'De meeste Tsjetsjenen zijn gematigde moslims'

Analyse

'De meeste Tsjetsjenen zijn gematigde moslims'

'De meeste Tsjetsjenen zijn gematigde moslims'
'De meeste Tsjetsjenen zijn gematigde moslims'

Na de huiszoekingen maandag op verschillende plaatsen in België binnen de Tsjetsjeense gemeenschap is een analyse van de rol van die gemeenschap op zijn plaats. Gelukkig maakte MO* die jaren geleden al.

De Staatsveiligheid en het antiterreurorgaan OCAD maken zich zorgen over een aantal radicale individuen binnen de Tsjetsjeense gemeenschap.

Maar met de overgrote meerderheid van de 12.000 Tsjetsjenen in België zijn er geen problemen.

Radicalisering

Link

Lees ook: ‘Tsjetsjenen kunnen lang het goede en kwade herinneren’

10 september 2010. De Deense politie pakt Lors D. op, een Tsjetsjeen uit Herstal die in Kopenhagen een aanslag wilde plegen. 23 november 2010. Bij een grootschalige antiterreuractie arresteert de federale politie in Antwerpen de Tsjetsjeen Isa A. op verdenking van het ronselen van strijders voor de jihad in Tsjetsjenië. Zijn Lors D. en Isa A. de voorbode van radicalisering binnen de Tsjetsjseense gemeenschap?

‘De meeste Tsjetsjenen stellen helemaal geen probleem.’

‘Sinds de jaren negentig is in Tsjetsjenië een religieuze radicaliseringstendens vast te stellen, onder meer door de instroom van wahabitische strijders uit Arabische landen. Die tendens is ook in Europa merkbaar, vooral dan onder de recente generaties vluchtelingen’, zegt Alain Winants, administrateur-generaal van de Staatsveiligheid. ‘Maar het is een marginaal fenomeen. Het merendeel van de Tsjetsjenen in België is religieus gematigd.’

De Tsjetsjeense gemeenschap in België is hoofdzakelijk gevestigd in Brussel, Antwerpen, Gent, Brugge, Kortrijk, Oostende, Verviers, Luik, Namen, Charleroi en Aarlen. ‘De meeste Tsjetsjenen stellen helemaal geen probleem’, zegt het OCAD. ‘Ze zijn gevlucht voor oorlog, repressie en terreur, en proberen in België een normaal leven op te bouwen. De meesten zijn gematigde soefi’s, maar een klein segment van de diaspora hangt wahabisme/salafisme aan. Die laatsten zijn in gewone moskeeën niet altijd welkom, we horen dat ze vaak in privéwoningen bij elkaar komen.’ Met radicalisering an sich heeft het OCAD geen probleem. Maar wanneer die overgaat in de bereidheid geweld te plegen, dan wordt het problematisch.

Het OCAD: ‘We hebben duidelijke aanwijzingen dat er kleine, radicale clusters zijn van sympathisanten van Dokka Oemarov (Tsjetsjeens rebellenleider die de aanslag op de Domodedovo-luchthaven in Moskou heeft opgeëist, kc). Die man streeft niet enkel naar een onafhankelijk Tsjetsjenië, maar wil een Emiraat van de Kaukasus oprichten en voert strijd onder de banier van de globale jihad. Het gaat in België vermoedelijk om een kleine harde kern en daarnaast enkele tientallen sympathisanten. We weten zeker dat er netwerken zijn die aan fondsenwerving doen, en waarschijnlijk ook in lichte mate aan rekrutering. Het gaat om kleine netwerken van individuen die nauw met elkaar in contact staan. In theorie is het niet uit te sluiten dat men op een dag aanslagen gaat plannen tegen westerse of Russische doelwitten.’

Verontrustende scenario’s

© Filip Claessens

‘In heel wat jihadi-dossiers speelt de virtuele wereld een niet te onderschatten rol.’

© Filip Claessens

De arrestaties van Lors D. en Isa A. zijn in de Tsjetsjeense gemeenschap op nogal wat ongeloof onthaald. Meteen circuleerden hypothesen over de hand van de Russische geheime dienst, die er belang bij zou hebben de Tsjetsjeense diaspora in een kwaad daglicht te stellen. Klinkt dat geloofwaardig in het inlichtingenwereldje? Alain Winants: ‘Wij communiceren niet over lopende gerechtelijke onderzoeken.’

‘Tsjetsjeense ouders vragen me: kunnen we er samen iets aan doen?’

Annemarie Gielen van de vredesbeweging Pax Christi, die nauwe contacten onderhoudt met de Tsjetsjeense gemeenschap, plaatst vraagtekens bij Lors D. Zijn beoogde doelwit was naar verluidt de Deense krant die de beruchte Mohamed-cartoons publiceerde.

Gielen: ‘Het zou de allereerste keer zijn dat een Tsjetsjeen zich laat verleiden tot een terreurdaad die helemaal los staat van de Tsjetsjeense strijd. Je kan je afvragen of hier geen zweem van Russische provocatie rond hangt. Maar welk van de twee scenario’s ook de waarheid is, ze zijn allebei verontrustend.’

In haar contacten met Tsjetsjenen merkt Gielen sinds een half jaar dat de bezorgdheid over radicalisering binnen de gemeenschap toeneemt. ‘Tsjetsjeense ouders vragen me: kunnen we er samen iets aan doen? Ze stellen zich vragen over discussies op chatfora, over de vraag wat een echte moslim is bijvoorbeeld. De website Kavkazcenter.com is heel populair onder Tsjetsjeense jongeren in België.’ Het OCAD: ‘Die site geeft het standpunt van Oemarov en de zijnen weer, er wordt in weinig vriendelijke termen gesproken over Russen en het Westen.’

Helemaal onschuldig is dat volgens het OCAD niet. ‘In heel wat jihadi-dossiers speelt de virtuele wereld een niet te onderschatten rol. Bij ontwrichte jongeren hier, die weinig of geen onderwijs hebben genoten en met oorlogstrauma’s of wraakgevoelens zitten, kunnen dergelijke sites de frustratie voeden en een element zijn in verdere radicalisering.’

Gerichte propaganda

Volgens Aslan Saidoulaev is Kavkazcenter.com één van de meest bezochte Tsjetsjeense websites. Saidoulaev is voorzitter van de Vereniging van de Tsjetsjeense Gemeenschap in Antwerpen (VTGA): ‘Velen gebruiken de site om politiek nieuws te lezen.’ Ook Artur Issaev beaamt dat veel Belgische Tsjetsjenen de site bezoeken ‘maar dat wil niet zeggen dat ze het steunen. Een groot deel neemt een kijkje op de site omdat Russische media vaak een verkeerd beeld geven van de gebeurtenissen op de Kaukasus.’

‘Wie de hele dag thuis zit en niets doet, kan op het internet ten prooi vallen aan gerichte propaganda.’

Issaev studeert handelswetenschappen aan de Lessius Hogeschool in Antwerpen en is voorzitter van Waynah Studens, een Tsjetsjeense studentenvereniging met een honderdtal leden. Issaev: ‘Natuurlijk kan internet een rol spelen bij radicalisering. Wie de hele dag thuis zit en niets doet, kan op het internet ten prooi vallen aan gerichte propaganda.’

Saidoulaev en Issaev benadrukken dat ze in hun eigen omgeving weinig of niets merken van radicalisering.

‘De Tsjetsjeense imams in België vragen in hun preek om de wet na te leven, te werken en studeren, je kinderen goed op te voeden en daarbij de eigen cultuur en taal niet te vergeten’, zegt Saidoulaev. ‘In de zwaarste periode van zijn geschiedenis heeft een deel van het Tsjetsjeense volk asiel gezocht in Europa. Landen als België hebben ons geholpen. Tsjetsjenen kunnen heel lang het kwade én goede herinneren. Deel uitmaken van de Europese maatschappij blijft de prioriteit voor Tsjetsjenen.’

Agenten van het regime

Naast radicalisering volgt het OCAD nog een andere trend op binnen de Tsjetsjeense gemeenschap. Het OCAD: ‘Ramzan Kadyrov, waarnemend president van Tsjetsjenië, heeft in Wenen, Dubai en Istanbul opposanten laten vermoorden. Ook in België leven opposanten tegen zijn regime, zij kunnen eventueel een doelwit vormen van intimidaties. Sinds kort is er in de diaspora in België een groep die open sympathiseert met Kadyrov. Dat leidt tot wantrouwen binnen de gemeenschap.’

Een Tsjetsjeense die al tien jaar in België woont en enkel anoniem wil getuigen, vermoedt dat die zogenaamde Kadyrovse ‘agenten zijn van het regime die naar hier worden gestuurd en de opdracht hebben informatie te verzamelen en door te geven. Daarom zijn de Tsjetsjenen de laatste tijd bang. Ze zullen niet makkelijk contact zoeken met andere Tsjetsjenen als ze niet weten tot welk kamp die behoren.’

Dit artikel verscheen eerder in 2011.