Economisch nieuws uit Afrika

Analyse

Economisch nieuws uit Afrika

Gie Goris, Moyiga Nduru, Jim Lobe

10 mei 2007

Met een groei van meer dan 5 procent, voor het derde jaar op rij, doet de Afrikaanse economie het erg goed, zegt het Internationaal Muntfonds. Olie speelt daarin een belangrijke rol, waardoor Afrika strategisch belangrijk wordt, ook voor de VS. Intussen willen de Afrikaanse landen een betere economische verhouding met Europa, maar in Brussel wordt slecht geluisterd.

Het rapport Sub-Saharan Africa Regional Economic Outlook -Spring 2007 van  het Africa Department  van het IMF werd donderdagochtend voorgesteld door Benedicte Vibe Christensen, onderdirecteur van het Afrika Departement. Het IMF is blij met de sterke groei van de Afrikaanse economie, al zou die boven de 7 procent moeten liggen om de Afrikaanse landen in staat te stellen de millenniumdoelstellingen te halen. Bovendien wordt het hoge gemiddelde vooral gehaald dankzij de exponentiële groei van olie-exporterende landen als Nigeria, Angola en Equatoriaal Guinea. De olie-importerende landen zien hun groei licht dalen naar 4 procent.
Ander goed macro-economisch nieuws voor Afrika is de scherpe daling van de inflatie naar gemiddeld zowat 7 procent op jaarbasis -tegenover 17 procent in 2000. Om dat mooie cijfer te kunnen tonen, moest natuurlijk Zimbabwe uit de statistieken gehaald worden. Dat land heeft officieel een inflatie van 2200 procent en wellicht ligt het reële cijfer nog veel hoger.

Zwakke capaciteit overheidsapparaat

Calvin MacDonald waarschuwde overigens dat de meeste olie-exporterende landen meer uitgeven dan ze op de lange termijn, volgens IMF-berekeningen, duurzaam aankunnen. Een van de knelpunten daarbij is de zwakke capaciteit van de openbare instellingen en administraties om investeringen te beoordelen en te implementeren.
Op onze vraag of het IMF dan vindt dat de Afrikaanse olielanden op de korte termijn hun middelen vooral moeten gebruiken om een efficiënt en effectief overheidsapparaat op te bouwen dat die screenings en procedures goed kan doen verlopen, antwoordde Benedicte Christensen bevestigend. Dat het IMF, door de structurele aanpassingsprogramma’s van de jaren 80 en 90,  mee verantwoordelijk is voor het afbouwen van overheidsadministraties, werd niet vermeld.

Scherpe groei export naar Azië

‘Afrika is er nog steeds niet in geslaagd om ten volle deel te nemen aan de geglobaliseerde wereldeconomie’, zei MacDonald. Gemiddeld is de Afrikaanse export goed voor slechts 2 procent van de wereldhandel, terwijl dat in 1970 nog 4 procent was. Er is wél een scherpe groei van de export naar Azië, al is dat wellicht te danken aan de duurdere olieprijzen en de grotere olieproductie, en minder aan een productdiversificatie.
In 1985 exporteerde Afrika zo goed als niets naar China of geïndustrialiseerd Azië, in 2005 ging het al om respectievelijk 19 miljard en 14 miljard dollar. Opvallend is overigens ook dat het aandeel van de VS in de export vanuit Afrika toenam van 27,4 procent in 1990 tot 34,9 procent in 2005. Het Europese aandeel kromp in die periode van 60,3 procent naar 37,3 procent.

Oliebevoorrading

Afrika wordt almaar belangrijk voor de oliebevoorrading van de VS. In 2005 waren Afrikaanse olieleveranciers goed voor 18 procent van de olie die in de VS werd verbruikt. De Amerikaanse regering verwacht dat dit aandeel zal stijgen tot 20 procent in 2010 en 25 procent in 2015. Inmiddels levert Afrika al meer olie aan de VS dan de landen van het Midden-Oosten.
De VS halen het leeuwendeel van hun Afrikaanse olie uit West-Afrika en vooral uit de landen aan de Golf van Guinee. Nigeria, de grootste Afrikaanse olieproducent, is de op vier na grootste olieleverancier van de VS. Angola volgt op korte afstand. In december exporteerde Angola 513.000 vaten per dag naar de VS, 40 procent meer dan het jaar voordien.

Afrika eist effectenstudie EPA’s

Lobbygroepen en kerkleiders uit Zuid- en Oost-Afrika dringen aan op effectenstudies over de voorliggende economische partnerschapakkoorden (EPA’s) tussen de Europese Unie en de ACP-landen (de Afrikaanse landen, de Cariben en de landen in de Stille Oceaan). Tot dan willen ze geen verdere onderhandelingen. Al in 2000 kwamen de EU en de ACP-landengroep van voormalige Europese kolonies in Cotonou overeen dat ze volledige effectenstudies naar de EPA’s zouden uitvoeren. Die zijn er nog steeds niet.
“Wij vragen John Kaputin, de secretaris-generaal van de ACP-landen, om daarop aan te dringen. Kaputin moet beseffen dat verdere onderhandelingen met de EU niet kunnen tot de volledige effectenstudies uitgevoerd zijn”, zegt Dot Keet van het Alternative Information and Development Centre, een onderzoeks- en lobbygroep uit Kaapstad. De onderhandelingen om de preferentiële handelsakkoorden van de voorbije dertig jaar te vervangen door EPA’s startten in 2002. De EU wil dat de akkoorden eind dit jaar getekend en volgend jaar van kracht worden. “Toch kent nog steeds niemand de volledige gevolgen van die akkoorden”, zegt Keet.
Afrika is ook bezorgd over de handelsblokken waarin de akkoorden de ACP-regio opsplitsten. In Afrika zijn er vier regio’s, elk met een eigen EPA. De Zuid-Afrikaanse Buitenlandminister Nkosazana Dlamini-Zuma waarschuwde zelf al dat dit de onderhandelingskracht van de regio bedreigt. Keet stelt dat “de Europeanen de regionale eenheid ondermijnen en vernietigen.”
Gie Goris, Moyiga Nduru, Jim Lobe