De recyclage-industrie in Gaza

Analyse

De recyclage-industrie in Gaza

Tilde De Wandel

29 september 2010

De inwoners van Gaza gebruiken het puin van de voorbije oorlog om hun verwoeste land opnieuw op te bouwen. Op gevaar voor eigen leven brengt MO*Wereldblogster Tilde De Wandel het proces in beeld.

Gaza-stad, zaterdag 31 juli. Op de dienst intensieve zorgen van het Shifa-ziekenhuis zit Iyad Ateya Ismael aan het bed van zijn 17-jarige zoon Khaled. Een beademingsmachine pompt zuurstof in het jonge lijf. Iyad vertelt hoe zijn zoon diezelfde ochtend neergeschoten werd toen hij puin ophaalde in de bufferzone. ‘Khaled was samen met twee vrienden stenen aan het laden op een ezelskar in de voormalige industriezone van Beit Hanoun. Op ongeveer 700 meter van het scheidingshek werden ze beschoten door het Israëlische leger. Meestal worden er waarschuwingsschoten afgevuurd, maar deze keer schoten ze met scherp. Khaled werd getroffen in zijn bovenbeen, een slagader is geraakt. Hij verloor veel bloed en verkeert nog steeds in levensgevaar.’

Khaled is één van de vele jongeren die dagelijks op de grens tussen Gaza en Israël –de gevaarlijkste plaats in de regio– stenen en metaal van verwoeste huizen ophalen. Ze werken een zestal uur per dag en verkopen daarna alles voor vier tot vijf euro –een bijzonder laag “loon” in verhouding tot het gevaar. Sinds begin 2010 werden al 19 incidenten gesignaleerd waarbij het Israëlische leger op schrootverzamelaars schoot.

De jongens kennen het gevaar, maar ‘het is de enige manier om een inkomen te verwerven’, zeggen ze. Met een werkloosheidspercentage van 42 procent liggen de banen in Gaza inderdaad niet voor het grijpen. Puin is er wel in overvloed, zeker na operatie Gegoten Lood, de drie weken durende Israëlische aanval in de winter van 2008-2009, waarbij meer dan  20.000 gebouwen ernstig beschadigd of volledig vernield werden.
De blokkade van Gaza, die in 2007 door Israël ingesteld werd nadat Hamas aan de macht kwam, verhindert nog steeds de import van bouwmaterialen. De vraag naar constructiemateriaal voor de wederopbouw is groot. Sinds anderhalf jaar ontwikkelde er zich noodgedwongen een nieuwe industrie: de recyclagenijverheid. Jong en oud halen stenen, stukken beton en metaal op in de grenszone en leveren die aan bedrijven die het puin sorteren en vermalen tot steengruis. Dat wordt daarna gebruikt in de productie van gerecycleerde bouwstenen –die weliswaar driemaal duurder zijn dan het bouwmateriaal vóór de blokkade, terwijl ze van minderwaardige kwaliteit zijn.

In het noordoostelijke grensgebied ontmoet ik Issa Abu Aboud, zaakvoerder van Nwaja Company. In 1997 leende hij 2,2 miljoen dollar om een betonfirma op te starten. Abu Aboud: Ik deed goede zaken, produceerde zo’n 300 kubieke meter beton per dag, had 25 personeelsleden in dienst en slaagde erin mijn lening deels af te betalen. In 2007 was er echter geen cement meer verkrijgbaar en moest ik mijn bedrijf noodgedwongen sluiten.

Tijdens operatie Gegoten Lood werden daarenboven enkele van mijn trucks opgeblazen en walste een tank door mijn bedrijf. Toen almaar meer bedrijven in de buurt omschakelden naar recyclage besloot ik wat overbleef van mijn bedrijf opnieuw operationeel te maken.’

Sinds een jaar heeft Abu Aboud opnieuw tien werkmannen in dienst en vermalen ze dagelijks grote hoeveelheden steen. Het levert hem een klein inkomen op, waarmee hij zijn schulden niet kan afbetalen maar wel zijn familie kan onderhouden.

‘Ik kijk uit naar de dag dat de grenzen terug opengaan’, vervolgt Abu Aboud. ‘Ik haat dit werk, het is fysiek extreem zwaar en ik heb problemen met mijn ademhaling door de overvloed aan stof. Met mijn werk pogen we het onmogelijke mogelijk te maken. Zo kan je dit land niet heropbouwen, maar een betere manier is er momenteel niet.’

De recyclagesector creëert inderdaad nieuwe banen in Gaza. Voor sommigen betekent dat werk in bedrijven, de grote meerderheid verzamelt echter puin in de grensregio. Daar vormt  niet alleen het Israëlische leger een bedreiging, want hun activiteit wordt ook door de lokale Gazaanse overheid als illegaal beschouwd. Een jongeman getuigt hoe hij twee maanden geleden gearresteerd werd door de lokale politie. Hij kwam slechts drie weken later vrij, nadat zijn oom een borgsom van 600 euro betaalde. ‘De overheid heeft geld nodig en alle middelen zijn goed om het te verkrijgen. Ik kan echter niet anders dan opnieuw aan de slag te gaan als puinverzamelaar. Ik doe het werk nu stiekem, vanaf de avondschemering. Mijn vader is ziek, ik ben de enige kostwinner in mijn familie. Als ik dit werk niet doe, is er geen inkomen.’

Wanneer ik op het punt sta om dit artikel naar de redactie door te sturen, krijg ik bericht dat er opnieuw twee jongemannen neergeschoten werden. Ze waren stenen aan het ophalen in de noordelijke grensregio. Het Israëlische leger vuurde met scherp.

Zie ook de Wereldblog op deze site.

Voor de veiligheid van de desbetreffende personen, zijn alle namen in dit artikel fictief.