De neveneffecten van ons winkelgedrag

Analyse

De neveneffecten van ons winkelgedrag

Kristof Clerix

26 januari 2006

Absurde humor is het handelsmerk van Jonas Geirnaert, gelauwerd in Cannes voor zijn korte animatiefilm Flatlife, en creatief brein achter de humoristische groep Neveneffecten. Hoe gekker, hoe liever, zowel op Canvas als op de bühne. Maar als het op duurzaam consumeren aankomt, is de jonge komiek bloedserieus.

Opeengestapeld meubilair, kartonnen dozen vol huis-tuin-keuken-spullen, Jonas is nog maar pas verhuisd naar zijn nieuw appartement op een steenworp van het station Gent-Dampoort.
‘Mijn vriendin en ik hebben nog geen tijd gehad om alles in te richten. De stroom kan trouwens elk moment uitvallen want we hebben nog geen elektriciteitscontract. Maar over de leverancier hebben we wel al nagedacht. We zijn tot de conclusie gekomen dat we geen argumenten hebben om niet voor groene stroom te kiezen. Akkoord, groene stroom is heel wat duurder maar we verdienen allebei goed onze boteram, er kan wel iets vanaf.’ Ook spaarlampen staan op het aankooplijstje.
‘Niet dat ik de grootste idealist aller tijden ben, maar ik probeer toch te letten op energieverbruik. Onlangs hebben we geïnvesteerd in hygiëne in de vorm van een wasmachine en een droogkast. Tegenwoordig hebben wasmachines een label dat het verbruik aangeeft. Onze wasmachine heeft het label A+, naar het schijnt is die zuinig op het gebied van water- en elektriciteitsverbruik. De droogkast is minder zuinig want aangezien we geen luchtafvoer hebben, moesten we wel een condensatiedroogkast nemen. Binnenkort gaan we trouwens een nieuwe koelkast kopen, ook dan zal verbruik het belangrijkste criterium zijn.’ Geen baksteen in Jonas’ toiletreservoir om water te besparen maar er zit wel een kleine spoelknop voor de kleine boodschap. ‘Al moet je niet hypocriet zijn: als die knop niet al op de WC zat, zou ik niet speciaal naar de Brico gaan om er een te kopen.’
In de hoek van zijn woonkamer staan twee zelfbouwpaketten in Ikea-verpakking. Ook in de rest van het huis is de Zweedse meubelgigant goed vertegenwoordigd. ‘We hebben kasten, rekjes en bedden uit Ikea. Over die aankopen hebben we lang getwijfeld. In het verleden was Ikea niet helemaal zuiver op de graat op het vlak van arbeidsomstandigheden. Maar een kennis van ons die bij Greenpeace werkt en goed geïnformeerd is, zei dat het mocht. Ikea zou nu wel koosjer zijn. Als arbeiders in lageloonlanden worden uitgebuit, dan hoeft het voor mij niet. De vraag is natuurlijk hoever je daarin gaat. Ikea was vroeger stout, kun je er nu wel spullen van kopen?’

Ongelukkige kippen

De geur van warme koffie vult de huiskamer. Jonas toont een pakje Ruby Desert. ‘Ik moet een groot mea culpa slaan: dit is geen fairtrade koffie. Maar ik heb een geldig excuus: ik ben een koffiejunk en tijdens de verhuis had ik echt geen tijd om langs de Wereldwinkel te gaan. Bovendien verkopen ze in de buurtwinkel geen fairtrade producten. Niet dat ik mij nu slecht voel bij deze koffie. Voor een keertje is het niet erg, hoop ik.’ Doorgaans koopt Jonas wél producten in de Wereldwinkel. ‘Koffie en chocolade bijvoorbeeld.
Voor verjaardagen van vrienden stellen we soms een cadeaupakket uit de Wereldwinkel samen. Gedroogd fruit, thee, houten speelgoed, dat valt meestal wel in de smaak. Fairtrade is aan een opmars bezig. Ik geloof ook echt in de meerwaarde. Ik ben er van overtuigd dat boeren in het Zuiden het merken wanneer Oxfam 30 procent meer fairtrade koffie verkoopt. Anderzijds besef ik ook wel dat je daarmee de grote multinationals niet zult treffen. Om die echt een klap toe te dienen wanneer ze op ethisch vlak in de fout gaan, moet je zorgen dat wantoestanden in de media komen. Dan gaan ze zelf wel beseffen dat hun imago besmeurd is en dat ze dingen moeten rechtzetten.
Bedrijven zijn enorm imagogevoelig.’ Jonas heeft zijn eigen zwarte lijstje van merken: ‘Nike, Adidas en Reebok komen er niet in. En sinds het begin van de oorlog in Irak - 20 maart 2003 - koop ik niets meer van de Coca Cola Company. Dat is voor mij een symboolbedrijf: Coca Cola is een grote sponser van George Bush. Natuurlijk is er een hele lijst van bedrijven die de Republikeinen sponsoren, maar ik ken ze niet allemaal. In dat opzicht is het  moeilijk om consequent te zijn.’
Eyecatcher in Jonas’ koelkast: een fles Poolse Zubrowka-wodka. ‘Zelfs bij sterke drank let ik goed op wat ik koop. Bacardi bijvoorbeeld niet. De familie achter Bacardi is tijdens de revolutie verdreven uit Cuba en is nu een grote sponser van de anti-Castro-beweging.’ Naast de wodka: een doosje met zes eieren. ‘Oeioeioei. Oeufs de poules élévées en cage. Eieren van ongelukkige kippen dus. Maar in de buurtwinkel hebben ze geen andere.
Om het goed te maken is de verpakking ozonvriendelijk.’ Aan verpakkingsmateriaal geen gebrek rond de salami die een schap lager ligt. ‘Ik weet het: een piepschuim bakje, daarbovenop nog eens folie, veel te veel verpakking. Daar zou ik als consument beter op moeten letten. Hier heeft trouwens ook de overheid een rol te spelen. Om de afvalberg te verkleinen, zouden we producten moeten kopen waar minder verpakking aan zit. Maar hoe wil de overheid ons stimuleren? Door dure vuilzakken in te voeren. Dat vind ik absurd. Maak liever regels voor bedrijven, je moet de bron van het probleem aanpakken. Bedrijven moeten er maar voor zorgen dat er minder rommel rond hun cornflakes zit.’

Koning Auto

Shopping time. De buurtwinkel Tanis ligt letterlijk om de hoek. Jonas: ‘Twee minuten en je bent er. Te voet. Dat is ook duurzaam hé? Ik heb niet eens een rijbewijs, al heeft dat niets met principes te maken. Ik heb gewoon schrik om met de auto te rijden. Noodgedwongen neem ik dus het openbaar vervoer om overal te geraken. Mijn auto mijn vrijheid, dat moet je geweldig relativeren. Ook met de trein en bus geraak je wel op je bestemming. Alleen moet je goed plannen.’
Toch is Koning Auto meestal present als Jonas bij Woestijnvis in Zaventem gaat werken of in het Vlaamse land nieuwe opnames van Neveneffecten inblikt. ‘Maar dan doen we aan carpoolen. Ook de andere gasten van Nefeneffecten wonen in Gent.’
Tanis is een gezellige buurtwinkel maar voor een uitgebreid assortiment moet je elders zijn. ‘Het is een zegen dat je hier tot acht uur ‘s avonds terechtkunt maar de keuze is wel beperkt.’ Jonas koopt een fles witte wijn, een pakje rijst en een kilo appelen. ‘Om die te wegen moet je ze eerst in een niet-duurzame plastic zakje stoppen. Je zou zo een zakje natuurlijk van thuis kunnen meenemen, al denk ik niet dat veel mensen dat doen. Een boodschappentas neem ik wel altijd mee. En als ik toch nog plastic tasjes van de supermarkt nodig heb, gebruik ik ze achteraf als vuilzak.’ Bewust consumeren heeft Jonas van thuis uit meegekregen. ‘Mijn ouders zijn enorm begaan met de problematiek van de Derde en de Vierde Wereld, vandaar.
Toen ik in Gent op kot ging, ben ik voor het eerst ook zelf bewust gaan leven. Dat was net op het hoogtepunt van de andersglobaliseringsbeweging. Op het einde van de jaren negentig was er een golf van mensen - veel jongeren - die geloofde dat een andere wereld mogelijk moest zijn. Dat komt ondermeer omdat onze generatie beter geïnformeerd is. Als vandaag iets in Ecuador gebeurt, zullen we dat sneller te weten komen dan in de jaren zestig. Bovendien groeit het besef dat we op milieuvlak niet zo goed bezig zijn.
Tien jaar geleden was er nog de discussie of de mens mee verantwoordelijk is voor het broeikaseffect. Nu bestaat daar consensus over. Maar dan blijft nog altijd de vraag: willen en kunnen mensen er iets aan doen, nu ze op de hoogte zijn?’