De Vallei van Fergana is het vruchtbare hart van Centraal-Azië. De dichtbevolkte vallei is echter verdeeld over Oezbekistan, Tadzjikistan en Kyrgyzstan, en binnen elk van deze drie staten worden de inwoners van de Fergana-regio achterdochtig bekeken. Geen wonder dat het ongenoegen er groot is. De presidentsverkiezingen in Oezbekistan op 23 december maken de situatie nog explosiever.
‘Wat religieuze groepen in Kyrgyzstan vandaag meemaken, onder het voorwendsel van de strijd tegen het terrorisme, kan morgen ook het lot zijn van de politieke oppositie of van niet-gouvernementele groepen. Dat is beangstigend.’ Alisher Saipov preciseerde zijn voorgevoel tijdens een radio-interview in augustus: ‘Onafhankelijke journalisten worden gevolgd door Kirgizische veiligheidsagenten, ngo-vertegenwoordigers worden beschuldigd van spionage en leden van de oppositie worden beschuldigd van samenwerking met religieuze extremisten.’ Twee maanden later, op 24 oktober, werd Saipov vermoord toen hij zijn kantoor in het centrum van Osh verliet.
Osh is met om en bij de 300.000 inwoners de tweede grootste stad van Kyrgyzstan en ligt in vogelvlucht ongeveer 50 km van Andijan. In die Oezbeekse stad werd in mei 2005 een opstand neergeslagen met honderden doden als gevolg. Het repressieve beleid van de Oezbeekse president Karimov was het voornaamste mikpunt van de scherpe pen en stem van Alisher Saipov. Vrienden en medestanders gaan er dan ook van uit dat de regering van Oezbekistan betrokken is bij de moord op Kirgizisch grondgebied.
Fergana is niet enkel de graanschuur van Centraal-Azië. Het is ook de broedplaats van radicaal religieuze bewegingen zoals de Hizb-ut-Tahrir, Bayat en de de Islamic Movement of Uzbekistan (IMU). Die was in de jaren negentig nauw verbonden met al Qaeda en de Taliban. Deze zomer nog werd een aantal Oezbeken gearresteerd in Afghanistan en in Tadzjikistan loopt op dit moment een proces tegen 14 jongeren die beschuldigd worden van lidmaatschap van de IMU. Het islamisme maakt gebruik van de meestal traditioneel gelovige islam in de regio en kanaliseert de politieke en economische frustraties die scherp toenamen na de implosie van de Sovjetunie. De katoenindustrie klapte in elkaar en de grillige staatsgrenzen die de vallei opdelen, maken het bijna onmogelijk om handel te drijven zoals vanouds. Bovendien introduceerde de Oezbeekse regering in 2006 een soort vlaktaks voor zelfstandigen. Elke handelaar moet 7,5 minimummaandlonen belasting betalen, ongeacht de reële inkomsten. Voor kleine zelfstandigen komt die aanslag van 85 dollar neer op pakweg 40 procent van hun maandinkomen. Geen wonder dat Zhamsibek Zakirov, een raadgever voor religieuze aangelegenheden voor de regering van Kyrgyzstan, stelt dat ‘de radicale islamitische opschieten als paddestoelen na de regen. Dag na dag groeit het aantal leden van deze groepen dramatisch aan.’ De International Crisis Group (ICG) stelt in een rapport van eind augustus dat de dreiging van de heropleving van extremistische religieuze groepen in Oezbekistan misschien wel overdreven wordt. Maar, vervolgt de ICG, de bewering dat er sprake is van een nieuwe golf van extremisme wordt gebruikt om de religieuze vrijheid en het middenveld aan te vallen, waardoor ‘het gevaar groeit dat die bewering een zelfvervullende voorspelling wordt.’
De economische crisis verplicht heel veel jongeren uit de Vallei van Fergana in Rusland of Kazachstan te gaan werken. De massale toestroom van migrantendollars -voor Oezbekistan en Kyrgyzstan schatten internationale rapporten de remittances op 500 miljoen dollar per jaar- helpt veel gezinnen de eindjes aan elkaar te knopen. Tegelijk voedt deze arbeidsmigratie de nostalgie naar een hechte en homogene samenleving, iets waar de islamisten met hun belofte van een Centraal-Aziatisch kalifaat op inspelen. De migratie gaat overigens niet enkel richting buitenland, maar ook richting grotere steden zoals Andijan en Fergana in Oezbekistan, Osh in Kyrgyzstan en Khojand in Tadzjikistan. Gecombineerd met de migratiedollars en een sterk verminderde bouwactiviteit van de overheden, voedt die plattelandsvlucht een scherpe prijsstijging in de immobiliënsector, schrijft de nieuwssite Eurasianet, die door het Open Society Institute van George Soros gesponsord wordt.
De verwaarlozing van de vallei door de centrale overheden in Oezbekistan, Tadzjikistan en Kyrgyzstan én de harde repressie tegen elke vorm van oppositie zijn verantwoordelijk voor de blijvende -en blijkbaar opnieuw stijgende- populariteit van radicale islamisten. Toch hoeft Islam Karimov, de man die Oezbekistan al leidt sinds 1989, niet te vrezen dat die islamisten zijn herverkiezing op 23 december zullen voorkomen. Daarvoor zorgt de harde hand van zijn seculiere regime wel. (gg)
Deze tekst verscheen in MO*49 bij een fotoreportage met beelden van Nick Hannes uit Fergana en Andijan, en van Gie Goris uit Osh.