Getouwtrek om water in Centraal-Azië

Analyse

Getouwtrek om water in Centraal-Azië

Jens Vancaeneghem

24 januari 2010

Op maandag 17 januari brak een vuurgevecht uit tussen grenswachters van de voormalige Sovjetrepublieken Kirgizstan en Oezbekistan. De groeiende spanningen tussen de Centraal-Aziatische landen zijn sterk gelinkt aan een falend waterbeleid.

‘Nergens in de wereld is het potentieel voor conflict over natuurlijke grondstoffen zo groot als in Centraal-Azië’, stelt David Smith, een leidende waterspecialist in de regio. Dé grondstof die in het centrum staat van vele spanningen in de regio, is het schaarse en fel begeerde water.
De Ferghana vallei in het oosten van Oezbekistan en op de grens met Kirgizstan, is een van de vele plaatsen waar conflicten over water geregeld uitbarsten. Door Kirgizstan’s waterbeleid hebben Oezbeken in de Ferghana vallei regelmatig te kampen met overstromingen in de winter en met droogtes in de zomer.
Bij uitbreiding maken de vijf Centraal-Aziatische ‘stannen’ (Tadjikistan, Kirgizstan, Turkmenistan, Oezbekistan en Kazachstan) deel uit van een overkoepelende waterproblematiek, waarvan de wortels in de ‘verdeel en heers’-strategie van de voormalige Sovjet-Unie liggen.

Restanten van het Sovjettijdperk

De Russen zagen de ‘stannen’ als één grote landbouwentiteit en hielden weinig rekening met plaatselijke belangen. Enerzijds creëerden ze twee kleine, bergachtige republieken, Tadjikistan en Kirgisztan, waar de twee belangrijkste rivieren van Centraal-Azië ontspringen, de Amu Darya en de Syr Darya.
Anderzijds creëerden ze drie grote republieken: Turkmenistan, Oezbekistan en Kazachstan. Zij beschikken over een enorm landbouwpotentieel, maar weinig water. Dat potentieel verzilverden ze al sinds de 19de eeuw in massale katoenproductie. Die is vandaag cruciaal voor de Turkmeense en Oezbeekse economie, maar slorpt immense hoeveelheden water op.
Tijdens de Sovjet-Unie werd een complexe irrigatie-infrastructuur aangelegd om de ‘stoomafwaartslanden’ met water voor haar landbouw te voorzien. In ruil voor het water ontvingen de ‘stroomopwaartslanden’ energie uit de rijke gas –en olievoorraden van de andere landen.

Conflicterende belangen

Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie sloten de Centraal-Aziatische landen verschillende bilaterale en multilaterale overeenkomsten waarbij watervoorziening voor elektriciteit werd geruild. Niet nageleefde afspraken resulteerden in groeiende spanningen tussen de landen.
Om niet zonder stroom te vallen tijdens de koude wintermaanden concentreerden Kirgizstan en Tadjikistan zich steeds meer op de opwekking van elektriciteit via waterkrachtcentrales. In gigantische reservoirs wordt het water tegengehouden in de zomer en losgelaten in de winter. Hierdoor hebben de ‘stroomafwaartslanden’ vaak te kampen met watertekort in de cruciale zomermaanden.

Complex kluwen

Op zich hebben deze waterproblemen enkel tot lokale conflicten geleid. Maar gelinkt aan nationalisme, etnische spanningen, artificiële grenzen en moslimextremisme ontstaat een gevaarlijke cocktail die wel eens internationale dimensies zou kunnen aannemen.
‘In deze context zou water als instrument gebruikt kunnen worden voor andere doeleinden en zou een wateroorlog kunnen opduiken’, voorspelt Jeremy Allouche, specialist op het gebied van waterbeleid.