Europese amnestie voor Iraanse 'terreurgroep'

Analyse

Europese amnestie voor Iraanse 'terreurgroep'

Daan Bauwens

25 maart 2009

In januari schrapte de Europese Unie de Iraanse organisatie Mujahideen-e Khalq (MeK) van de terreurlijst. Aangezien MeK de grootste Iraanse oppositiegroep in ballingschap is, had de stap directe gevolgen voor de diplomatieke relatie tussen Brussel en Teheran.

Mujahideen-e Khalq werd in 1960 opgericht als links-militante gewapende groepering om het regime van de sjah te bevechten. De groepering nam deel aan de Iraanse revolutie van 1979, maar viel snel uit de gratie van het religieus regime. Tijdens de Irak-Iranoorlog (1980-1988) vocht MeK mee aan de zijde van de Iraakse leider Saddam Hoessein, die hen op Iraaks grondgebied van onderdak, financiële en militaire steun voorzag.
Camp Ashraf in Irak is nog steeds de zetel van Mujahideen-e Khalq. Er leven drieduizend leiders en leden van de organisatie. De groep wordt ervan beschuldigd Hoessein te hebben bijgestaan bij de massamoord op duizenden Iraakse burgers tijdens de jaren ‘90. Daarom heeft de nieuwe Iraakse regering herhaaldelijk verklaard dat ze de organisatie niet op haar grondgebied zal dulden. Ondertussen heeft Iran Irak gevraagd alle MeK-leden aan Teheran uit te leveren, waar ze terecht zouden staan voor hun misdaden tijdens de jaren ‘80 en ‘90.
Sinds 1 januari 2009 staat Camp Ashraf onder het bestuur van de nieuwe Iraakse regering. De Amerikaanse regering liet het lot van de MeK-leden verzekeren door verschillende leden van de groep de status van ‘beschermd persoon’ te geven onder de Conventie van Genève –zonder evenwel de organisatie van de Amerikaanse terreurlijst te schrappen. Volgens de laatste berichten zijn Egypte en Australië bereid hun grenzen te openen voor MeK-leden. Het lijkt erop dat de EU-stap ook bedoeld was om de leden ter hulp te schieten. Belgisch senator Paul Wille (VLD) is echter niet te spreken over de manier waarop dit gebeurd is: ‘MeK is van de lijst geschrapt op basis van procedurefouten, onafgezien ze nu al dan niet schuldig zijn aan terrorisme.’
Wille bekritiseert vooral het ‘sektarische’ en ‘gevaarlijke’ karakter van de groepering, ook al zegt ze sinds 2001 dat ze alle geweld afgezworen heeft. Bij een bezoek van MeK-suprema Maryam Rajavi aan de Raad van Europa in Straatsburg in april 2006 “bezetten” de bewapende revolutionaire wachten volgens Wille de gangen en verdiepingen van het gebouw van de Raad.
Bovendien, zegt de Iraanse Nobelprijswinnaar Shirin Ebadi, is de groep in Iran niet meer dan een ‘marginaal fenomeen’ dat over geen electorale basis beschikt. Aangezien MeK van de lijst werd gehaald op bevel van een Engelse rechtbank, kunnen Europese politici geen beroep aantekenen tegen de beslissing. Maryam Rajavi, leidster van de politieke arm van MeK noemde de beslissing een ‘sneer voor de Europese appeasementpolitiek’ tegenover Teheran.