Joseph Kabila een eredoctoraat aan de Koninklijke Militaire School toe te kennen, moeten opbergen. De Belgische regering en de Koninklijke Miliaire School, die niet ingelicht waren over Flahauts voornemen, waren niet te spreken over het eredoctoraat.
“Een militair eredoctoraat voor Kabila draagt niets bij tot de veiligheid van de Congolezen”, schrijft Kris Berwouts, Afrika-coördinator bij 11.11.11, in een opiniestuk op MO.be.
Berwouts vraagt zich ondermeer af of Kabila wel zo’n belangrijke onderscheiding verdient. Een groot deel van de bevolking leeft nog altijd in een chronische onveiligheid doordat de eenmaking van het leger, één van de belangrijkste opdrachten van de vorige transitieregering, slechts in beperkte mate gelukt is.
Deze week hebben nog twee rebellengroepen de wapens ingeleverd: 170 strijders van de Front des Nationalistes et Intégrationnistes (FNI) en de Mai Mai. De leider van de groepering, krijgsheer Peter Karim, gooide het in oktober 2006 op een akkoordje met de Congolese autoriteiten. Karim en zijn manschappen staakten de strijd, en de krijgsheer mocht in ruil kolonel in het Congolese leger worden.
De manschappen van de Front des nationalistes et intégrationnistes zullen nu gehergroepeerd worden in de samenleving of in het Congolese leger. Krijgsheer Karim is weliswaar bereid om al zijn manschappen over te geven, maar dan moeten ze wel officieel amnestie krijgen.
Onder de 170 strijders van de FNI bevinden zich 42 kinderen, ook bij de Mai Mai waren 25 kindsoldaten. UNICEF, het kinderfonds van de Verenigde Naties, en de VN-vredesmacht MONUC zullen zich over de kindsoldaten ontfermen. “We hopen dat Karim niet op zijn stappen terugkeert want we schatten dat er 500 kinderen in zijn beweging zitten”, zegt Bienvenu Panda, een lokale UNICEF-medewerker.
250.000 euro van Vlaanderen
De Vlaamse minister-president Yves Leterme kondigde gisteren nog aan 250.000 euro uit te trekken voor Congo vanuit zijn bevoegdheid als minister van Duurzame Ontwikkeling, zo schrijven de kranten De Standaard en De Tijd vandaag.
Leterme vindt het verkeerd dat Vlaanderen zich afzijdig gehouden heeft van Congo, hij hoopt dat de andere ministers in de Vlaamse regering zijn voorbeeld volgen. De 250.000 euro die Leterme aan Congo geeft gaat ondermeer naar de universiteit van Kinshasa, die de Congolese civiele maatschappij probeert te versterken.
Bossen
Ondertussen lijkt het einde van de oorlog ook de grootschalige exploitatie van de Congolese bossen te hebben ingeluid. De Wereldbank hoopt dat goede regels zullen leiden tot duurzame exploitatie. Greenpeace vreest dat het daarvoor te vroeg is en dat corruptie voor een sociaal en ecologisch debacle zal zorgen. ‘In 2002 voerde de Wereldbank een stevige oppervlaktebelasting in voor de bosexploitatie in Congo. Dat was een goed idee’, zegt Filip Verbelen van Greenpeace in MO*magazine van deze maand.
‘Houtkapbedrijven moeten nu jaarlijks 0,39 euro per hectare betalen aan de Congolese staat. Veertig procent daarvan moet terugvloeien naar provincies en districten. Via ontwikkelingsprojecten moet dat geld de lokale bevolking ten goede komen. De voorbije drie jaar kreeg de lokale bevolking evenwel niks van dat geld te zien, ook al beweren de houtkapbedrijven dat zij de taksen betalen. Dit is maar één voorbeeld van hoe het verkeerd loopt met de uitvoering van de hervormingen die de Wereldbank heeft doorgevoerd. Fraude en corruptie zijn schering en inslag en ondergraven de goede bedoelingen.’
‘Als het Noorden echt iets wil doen aan de klimaatveranderingen en ten minste een deel van de Congolese bossen intact wil houden, moet het ook bereid zijn daarvoor geld op tafel te leggen’, zegt Laurent Debroux, die bij de Wereldbank het dossier van de Congolese wouden opvolgt. ‘In de boscode is een clausule voorzien voor “conservatieconcessies”. Het is een instrument om de Congolese regering en bevolking te vergoeden voor het niet-exploiteren van bossen.
Forrest
Nog deze week heeft de Open VLD-senator Pierre Chevalier zijn mandaat bij George Forrest International (GFI) moeten opgeven. De krant De Tijd schreef dinsdag dat Chevalier op 12 januari was benoemd tot gedelegeerd bestuurder van GFI en twee andere venootschappen van de Forrest-groep.
Het contract dat Forrest afgesloten heeft om kopermijnen te ontginnen in Congo, blijkt vooral in het voordeel van Forrest te zijn, en niet zozeer de Congolese bevolking, zo bleek uit het artikel “De koper-koning van Congo” dat verleden jaar in MO*magazine verscheen.
“Het probleem zit vooral in het feit dat hij toegang krijgt tot de beste mijnconcessies van het land zonder dat daar veel tegenover staat, behalve dan wat jobs”, zei Jean-Pierre Muteba van Nouvelle Dynamique Sociale, een vakbond die heel wat Gécamineswerkers vertegenwoordigt, aan MO*magazine.
De minister van Buitenlandse Zaken, Karel De Gucht, heeft Chevalier gevraagd ontslag te nemen uit al zijn functies bij de groep Forrest, om zo elke zweem van twijfel over mogelijke belangenvermenging weg te nemen. Chevalier wordt immers bijzonder gezant in het kader van het Belgisch lidmaatschap van de VN-veiligheidsraad.