De kracht van verandering in India

Analyse

De kracht van verandering in India

De kracht van verandering in India
De kracht van verandering in India

De Indiase regering onder premier Narendra Modi lijkt uit een gekend vaatje te tappen: alles wat fout loopt, is de schuld van de vorige regering, en alles wat die vorige regering opgebouwd heeft, moet afgebroken worden. De kracht van verandering wordt soms minder scherp uitgevoerd dan aangekondigd.

Een klein jaar geleden zorgden de Indiase kiezers voor een electorale revolutie, door de Gandhi-Nehrudynastie van de troon te stoten en Narendra Modi met zijn hindoenationalistische BJP aan de macht te brengen.

Zowel in India als in Europa en de Verenigde Staten waren de verwachtingen hooggespannen. Eindelijk zouden de hoognodige hervormingen de groei doen hernemen. De beurzen en de investeerders zijn er nog steeds van overtuigd dat de hindoenationalisten goed  nieuws zijn voor de economie, en dus voor het hele land.

Op woensdag 11 februari kregen die verwachtingen een onverwachte bevestiging, toen in Delhi bekendgemaakt werd dat India nu de snelst groeiende grote economie ter wereld is. Met 7,5 procent groei van het bruto nationaal product in begrotingsjaar 2014-2015 doet India het beter dan China met 7,3 procent.

Dat is koren op de patriottische molen in India, en het bevestigt wat twee boeken [zie kader] al voor de verkiezingen voorspelden, namelijk dat India ‘de volgende Aziatische supermacht’ zou worden, althans als het land ‘het juiste spoor’ zou terugvinden.

Alleen is in India altijd alles waar, ook het tegendeel. Wat aangekondigd werd als onverwacht maar verdiend economisch succes, bleek even later vooral het resultaat van een nieuwe berekeningswijze van het bnp. Dat kon zelfs bij de gouverneur van de Reserve Bank of India, Raghuram Rajan, op heel veel scepsis rekenen.

In de reële economie is nergens een plotselinge opstoot te merken die verklaart waarom de verwachte 5,5 procent groei met een volle 2 procent opgetrokken zou moeten worden. Volgens Rajan en andere vooraanstaande economen is de 7,5 procent groei van de Indiase economie dan ook eerder een zaak van lies, damned lies and statistics dan van goed bestuur en hervonden economische dynamiek.

Goed bestuur gevraagd

Sayamindu Dasgupta (cc by-sa 2.0)

Een groot deel van de Indische bevolking werkt in de informele sector.

Sayamindu Dasgupta (cc by-sa 2.0)

‘Wat India nodig heeft’, schrijft Gurcharan Das in Reimagening India, ‘is een sterke liberale staat met drie kernelementen: het gezag om snel en doortastend op te treden, een transparante rechtsstaat om ervoor te zorgen dat dat optreden legitiem is, en verantwoording tegenover de bevolking’. Narendra Modi was er tijdens zijn verkiezingscampagne uitstekend in geslaagd om zichzelf te presenteren als de belichaming van dat goede en doortastende bestuur.

Hoe actueel die verzuchting voor de bevolking blijft, bleek op dinsdag 10 februari, toen Modi -ondanks zijn blijvende populariteit- een verpletterende nederlaag leed bij de deelstaatverkiezingen in hoofdstedelijk gebied New Delhi. Van de 70 zetels in het deelstaatparlement gingen er 67 naar de anticorruptiepartij AAP van Arvind Kejriwal. De BJP van Modi kreeg er slechts twee.

Dat was een vernedering die enkel verzacht werd door het feit dat de Congrespartij van Sonia Gandhi, die de hoofdstedelijke deelstaat de voorbije 15 jaar  bestuurde, geen enkele verkozene kreeg. De bovenmenselijke status van Narendra Modi kreeg een diepe deuk. Het is niet onmogelijk dat de statistische tovertruc met de groeicijfers meteen de dag erna werd gepubliceerd om het vertrouwen in de daadkracht van de premier te herstellen.

Recht op informatie

Voor veel waarnemers in India is dat gegoochel met cijfers onschuldig in vergelijking met de manier waarop de huidige meerderheid omgaat met enkele basisverworvenheden uit het voorbije decennium. Een van de eerste wetten die toenmalig premier Manmohan Singh liet goedkeuren in 2005, was de Wet op het Recht op Informatie (RTI), een verregaande wettelijke mogelijkheid voor burgers en organisaties om inzicht te krijgen in overheidsbeleid en –beslissingen. Als er al enige vooruitgang geboekt is op het vlak van transparantie en verantwoording, dan is het dankzij deze wet. Activisten gebruikten haar ook om de correcte uitvoering van andere maatregelen, rechten of wetten af te dwingen.

Honderd experts over India’s toekomst

Getting India Back on Track en Reimagening India hebben een vergelijkbare opzet: beide boeken zijn verzamelingen van korte tot middellange essays over de actuele uitdagingen en toekomstperspectieven van India. Samen laten deze uitgaven net geen honderd Indiase en andere experts aan het woord, wat op zich al een goede reden vormt om de boeken door te nemen, want we hebben in eigen land veel te zelden de kans om het brede scala aan schrijvers, ondernemers, wetenschappers, middenveldleiders en andere experts uit India te leren kennen.

De overwegende tendens in beide boeken is dat de mot er in India heel duidelijk in zat na tien jaar bestuur onder leiding van de Congrespartij van Manmohan Singh en Sonia Gandhi. Nochtans kon de eerste regering-Singh de hoogste groeicijfers in de jongste tweehonderd jaar Indiase geschiedenis voorleggen. Die indrukwekkende prestatie vertraagde na 2009 echter tot op of onder de vijf procent vorig jaar.

Ondernemers schreven dat toe aan een alles vertragende bureaucratie en aan een politiek die meer op openbare bijstand dan op ondernemerschap en creatief gebruik van de mogelijkheden gericht was. Verder is iedereen ervan overtuigd dat de naakte, impliciete of cultureel aanvaarde corruptie de voornaamste rem op de verdere ontwikkeling van India is, omdat ze zelfs juiste of goedbedoelde maatregelen uitholt. Surjit Bhalla verwijst in India Back on Track daarvoor naar de beruchte uitspraak van voormalig premier Rajiv Gandhi, die stelde dat van de uitgaven die bestemd waren voor de armen niet meer dan vijftien procent werkelijk bij de doelgroep terechtkwam. ‘Niemand verzet zich tegen herverdeling, maar wel tegen het verschaffen van lekkende, corrupte subsidies in naam van de armen.’

De experts in deze boeken schrijven allemaal over de noodzaak om de Indiase staat diepgaand te hervormen. De meesten doen dat met een respectabele afstandelijkheid tegenover de toen regerende regering, al ademt zeker Back on Track een duidelijk verlangen om de door Congress geleide coalitie te vervangen door een ondernemingsvriendelijker coalitie onder leiding van rivaal BJP. De verkiezingsuitslag heeft liberale vernieuwers, economische hervormers en uitgesproken medestanders van de hindoenationalistische BJP meer gegeven dan ze verwachtten –in de vorm van een meerderheid in het Lok Sabha of Huis van Volksvertegenwoordigers voor de BJP alleen.

Getting India Back on Track is een collectie beschouwingen bij de toekomst van India met een duidelijke politiek-economische voorkeur en klemtoon. Reimagening India trekt de horizon veel breder open, en is daardoor wat minder aan het moment gebonden, al bevindt ook deze collectie zich aan de veeleer liberale kant van het politieke spectrum. Wie liever een sociaaldemocratische analyse van problemen en perspectieven in India leest, kan daarvoor nog altijd terecht bij het uitstekende An Uncertain Glory. India and its Contradictions door Jean Drèze en Amartya Sen.

In 2014 alleen al ontving de Central Information Commission 4,5 miljoen aanvragen. Op dit moment zijn er 37.788 zaken hangende, wat aan het huidige tempo van behandeling al twee volle jaren zou vragen om ze af te werken. De BJP, maar ook Congress, de communistische partijen en enkele andere partijen, die volgens de Commissie ook onder de openbaarheid van bestuur vallen, weigeren zich daarnaar te schikken. Ze weigeren zelfs beroep aan te tekenen tegen die beslissing.

De regering heeft nu al zeven maanden geen nieuwe directeur voor de commissie benoemd en half maart besliste de premier dat het budget van de commissie onze zijn directe controle zou komen. In verschillende Indiase media wordt dan ook gewaarschuwd dat het einde van de wet openbaarheid bestuur in zicht is, of ten minste de uitholling ervan.

De grond van de zaak

Ook de Wet op Grondbezit en –verwerving (Land Acquisition Act), die pas eind 2013 gestemd werd, kreeg een revisie om het makkelijker te maken om grond toe te wijzen aan infrastructuur- of investeringswerken. Dat was overigens een van de duidelijke beloften van Modi tijdens de verkiezingen.

In de herziene wet werden alvast twee belangrijke voorwaarden voor onteigening geschrapt (in een aantal gevallen): 80 procent van de eigenaars moest tot nu akkoord gaan met de onteigening én de overheid moest een sociale impactstudie uitvoeren. Door het schrappen van de eerste voorwaarde, kan sneller en vaker onteigend worden. Door het schrappen van de tweede voorwaarde moet enkel nog de eigenaar van de grond gecompenseerd worden en niet langer iedereen die voor zijn inkomen afhankelijk is van die grond. Ook moet in deze gevallen niet meer nagegaan worden of de grond vruchtbaar is of niet -waardoor meer landbouwgrond herbestemd kan worden voor wegen of industriezones.

Anderzijds heeft de nieuwe regering de compensatieregelingen voor boeren die hun grond verliezen beter geüniformiseerd en uitgewerkt. De grote kritiek is dat hiermee niets gedaan wordt aan de tientallen miljoenen gezinnen die geen land bezitten, maar wel van de landbouw moeten leven.

Geef ons werk

De belangrijkste verwezenlijking van de regeringen Singh was wellicht het tewerkstellingsprogramma voor extreem armen op het platteland, de  Mahatma Gandhi National Rural Employment Guarantee Act (NREGA). Onder wat ‘s werelds grootste sociale tewerkstellingsprogramma is, worden jaarlijks zo’n 50 miljoen mensen op het platteland gedurende maximaal 100 dagen tewerkgesteld.

Narendra Modi noemde NREGA begin maart nog ‘een levend monument ter herinnering aan de onbekwaamheid van de vorige regering’. De volgende dag zei zijn minister van Financiën echter dat het budget voor NREGA lichtjes opgetrokken wordt tot net over 5 miljard euro, dat de regering het programma blijft steunen als een manier om tewerkstelling op het platteland te verbeteren en dat er werk gemaakt wordt om de kwaliteit en de effectiviteit van het programma te verbeteren.

Dat laatste is zeker nodig. Het voorbije jaar kwam slechts 3 procent van de gezinnen die onder NREGA vallen aan de volle honderd dagen tewerkstelling en moest 70 procent van de gezinnen wachten op laattijdige uitbetaling van de lonen. Maar voorlopig lijkt het programma wel de neoliberale hervormingen onder Modi te overleven.

Getting India Back on Track. An Action Agenda for Reform door Bibek Debroy, Ashley J. Tellis en Reece Trevor (eds.) is uitgegeven door Carnegie Endowment for International Peace. 333 blzn. ISBN 978 0 87003 425 1

Reimagening India. Unlocking the Potential of Asia’s Next Superpower door McKinsey & Company (eds.) is uitgegeven door Simon & Schuster. 400 blzn. ISBN 978 1 4767 3530 6