Duurzame beleggers vragen criteria
In november vorig jaar rommelde het even rond de aandeelhoudersactie van Humo, dat een lans wou breken voor duurzaam beleggen. Alleen bleek het fonds niet zo duurzaam als gedacht.
De financiële crisis bewijst dat het niet al goud is wat blinkt. Groene en sociale financiële beleggingen met een langetermijnvisie vormen de piste naar de toekomst, zegt de maatschappij- en milieubewuste bank Triodos, die naar eigen zeggen gespaard bleef van de kredietcrisis. Alleen bevinden er zich nog teveel hindernissen op die piste. Zo is het voor de consument –bij gebrek aan éénduidige criteria en controlemechanismen– een raadsel of als duurzaam aangeboden fondsen wel beantwoorden aan de eigen duurzaamheidsbeginselen. Wat duurzaam is voor de een, is dat niet noodzakelijk voor de ander: iemand kan in een klimaatfonds stappen en toch in kernenergie investeren.
In november vorig jaar rommelde het even rond de aandeelhoudersactie van Humo, dat een lans wou breken voor duurzaam beleggen. Het weekblad bood de lezer voor vijftien euro aandelen van het water- en klimaatfonds van Delta Lloyd. Het was een mooie stunt maar ook één die de wenkbrauwen deed fronsen. Het bewuste fonds belegt immers ook in bedrijven zoals de omstreden agrochemiereus Monsanto en Danaher Corporation, betrokken in de productie van wapenonderdelen. Netwerk Vlaanderen vindt dat banken dit soort ondernemingen bij regelgeving uit hun zogenaamde groene fondsen moeten weren.
‘Het is belangrijk dat je als klant vooraf opvraagt in welke bedrijven belegd wordt en wat de gehanteerde sociale en ecologische selectiecriteria zijn, zeker als je in zee gaat met financiële instellingen als Delta Lloyd’, zegt Luc Weyn van Netwerk Vlaanderen. Humo zelf geeft toe dat het zijn huiswerk beter had kunnen maken. ‘Het is onze partner Keytrade Bank die het fonds gezocht heeft, maar nu weten we dat we vooraf een reality check hadden moeten doen’, zegt productmanager Emmanuel Naert. ‘We willen het kind wel niet met het badwater weggooien. We blijven honderd procent achter onze primeuractie staan: het is en blijft een ecologisch fonds en het aandeel van Monsanto en Danaher bedraagt slechts vijf procent. Al besef ik dat dat ons natuurlijk niet vrijpleit, maar wij zijn niet gemachtigd om een bedrijf te schrappen.’ Netwerk Vlaanderen hamert al lang op de noodzaak aan duidelijke criteria die bepalen wat sociale en groene fondsen minimum moeten inhouden.
Wat dan met de Eurosif Transparantie Richtlijnen voor duurzaam beleggen, die in 2004 in heel Europa werden ingevoerd? ‘Die richtlijnen gaan enkel over communicatie en transparantie’, zegt <personname w:st=”on”>Luc</personname> Weyn van Netwerk Vlaanderen. ‘Ze zeggen niets over de inhoud of minimumvereisten. Wanneer iemand een fonds als duurzaam aanbiedt en op een transparante manier belegt in bedrijven met zonnebloemen op de bureaus, beantwoordt hij aan de richtlijnen. Ook al staan die zonnebloemen in bureaus van een wapenproducent. De transparantierichtlijnen zijn wel handig voor experts, maar ze zijn omslachtig en niet consumentgericht.’
‘Volgens de financiële sector kan je een begrip als duurzaamheid niet vastleggen omdat het constant evolueert. Dat is echter een semantische discussie. Wij eisen niet dat alles gedetailleerd op papier staat. Wij willen gewoon minimumnormen’, aldus Weyn.