De steden van het nieuwe millennium

Analyse

De steden van het nieuwe millennium

In 2008 zullen 3,3 miljard mensen, de helft van de wereldbevolking, in de stad wonen. Tegen 2030 zal die stedelijke bevolking aangegroeid zijn tot 5 miljard. 81 procent daarvan zal in ontwikkelingslanden leven.

  • Van sloppenwijk naar moderne stadsontwikkeling

  • Minder zwangere tieners in de stad

Het rapport State of the World Population, dat eind juni door het VN-Bevolkingsagentschap werd gepubliceerd, stelt dat de groeiende verstedelijking niet enkel betrekking heeft op metropolen als São Paulo, Bombay of Shanghai. Vooral in kleinere steden van zo’n half miljoen inwoners neemt de bevolking toe. De aangroei van de stadsbevolking situeert zich voor 93 procent in ontwikkelingslanden, vooral in Afrika en Azië. Tussen 2000 en 2030 zal de stedelijke bevolking van Afrika verdubbeld zijn.
Die groei van de steden heeft voor 40 procent te maken met de vlucht van het platteland naar de stad, voor 60 procent gaat het om demografische groei: stadsbewoners die kinderen krijgen. De helft van de stadsbewoners zijn ook jonger dan 25, al valt in China vooral de vergrijzing van de stadsbevolking op als nieuw fenomeen.
Steden zijn geen jungles van beton, maar dynamische gemeenschappen van mensen en heel vaak de motor van economische groei. Een stad als Lagos bijvoorbeeld genereert 65 procent van het bnp van Nigeria. Volgens Paul Taylor van VN-Habitat beschouwen hulporganisaties en donoren de armoede op het platteland ten onrechte als hun voornaamste prioriteit terwijl steden veronachtzaamd worden en migratie wordt afgeraden. Dit beleid heeft gefaald, zo stellen de onderzoekers. Daardoor is er een achterstand gekomen wat betreft huisvesting, sanitair en de nodige infrastructuur in de steden, en zijn de sloppenwijken aangegroeid.
Stad en platteland hangen samen. Armoedebestrijding in de stad komt ook het platteland ten goede, omdat dan in de stad de vraag naar landbouwproducten stijgt. Het rapport toont ook aan hoe steden vaak sociale netwerken versterken en de emancipatie van vrouwen en meisjes bevorderen. Vorming van vrouwen en meisjes in de steden op het vlak van capaciteitsopbouw, reproductieve gezondheidszorg en familieplanning kan bovendien de demografische groei afremmen en heeft op die manier een positief effect op de globale demografische aangroei.  
De mensheid zal een revolutie in haar manier van denken moeten doormaken om het potentieel van de stad en haar bevolking optimaal te benutten en te laten functioneren. Dat is meteen de belangrijkste aanbeveling van het rapport aan beleidsmakers en sociale organisaties. Of om het met de woorden van Jaime Lerner te zeggen, voormalig gouverneur van Paraná en ex-burgemeester van Curitiba, de Braziliaanse voorbeeldstad: ‘Een stad is een collectieve droom. Die droom werkelijkheid laten worden, is van vitaal belang. Het is in onze steden dat we de grootste vooruitgang kunnen boeken voor een vreedzame samenleving, om met optimisme in plaats van met angst uit te kijken naar de verstedelijkte wereld van morgen.’ (adw)
www.unfpa.org

Van sloppenwijk naar moderne stadsontwikkeling

Eén miljard mensen leeft in sloppenwijken, met uitermate precaire behuizing, energievoorziening, sanitair en hygiëne. 90 procent van deze mensen woont in ontwikkelingslanden. In sommige sloppenwijken in Afrika worden drie toiletten en één douche gedeeld door 250 huishoudens. Men schat dat jaarlijks 1,6 miljoen slumbewoners omkomen bij gebrek aan schoon water en sanitair. Zuid-Azië herbergt het grootste aantal sloppenwijkbewoners, maar vooral in Afrika beneden de Sahara is verstedelijking haast synoniem van aangroei van de slums.
In Zuid-Azië is 56 procent van de stadsbevolking sloppenwijkbewoner, in Afrika beneden de Sahara is dat 72 procent. De voorbije vijftien jaar verdubbelde die aangroei tot bijna 200 miljoen mensen in 2005. Men zegt wel eens dat die aangroei van de steden Afrika’s tweede grootste probleem is, na aids. Gaborone, de hoofdstad van Botswana, groeide van 17.700 inwoners in 1971 tot meer dan 186.000 vandaag, en zal tegen 2020 een half miljoen mensen tellen. Een aangroei die vooral verklaard wordt door de inkomsten van de diamantmijnen.
De strijd voor het halen van de millenniumdoelen en tegen de armoede zal dus in grote mate gevoerd moeten worden in de sloppenwijken. Daarom zijn initiatieven zoals in de Egyptische hoofdstad Caïro van uitzonderlijk belang. De bevolking van die stad is de afgelopen dertig jaar haast verdubbeld, van 6,4 miljoen in 1975 tot 12 miljoen inwoners vandaag, op een totale bevolking in Egypte van 77 miljoen. Caïro telt 1221 “informele woonzones”. De overheid heeft er de jongste jaren een punt van gemaakt om de toestroom naar de grote steden op te vangen met ontwikkelingsprojecten en sociale woningen in zogenaamde nieuwe steden.
1,2 miljoen mensen die anders naar de sloppenwijken zouden zijn afgevloeid, hebben daar nu een waardig onderkomen gevonden. Een ander fris voorbeeld in Afrika is Freetown, hoofdstad van Sierra Leone. Na de jarenlange burgeroorlog heeft de bevolking zich daar toegelegd op landbouwproductie in de stad, om zo de voedselbehoeften van de aangroeiende bevolking te voldoen. Brian Halweil wijdt in State of the World 2007 een apart hoofdstuk aan voedselproductie in de stad, meer bepaald in Freetown. Zowel op ecologisch vlak –efficiënt in water- en grondverbruik– als op sociaal vlak –prijzen en voedselzekerheid– zijn stadstuinen een valabel alternatief in de strijd tegen armoede. (adw)
www.worldwatch.org

Minder zwangere tieners in de stad

Voor talloze jongeren in ontwikkelingslanden werkt de stad als een magneet. Het is de plek om werkgelegenheid te vinden, om leeftijdsgenoten te ontmoeten. Het betekent ontsnappen uit de armoede en biedt een ruimte voor cultuur en subcultuur. Ook al herbergt de stad weer nieuwe bedreigingen, toch zijn jonge meisjes in zeker opzicht vaak beter af in de stad.
Wereldwijd bevallen er elk jaar zo’n veertien miljoen jonge meisjes die niet ouder zijn dan vijftien tot negentien jaar. Uit onderzoek in 56 landen in het Zuiden blijkt dat de meisjes uit de armste lagen van de bevolking drie keer meer kans hebben om zo vroeg te bevallen dan hun beter gestelde leeftijdsgenoten, twee keer zoveel kinderen hebben, en twee tot vijf keer meer kans lopen op complicaties bij de bevalling. Maar vooral jonge meisjes op het platteland ontsnappen heel moeilijk aan die situatie. Uit diverse onderzoeken blijkt dat jonge meisjes in de stad iets later zwanger zijn, dat ze beter geïnformeerd zijn over de risico’s van aids en meer notie hebben van familieplanning. 
Het VN-Bevolkingsfonds heeft een project lopen in San Juan de Lurigancho, een armenwijk in Lima, Peru, waar indiaanse gezinnen leven die migreerden van het platteland. In samenwerking met het ministerie van gezondheid is hier een centrum opgericht met gezondheidswerkers die de jonge indiaanse meisjes vorming geven, ontmoetingsgelegenheden creëren en informatiecampagnes opzetten om hun seksualiteit veiliger en vrijer maar ook zonder geweld te kunnen beleven. Jonge meisjes doen er niet alleen informatie op, ze worden er ook mondiger en leren er hun rechten te verdedigen. (adw)