De 'nieuwe sjiieten' van Brussel

Analyse

De 'nieuwe sjiieten' van Brussel

De 'nieuwe sjiieten' van Brussel
De 'nieuwe sjiieten' van Brussel

Soennieten die sjiiet worden –het is geen uitzondering meer. In Brussel zijn het vooral Marokkanen die de overstap maken.

Het is vrijdag, het middaggebed is net voorbij. Sjeik Abdallah heeft zijn lange gewaden en tulband omgeruild voor een broek en een jas. Hij vraagt me om even te wachten. Hij moet namelijk een jongeman te woord te staan. Tien minuten duurt het gesprek in het bureau (en tegelijkertijd boekhandel) van de sjiitische moskee Reda in Anderlecht. De voertaal is Farsi.

Sjeik Abdallah is van Marokkaanse afkomst. Van thuis uit is hij soenniet maar na zijn “bekering” tot het sjiisme is hij naar Iran getrokken om theologie te studeren. Hij is er tien jaar gebleven. Nu is hij imam in de moskee Reda waar de grote meerderheid van de gelovigen van Marokkaanse afkomst is. ‘Ik ben sjiiet geworden nadat ik in contact ben gekomen met andere Marokkanen die al sjiiet waren. Dat was in de jaren tachtig’, vertelt hij. ‘Die eerste groep kwam met het sjiisme in contact via boeken die hier door Iraniërs verspreid werden.’

Ook Fatiha, een Antwerpse van Marokkaanse afkomst, is sinds enkele jaren een “nieuwe sjiiet”. Dat is ze geworden nadat ze haar huidige man, een sjiiet uit Irak, had leren kennen. Met hem had ze een “genotshuwelijk” of tijdelijk huwelijk aangegaan. ‘Ik was gescheiden en had seksueel contact nodig’, zegt ze. ‘Het feit dat dit in een islamitisch kader kon plaatsvinden, vond ik een goede zaak.’ De tijdelijke relatie leidde later tot een huwelijkscontract. Maar meer dan het tijdelijke huwelijk, dat zwaar wordt bekritiseerd door soennieten, is het de filosofie van het sjiisme die haar aangetrokken heeft. ‘Bij de soennieten gaat het altijd over details en rituelen, terwijl er bij de sjiieten meer diepgang is. Dat zie je duidelijk in de religieuze programma’s op de televisie’, zegt ze.

Volgelingen van Ali

Dat de groep “nieuwe sjiieten” groeiende is, staat buiten kijf. En dat is wereldwijd het geval. ‘Het heeft iets van een sneeuwbaleffect’, zegt Imane Lachkar, die bekering onderzoekt in het kader van een doctoraatsverhandeling aan de KU Leuven. ‘In Brussel is het een groot fenomeen en dat heeft te maken met de globaliserende context. De informatie circuleert gemakkelijk. Er is al een tweede generatie “nieuwe sjiieten”. Je ziet ook meer en meer pasgeborenen die Jaafar of Fatima-Zahra heten, namen die heel populair zijn bij sjiieten.’

Cijfers over het aantal “nieuwe sjiieten” zijn er niet. ‘Het gaat hier niet echt om een bekering. Het is geen verandering van geloof. Het is iets dat binnen het spectrum van het geloof gebeurt. Er is geen certificaat dat uitgeleverd wordt en geen registratie. Een overgangsritueel is er ook niet. Het enige is dat ze Ali, neef en schoonzoon van de profeet Mohamed, toevoegen aan de sjahada, de geloofsgetuigenis (het feit dat er maar een enkele God is en dat Mohamed zijn boodschapper is) als zijnde hoejate Allah –symbool dat ze Ali omarmd hebben.’

Even recapituleren. Het sjiisme, na het soennisme de tweede belangrijke stroming binnen de islam, is ontstaan naar aanleiding van de strijd over de opvolging van de profeet Mohamed. Sjiieten of Sjia te Ali, de volgelingen van Ali, geloven dat Ali de directe opvolger is van de profeet Mohamed. Hij heeft daar recht op omdat hij van ahl lbait, van de familie van de profeet is. De andere partij vond dat er overleg moest zijn over wie de opvolger werd en dat de andere metgezellen daar evenveel recht op hadden. Abu Bakr werd als eerste kalief gekozen. Imam Ali kwam pas na twintig jaar als vierde kalief aan de beurt maar werd door tegenstanders vermoord. Dat leidde tot het schisma tussen soennieten en sjiieten. Maar het is de slachtpartij in Karbala in het huidige Irak in 680 waarbij imam Hoessein, de tweede zoon van Ali, vermoord werd, die het schisma nog het meest illustreert.

Sjiisme is een heel gestructureerde religie. Er is geen chaos.

De islamitische revolutie in Iran en de Iraans-Iraakse oorlog van de jaren tachtig hebben deze geschiedenis weer aan de oppervlakte gebracht. Dat leidde tot een eerste groep “bekeerlingen”. ‘Het feit alleen al dat, Ali die een dergelijk belangrijke plaats had bij de profeet Mohamed, vermoord werd en dat zijn zoon Hoessein op een afschuwelijke manier afgeslacht werd door andere moslims, doet mensen bij het sjiisme aanleunen’, zegt sjeik Abdallah.

‘Huilen is helend’

Ook de hiërarchie binnen het sjiisme is een aantrekkingskracht voor heel wat soennieten. Fatiha bijvoorbeeld vindt het een goede zaak dat er één geestelijke is die de verantwoordelijkheid heeft om op vragen van de gelovigen te beantwoorden. ‘Sjiisme is een heel gestructureerde religie. Er is geen chaos’, zegt onderzoekster Imane Lachkar. ‘Er is weinig plaats voor ijtihad, de religieuze interpretatie. Sjiieten geloven dat er mensen zijn die in een betere positie zitten om een religieuze interpretatie te geven. Ze geloven ook in de onfeilbaarheid van de profeet en die van de twaalf imams die van de profeet afstammen. En daar is er een groot verschil met de soennieten.’

Dat de politieke actualiteit het sjiisme op de voorgrond heeft gebracht, is een feit. Maar de mensen veranderen niet van stroming om politieke redenen. ‘Hassan Nasrallah, de leider van de sjiitische Hezbollah in Libanon, is heel populair bij de soennieten maar dat is voor hen geen reden om sjiiet te worden’, zegt Sjeik Abdallah.

De overstap naar het sjiisme wordt niet ervaren als een verandering, het is veeleer een terugkeer naar de oorsprong. ‘Het is de geschiedenis kritisch bekijken’, zegt Imane Lachkar. ‘Veel mensen hebben het gevoel in een leugen te hebben geleefd want de geschiedenis werd door de overwinnaars geschreven.’ De overstap leidt ook niet tot een breuk met de omgeving.
‘Sjiieten zelf gaan niet snel over hun sjiisme beginnen, zeker als ze het gevoel hebben dat hun omgeving hen niet zal begrijpen. Langs de andere kant slagen sommigen, zeker de hoger opgeleiden in de Arabische taal en cultuur, erin hun hele familie te “bekeren”’, zegt de onderzoekster.

‘Sjiiet zijn is ook een proces’, zegt Imane Lachkar. ‘Mensen proberen sjiiet te zijn. Ze proberen te begrijpen wat er toen gebeurde. De herdenking van de dood van Hoessein is daar een voorbeeld van. Sjiieten werken om zich de tragedie van Karbala eigen te maken. Ze worden daar dagenlang op voorbereid. Het hoogtepunt is de tiende dag, de dag van Asjoera, de dag waarop Hoessein vermoord werd. Het is de bedoeling om in de tragedie te kunnen treden.’

‘Zelfkastijding tot bloedens toe is zeker niet de bedoeling’, zegt sjeik Abdallah. ‘Het is met een zachte klap op de borst, de klap die men deed toen men hoorde dat Hoessein vermoord werd, dat we in rouw treden. Het is huilen, uit liefde voor ahl lbait. Huilen is helend, ook voor mannen’.

‘De geschiedenis in vraag stellen is goed. Dat getuigt van een kritische geest. Maar het valt op hoe de nieuwe sjiieten dogmatisch kunnen zijn’, aldus Imane Lachkar. ‘Een kritische geest heeft op dat vlak ook zijn grenzen.’