Drie vragen aan Margot Wallström
Margot Wallström is speciaal VN-Vertegenwoordiger over Seksueel Geweld.
Seksueel geweld is volgens u geen gender- maar een mensenrechtenprobleem. Hoezo?
Margot Wallström: Het is een mensenrechtenprobleem omdat ook mannen en jongens aangevallen worden. Maar het is ook een mensenrechtenprobleem omdat vrouwen recht hebben op hun lichaam, op fysieke onschendbaarheid, op hun leven. Vrouwen bevinden zich in de frontlijn van moderne oorlogsvoering omdat de hedendaagse oorlogen niet langer tussen geregelde legers uitgevochten worden, maar tussen kleine, gewapende groepen. Die komen sporadisch uit hun schuiloorden en plunderen dan de dorpen en verkrachten de vrouwen. Vrouwen worden aangevallen op een systematische en wijdverbreide manier. Zo worden hele samenlevingen gebrutaliseerd. Zolang vrouwen met dit –vaak ondenkbaar en onvoorstelbaar– geweld geconfronteerd worden, kan je onmogelijk aan vrede werken.
U zegt seksueel geweld geen cultureel gegeven is maar een criminele daad. Maar misschien is het wel onderdeel van een militaire, machistische cultuur?
Margot Wallström: Dat is inderdaad best mogelijk. Een van de daders zegt in een getuigenis dat hij en anderen zulke gruwelijke dingen konden doen, omdat het hoorde bij “een goede soldaat”. Door te verkrachten, kon hij bewijzen dat hij een goede en succesvolle soldaat was. Maar anderen verzetten zich tegen die groepsdruk. Dat moeten we beter proberen te begrijpen: wat heeft een soldaat nodig om neen te zeggen tegen de druk van zijn omgeving om seksueel geweld te gebruiken?
Als seksueel geweld het weefsel van een hele samenleving uit elkaar scheurt, hoe lang duurt het dan om dat te herstellen eens een conflict voorbij is?
Margot Wallström: De trauma’s van de daders én slachtoffers zijn nog nooit grondig bestudeerd. Ze moeten onpeilbaar zijn als je ziet hoe onzegbaar sommige misdaden waren. Als een vader gedwongen wordt zijn dochter te verkrachten, of als een vrouw een groepsverkrachting moet ondergaan in het bijzijn van haar familie, dan wéét je dat het generaties zal duren eer dat trauma uitgewist is. Voor het Joegoslavië-tribunaal zei een vrouwelijke getuige: ‘Wij dachten dat alle plunderingen en moorden toe te schrijven waren aan de oorlog en dat ze ook zouden voorbijgaan als de oorlog zou stoppen. Maar toen begonnen de verkrachtingen, en toen verloren we alle hoop.’