De man achter Franciscus I

Analyse

De man achter Franciscus I

De man achter Franciscus I
De man achter Franciscus I

Tom Dieusart

18 maart 2013

Dinsdag 19 maart wordt Jorge Mario Bergoglio helemaal officieel paus Franciscus I. Wie is de man en wat verwachten de Argentijnen van hem? Tom Dieusaert zocht het in Buenos Aires uit voor MO*.

Wie is de nieuwe paus Franciscus de eerste? De vraag overstijgt de pure human interest die de verrassende keuze voor de Argentijn Bergoglio wereldwijd heeft losgeweekt. De katholieke kerk is in crisis en de wereld wil weten of deze Fransciscus in staat zal zijn het tij binnen de kerk van Petrus te kunnen keren.

Een eenvoudig man, die niet op luxe gesteld is, iemand die dicht staat bij zijn parochianen en toch iemand die doctrinair op dezelfde conservatieve lijn zit als zijn voorgangers Johannes Paulus II en Benedictus, dat zijn de echo’s die men opvangt in de media, die het ook niet nalaten zijn mogelijke betrokkenheid bij de Argentijnse vuile oorlog in de verf te zetten.

Deze media-aandacht op zich is eigenlijk ook interessant: hoewel de Katholieke kerk in het Westen nog maar tien procent van de bevolking vertegenwoordigt, blijft het een belangrijk instituut, ook voor niet-katholieken, misschien omdat de christelijke moraal een belangrijk referentiepunt is en blijft in het Westen. Misschien daarom ook dat zovele openlijk verklaarde anti-klerikalen een uitgesproken mening hebben over de kerk.

De kerk in de vuile oorlog

Jorge Mario Bergoglio is afkomstig uit Flores, een typische buurt van Buenos Aires en hij kreeg naar verluidt zijn roeping op zijn 21 jaar in de kerk van San José de Flores, toevallig of niet nadat hij werd afgewezen door zijn vriendin, wat de man toch al meteen een menselijk gezicht geeft. Bergoglio maakt een blitz-carriere in de Jezuïetenorde en werd benoemd tot provinciaal in 1973. We spreken jaren zeventig Argentinië, een heel moeilijke en verwarde periode, waarbij linkse guerrilleros – marxistische (ERP) zowel als Peronistische (Montoneros) – probeerden via de wapens de macht te grijpen en rechtse doodseskaders (AAA) en, na de staatsgreep van 1976, het reguliere leger oefenden een schrikbewind uit aan de hand van verdwijningen en folteringen.

De kerk was in deze “vuile oorlog” niet neutraal. Binnen het Argentijnse leger bestond er immers sinds de jaren zeventig het vicariaat voor de strijdkrachten, dat wil zeggen dat het leger haar eigen kapelaans had en er misdiensten werden opgedragen voor soldaten en officiers. Velen van die pastoors wisten niet alleen af van de verdwijningen en folteringen, ze keurden het ook goed, binnen “de strijd van het Katholieke humanisme tegen het marxistische materialisme” zoals de monseigneur Bonamin, een van de beruchte advocaten van de repressie in een homilie stelde.

Na de terugkeer van de democratie in Argentinie, publiceerde de Waarheidscommissie (Conadep) een lijvig document waarin het bol stond van getuigenissen, hoe gefolterden in de gevangenis bezocht werden door kapelaans die hen aanraadden “de waarheid te vertellen aan hun folteraars” (met andere woorden: te verklikken).

Horacio Verbitsky

De huige paus hoort ongetwijfeld niet bij deze nefaste kliek. Hij was zelf lid van een – weliswaar conservatieve – peronistische beweging, het Ijzeren Kruis. Er zijn geloofwaardige getuigenissen van religieuzen die hem gekend hebben in die periode, waaruit bleek dat Bergoglio verschillende keren is tussengekomen om mensen vrij te krijgen, ook bij de president de facto, Jorge Videla.

Wat wordt Bergoglio dan juist verweten? In de zaak Yorio en Jalics zou de toenmalige prelaat twee collega’s jezuïeten hebben “uitgeleverd aan de militairen”. Dat is de thesis van de Horacio Verbitsky, een eminentie binnen de Argentijnse journalistiek.

Verbitsky baseert zich op de persoonlijke getuigenis van de familie Yorio (de man zelf stierf tien jaar geleden in Uruguay) die stelt dat de twee jezuïeten die werkten in een arme wijk (“villa de miseria”) werden opgepakt door het leger omwille van hun vermoedde banden met “subversieven”, nadat de jezuïetenorde hen de ministeriële functies had ontnomen. Zo konden ze geen missen meer opdragen en geen sacramenten toedienen.

Dit “verstoten” uit de orde kwam neer op een groen licht voor de repressie, omdat zo de bescherming van het kruis wegviel. De betrokkenheid aan het adres van Bergoglio in deze zaak heeft men nooit hard kunnen maken. De beslissing om de priesters “los te laten” kwam immers van de overste van Bergoglio in Rome, de “Generaal” van de Jezuïeten, Pedro Arrupe. Er kwam gerechtelijk onderzoek in 2010, waarbij Bergoglio heeft getuigd, en de zaak werd geklasseerd.

Voor en na Bergoglio

Wat er ook van zij, de twee jezuïeten hebben Bergoglio nooit losgelaten. Toevallig of niet, na zijn benoeming tot aartsbisschop in 1998, heeft hij een speciaal vicariaat opgericht voor de “curas villeros”, of de pastoors van de sloppenwijken. Binnen het aartsbisdom van Buenos Aires is er een bureau dat logistieke en morele steun verleent aan de tientallen priesters die het woord van Christus letterlijk nemen en tussen de armen gaan wonen.

“Er is een vóór en na Bergoglio,” vertelt de pastoor Gustavo Carrara, de verantwoordelijk van de sloppenwijk “1-11-14” of de Villa van Bajo Flores, gelegen naast het voetbalstadion van de club San Lorenzo. “De curas villeros uit de verschillende wijken stonden vroeger in contact met elkaar, maar ze kregen geen specifieke steun uit het bisdom. Nu worden er priesters gestuurd naar de Villa en projecten gesteund zoals een lokale voetbalclub en een muziekschool, projecten die voornamelijk met preventie te maken hebben want hét probleem in de sloppenwijken zijn de drugs, meer bepaalde de paco (crack), een erg verslavend restproduct van de cocaïneproductie.”

Het werk van pastoors in de armenwijken leidt vroeg of laat tot conflicten met de drugsmaffia en dat was exact wat er gebeurde met een collega van Carrara, “padre Pepe”, die doodsbedreigingen kreeg en op een bepaald moment een kogel in een enveloppe ontving. “De (toenmalige) aartbisschop is toen persoonlijk tussen gekomen en heeft gezorgd voor de overplaatsing van mijn collega naar een noordelijke provincie van het land. Je voelde hier echt de persoonlijke betrokkenheid van Bergoglio. Hij is hier dikwijls geweest om missen op te dragen en kinderen te dopen en rond Pasen heeft hij hier de voeten gewassen van drugsverslaafden. Dat voeten wassen deed hij overigens ook op andere plekken die de onderlaag van de Argentijnse maatschappij vertegenwoordigen: psychiatrische instituten en het publieke hospitaal Muñiz, waar aidspatienten verpleegd worden”, aldus Padre Carrara.

De “kerk voor de armen” die Paus Franciscus I verkondigde is dus meer dan een holle frase. Ze vormt een werkelijk deel van zijn filosofie en zijn praktijk.

Werk van de duivel

Deze progressieve trekken lijken in tegenspraak met het doctrinaire conservatisme dat Bergoglio aanhangt in andere zaken. Toen het homohuwelijk werden goedgekeurd in de stad Buenos Aires, noemde Bergoglio dit in een brief aan een zusterorde “het werk van de duivel”. Ook recente wetten die abortus en euthanisie in bepaalde vormen toelaten, kregen de banbliksem uit Rivadavia 415, de zetel van het aartsbisdom.

De voormalige aartsbisschop heeft zich dikwijls gemengd in het maatschappelijke debat en liet er geen twijfel over bestaan dat hij het niet hoog op had met de regering-Kirchner, aan de macht sinds 2003. Met wijlen president Nestor Kirchner kwam het zelfs tot een openlijke breuk toen de laatste weigerde het klassieke Te Deum bij te wonen in kathedraal aan het Mei-plein (Plaza de Mayo). “Corruptie”, “de ongelijke inkomensverdeling” en “de toenemende onveiligheid”, zijn de thema’s die men terugvond in de soms cryptische uitspraken van Bergoglio, uitgesmeerd in katholieke kranten als La Nación en bekritiseerd door regeringsgezinde kanalen.

Dat Bergoglio nu tot paus is verkozen zal in het Roze Huis (la Casa Rosada) allerminst op gejuich zijn onthaald, de felicitaties van Cristina Kirchner waren correct maar koel en hadden de boodschap dat de paus van zijn positie moest gebruik maken om de “Zuid-Amerikaanse belangen te verdedigen.” En bij Zuid-Amerikaanse belangen denken we eerder aan Evo Morales, Rafael Correa en het Venezuela van wijlen Chávez dan aan de Chileense miljonair president Piñera.

“La Cris” is politiek slim genoeg om te beseffen dat een openlijk conflict met de nieuwe paus haar geen enkele baat brengt en is daarom met een extra grote entourage naar Rome getrokken om dinsdag de pauselijke ambstaanvaarding bij te wonen, in de wetenschap dat bij gebrek aan de geloofwaardige en verenigde oppositie in Argentinië zelf, haar voornaamste politieke tegenstander van de komende jaren in het Vaticaan zal zetelen.

Argentijns katholiek is uitstervend ras

Het is een vreemde situatie: de Argentijnse paus heeft nu zoveel macht, dat zijn mening over de soevereiniteit van de Falkland-eilanden zelfs de Britse eerste minister Cameron zenuwachtig maakt en de honderden uitspraken van Cristina over het onderwerp in de schaduw stelt. Nochtans komt hij uit een relatief kleine kerk: Bergoglio is immers wel de eerste Latijns-Amerikaanse paus, maar de Argentijnse kerk kan absoluut niet concurreren met de miljoenen gelovigen in Mexico of in Brazilië. De ontkerkelijking gaat hier ook razendsnel, net als in Europa.

Het was opvallend dat woensdag 13 maart, bij de bekendmaking van de pauskeuze, er maar een paar honderd sympathisanten afzakten naar de kathedraal om er een viering bij te wonen. Al moet daarbij ook gezegd worden dat het mundane Buenos Aires niet representatief is voor de rest van het land. Toch valt het op dat de Argentijnse katholiek een uitstervend ras is.

Dat heeft te maken met het feit dat de kerk er geen volkskerk meer is. De ongelooflijke wildgroei van evangelische sekten en pinksterbewegingen in Argentinië verklaart dat deels. Deze kerken bloeien vooral in de armenwijken – ook in de Villa 1-11-14 van Bajo Flores – en het groot aantal mensen die dit soort diensten bijwoont (veel meer in aantal dan de praktiserende katholieken) in een loods of in een voormalige bioscoop hebben meer boodschap aan een sermoen tegen alcohol- en drugsverslaving met moderne muzikale omlijsting dan aan de oubollige katholieke liturgie.

De conservatieve maatschappelijke standpunten en de pedofilie-schandalen hebben de kerk verder weggedreven van de middenklasse en gemaakt tot een kleine club van overtuigden, de kerk die de vorige Paus Benedictus XVI voor ogen had.

Voor vele mensen die de mis bijwoonden in de kathedraal van Buenos Aires was de verkiezing van Bergoglio een “een goddelijk teken van hoop” voor de kerk in het bijzonder en de Argentijnse maatschappij in het algemeen. Of Franciscus I al dan niet in Rome een grote schoonmaak zal doorvoeren is nog een vraagteken, maar wat als een paal boven water staat is dat deze paus bij Latijns-Amerika betrokken is en de aandacht voor dit door de massamedia genegeerd continent, aanzienlijk zal doen toenemen.