De politiek van namen: Birma of Myanmar?
De controverse over de naam van Birma / Myanmar gaat over veel meer dan enkel het gebrek aan legitimiteit van de militaire junta. Het zegt ook iets over de etnische tegenstellingen in het land.
De officiële en volledige naam van Birma is sinds 1989 de Unie van Myanmar. De Verenigde Naties aanvaardden de naam, de meeste oppositiegroepen en Angelsaksische landen blijven Burma gebruiken als symbolisch verzet tegen de militairen die de wijziging oplegden. Myanmar wordt etymologisch verklaard als een combinatie van snel (myan) en sterk (mar). De naam wordt al sinds de twaalfde eeuw gebruikt om het territorium en de dominante etnische groep in de centrale vlakte aan te duiden. Burma is een Portugese en door de Britten overgenomen verbastering van Baman, een andere naam voor de etnische meerderheidsgroep.
Door Myanmar en Myanmarezen te gebruiken vermijden we alvast de verwarring tussen Birmezen (etnische groep) en Birmanen (inwoners van het land). Samen met de naam van het land, wijzigden de generaals in 1989 ook de naam van de toenmalige hoofdstad (Rangoon werd Yangon) en van de grote rivier die door centraal Myanmar stroomt (Irrawaddy werd Ayeryawady). Sinds november 2005 is Naypyidaw, een nieuw gebouwde stad in centraal Myanmar, de hoofdstad van het land.
Myanmar is onderverdeeld in zeven deelstaten en zeven divisies. De deelstaten vormen de buitenrand van het land en zijn grotendeels gebaseerd op de grote etnische minderheden (Shan, Mon, Chin, Kayin, Kaya, Kachin, Rakhine) terwijl de divisies centraal Myanmar uitmaken en telkens een Birmese meerderheid hebben (Sagaing, Yangon, Mandalay, Tanitharyi, Bago, Magwe en Ayeryawady).
De strijd tussen etnische minderheden en Birmese meerderheid is eeuwenoud en werd versterkt door het Britse koloniale bestuur. De eerste gewapende opstand –door het Karen bevrijdingsleger– begon al in 1949, enkele maanden na de onafhankelijkheid. In totaal zijn er meer dan 100 etnische groepen en talen in Myanmar. Kleinere volkeren, zoals de Danu, Akha, Kokang, Lahu, Naga, Palaung, Pao, Rohyinga, Tavoyan en Wa hebben geen eigen politiek territorium, al hebben sommigen –zoals de Wa en de Pao– wel eigen gewapende groepen. De meest verdrukte minderheid zijn de Rohingya, die niet erkend worden als burgers van het land en pas mogen trouwen of zich verplaatsen als de overheid daartoe toestemming geeft.